top of page

Maya code



PBS-documentaire over de ontcijfering van het complexe Mayaschrift, een lang en moeizaam proces dat taalkundigen eeuwenlang heeft beziggehouden.





We reizen naar de afgelegen oerwouden van Zuid-Mexico en Centraal-Amerika om te onderzoeken hoe de Maya-code uiteindelijk gebroken werd en wat hun geschriften ons leren over hun beschaving.

Die Maya-beschaving was wellicht de meest ontwikkelde in Precolumbiaans Amerika.

De Maya's hadden ook een ingewikkeld en mysterieus hiëroglyfisch schrift dat ze gebruikten voor aantekeningen op monumenten en aardewerk en in boeken van boomschors. Eeuwenlang hebben wetenschappers zich het hoofd gebroken over dit schrift, dat zo veel zou kunnen vertellen over de Maya's, maar dat niet te ontcijferen was.

Ze hadden dan ook geen 'Rosetta-steen', die Egyptologen indertijd vrij makkelijk toeliet om de code te breken van de Egyptische hiëroglyfen.

Stonden de geheimzinnige Maya-tekens voor begrippen of voor woorden, letters of klanken? Zowat alle theorieën werden onderzocht.

De grote doorbraak kwam er in de jaren '50 met de Sovjet-linguïst Yoeri Knorosov, die ontdekte dat de tekens zowel woorden als lettergrepen konden voorstellen.

Recent onderzoek heeft zijn bevindingen bevestigd en verder uitgewerkt, zodat nu veel van de inscripties kunnen worden ontcijferd.

De hedendaagse onderzoekers werken met Indiaanse afstammelingen van de Maya's en proberen hun gesproken taal te linken aan het schrift van hun voorouders.


Een Mayanist is een wetenschapper die zich heeft gespecialiseerd in de archeologie, antropologie, geschiedenis of linguïstiek van de Maya's.

(In de Spaanstalige wereld is het gebruikelijker van 'Mayist' (mayista) te spreken.)

De term is in gebruik sinds de 19e eeuw.

In ruimere zin worden tot de Mayanisten ook gerekend vroege ontdekkingsreizigers en personen die alleen incidenteel belangrijke bijdragen aan de kennis van de Maya's hebben geleverd. In engere zin wordt de term vooral gebruikt voor personen die hebben bijgedragen aan de ontcijfering van het Mayaschrift.

Ofschoon in de twintigste eeuw verreweg de meeste Mayanisten in de Verenigde Staten werken en werkten, treden de laatste jaren de Europese Mayanisten (onder wie ook enkele Belgen en Nederlanders) geleidelijk meer op de voorgrond.

Hun organisatie heet WAYEB en heeft een eigen website.

Ondanks vijf eeuwen van verandering op alle vlakken sinds de Spaanse verovering, hebben de Maya’s en hun Mayatalen het overleefd.

Bovendien breiden deze talen zich nog steeds uit, slechts enkele zijn al uitgestorven of aan het uitsterven.

Ongeveer vier miljoen mensen spreken een van de 28 Mayatalen, naast hun moedertaal.

De Mayatalen, de Wastek sprekers uit Veracruz niet meegeteld, zijn grotendeels gespreid over het oostelijke deel van Mexico, Guatemala, Belize en het westelijke deel van El Salvador.

De meeste Mayasprekers zijn minstens tweetalig in het Spaans en of het Engels (vooral in Belize) en hun Mayatalen. Bijgevolg zijn de talen erg gerelateerd met elkaar.

Dit omdat de volkeren contact houden met elkaar, via handel en dergelijke.

Hoe verder ze zich van elkaar bevinden, hoe minder de talen op elkaar lijken.

Des te dichter ze zich bij elkaar situeren, des te meer gelijkenissen zullen er in de talen terug te vinden zijn.

Doorheen de eeuwen zijn de Mayatalen beinvloed door andere Mayatalen of door het Spaans en Engels.

De meeste bekende en tevens de meest gesproken Maya-taal is het Yukateeks Maya.

De taal, die bij de oude Maya’s tussen 200 en 900 na Christus neergeschreven wordt in een hierogliefenschrift, staat bekend onder de naam ‘Klassiek Maya’ en lijkt fel op het ‘oud-Cholaans’.


De Maya's (Yucateeks Maya: maaya'ob, Spaans: mayas) zijn een volk in het zuiden van Mexico en noordelijk Centraal-Amerika.

De term wordt gebruikt als overkoepelende benaming voor 29 inheemse volkeren uit dezelfde regio, die dezelfde culturele en taalkundige achtergrond hebben.

Er zijn 8 à 9 miljoen Maya's, de overgrote meerderheid is woonachtig in Guatemala en het Zuiden van Mexico (Yucatán, Quintana Roo, Campeche, Chiapas en Tabasco), met kleinere gemeenschappen in Belize, Honduras en El Salvador.

In de Verenigde Staten en het noorden van Mexico bestaan relatief grote emigrantengemeenschappen.

Veel Maya's worstelen met het probleem dat ze enerzijds willen profiteren van de goede kanten van de moderne wereld, terwijl ze intussen niet hun eigen identiteit willen verliezen.

Gedurende de twintigste eeuw zijn de Maya's niet alleen het slachtoffer geweest van achterstelling en ontrechting, maar ook van vervolging en massamoord.

Meer dan tachtig procent van de 200.000 slachtoffers van de Guatemalteekse Burgeroorlog (1960-1996) bestond uit Maya's.

In de jaren tachtig, onder de presidenten Romeo Lucas García en Efraín Ríos Montt, vond in Guatemala een genocide op de Mayabevolking plaats.

De Rooms-Katholieke Kerk van Guatemala heeft de vaak gruwelijke misdaden uitvoerig gedocumenteerd, wat een bisschop van het aartsbisdom, Juan Gerardi, het leven kostte.

Iemand die van Mayaanse zijde actie voert tegen voortbestaande rechteloosheid is Rigoberta Menchú (Nobelprijs voor de Vrede, 1992).

De Azteken rukten het hart uit de borstkas van hun slachtoffers en stelden de schedels tentoon, meldden de Spanjaarden.

Later werd het verhaal afgedaan als een fabeltje – tot archeologen iets vonden.

De uitgeputte Spaanse conquistadores staren als verlamd naar het gruwelijke tafereel in de verte.

Het is zomer 1521, en de Spanjaarden zijn na een bloedig gevecht verdreven uit de machtige hoofdstad van het Azteekse rijk: Tenochtitlan.

Vanaf de rand van de stad zien ze nu hoe de Azteken 62 gevangengenomen Spanjaarden de trap van een tempelpiramide op sleuren.

Een trommel produceert een diep geroffel, begeleid door schelle fluittonen.

De Spanjaarden buiten de stad staan machteloos.

Het zijn geharde veteranen die al twee jaar met de beruchte Hernán Cortés tegen het Aztekenrijk in het huidige Mexico vechten.

Ze kunnen slechts tot hun god bidden.

De conquistadores weten inmiddels donders goed wat het getrommel en gefluit betekenen: de bloeddorstige goden van de Azteken willen weer mensenbloed zien Spaans bloed deze keer.

‘Met een vuursteen sneden ze hun borstkas open en rukten ze het kloppende hart eruit, dat ze aan hun afgoden offerden.’Conquistador Bernal Díaz, die zijn kameraden geofferd zag worden

Volgens de soldaat Bernal Díaz, die erbij was, werden de krijgsgevangenen een voor een naar een platform op de piramide gebracht.

Daar legden de Azteken hen op een paar stenen.

‘Met een vuursteen sneden ze hun borstkas open en rukten ze het kloppende hart eruit, dat ze aan hun afgoden offerden.

Vervolgens schopten ze de lichamen van de traptreden,’ schreef de soldaat vele jaren later.

Bernal en de andere conquistadores, die zelf ook niet terugdeinsden voor grof geweld en mishandeling, rapporteerden dat de Azteken in bloed en dood leken te zwelgen.

Niet alleen offerden ze regelmatig mensen aan hun goden, ze aten ook het vlees van de slachtoffers en stelden de afgehakte hoofden tentoon op enorme stellages met duizenden schedels.

Lange tijd werd echter gedacht dat de Spanjaarden deze verhalen uit hun duim zogen om hun eigen wreedheden goed te praten.

Maar uit nieuwe vondsten in de Azteekse hoofdstad blijkt dat de soldaten de waarheid spraken.

In het jaar dat de Spanjaarden zagen hoe hun kameraden geofferd werden, wist Hernán Cortés met de hulp van andere stammen Tenochtitlan in te nemen.

Dat was het einde van het Azteekse rijk.

Vervolgens sloegen de katholieke veroveraars alles kort en klein wat met het heidense geloof van de Azteken te maken had.

De piramidetempel werd verwoest en de Spanjaarden stichtten een stad op de puinhopen: Mexico-Stad.

Er waren maar een paar honderd Spanjaarden, maar met hulp van plaatselijke stammen versloegen ze de Azteken.

450 jaar lang waren de beschrijvingen van de mensenoffers vooral een sensationeel verhaal uit oude documenten.

Maar in de jaren 1970 begonnen onderzoekers zich af te vragen of het allemaal wel klopte.

Waren de praktijken verzonnen?

Volgens de critici waren de beschrijvingen van mensenoffers gebaseerd op geruchten.

En de Spanjaarden die beweerden gezien te hebben hoe mensen werden geofferd, onder wie Hernán Cortés, hadden er belang bij om de Azteken neer te zetten als barbaren.

Zo vergoelijkten ze hun veroveringstocht.

Ook aan de zeer gedetailleerde beschrijving van Bernal Díaz werd getwijfeld.

Maar toen sloegen de archeologen aan het graven.

In 1978 vonden de Mexicanen een grote stenen schijf met een afbeelding van maangodin Coyolxauhqui, die volgens de mythologie onthoofd en in stukken gehakt werd door haar broer, de zonne- en oorlogsgod Huitzilopochtli.

De vondst leidde tot het blootleggen van de Azteekse tempelpiramide Huey Teocalli, of Templo Mayor in het Spaans.

Op de top van het heiligdom stonden volgens de onderzoekers twee kleine tempels, een voor Huitzilopochtli en een voor de regengod Tlaloc.

Daar werden volgens de Spanjaarden mensen geofferd.

Er werden echter nooit sporen van de offers zelf gevonden tot er tientallen jaren later ineens schedels opdoken.

In 2015 vonden archeologen Raúl Barrera en Lorena Vázquez Vallin de eerste exemplaren op zo’n 200 meter van de Templo Mayor.

2 meter onder een gebouw achter de kathedraal van Mexico-Stad legden ze de resten van een soort toren met 35 schedels bloot.

Ze waren in drie halve cirkels boven elkaar in cement gegoten.

De schedeltoren bleek een diameter van 5 meter te hebben en zeker 1,7 meter hoog te zijn.

Dat strookte met een beschrijving van de conquistador Andrés de Tapia, die voor Hernán Cortés vocht.

‘Twee torens van kalk en schedels met het gebit naar buiten gekeerd.’

In 2020 hadden archeologen ruim 600 schedels blootgelegd.

Veel waren er ingemetseld in ronde torens, zoals de Spanjaarden beschreven hadden.

Daarna kwamen er nog meer schedels bovendrijven.

Onderzoekers lokaliseerden ook de tweede schedeltoren en nog eens 600 schedels, veelal met doorboorde slapen.

Daarnaast ontdekten de archeologen tussen de twee torens paalgaten, die vermoedelijk bedoeld waren voor een gruwelijk dodenmomunent: Huey Tzompantli – de Grote Schedelmuur.

Tzompantli is Azteeks voor ‘schedelrek’.

Het bizarre monument bestond volgens de Spanjaarden uit rijen palen met lange houten stokken ertussen, waaraan een enorm aantal schedels hing.

‘In het gebouw voor de tempel van Huitzilopochtli spietsten ze de hoofden van de gevangenen die ze onthoofdden.

’Missionaris Bernardino de Sahagún over de tzompantli van de Azteken Huey Tzompantli wordt in de 16e eeuw genoemd door de missionaris Bernardino de Sahagún:

‘In het gebouw voor de tempel van Huitzilopochtli spietsten ze de hoofden van de gevangenen die ze onthoofdden.’

Zijn latere collega-priester José de Acosta schreef dit over de schedelmuur:

‘Dunne stokken, waarop veel schedels van mannen door de slapen gespietst waren.

Elke stang telde 20 hoofden.

De schedelrekken liepen van onder naar boven langs de palen en namen de hele palissade in beslag met zo veel en zulke dikke schedels dat ze bewondering en onrust wekten.’

Geen van de twee geestelijken zag de grote tzompantli echter met eigen ogen.

Ze gingen af op verhalen van anderen.

Maar de conquistador Andrés de Tapia zou het monument wel zelf gezien hebben en telde de schedels.

Hij schatte dat het er zo’n 136.000 waren.

Dat cijfer is ongetwijfeld overdreven, maar alles wijst er volgens de archeologen op dat er zeker duizenden schedels waren.

Op basis van het aantal en de grootte van de paalgaten schatten ze dat Huey Tzompantli ca. 36 meter lang en 14 meter breed was.

Mogelijk was de schedelmuur 5 meter hoog.


Onder internationale druk zijn er de laatste jaren meer rechten toegekend aan het omvangrijke Mayaanse bevolkingsdeel.

Vooral het tweetalige onderwijs is internationaal wel geprezen.

In Mexico laaiden de spanningen op toen in 1994 het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger (EZLN) in Chiapas in opstand kwam.

In Mexico is Francisco Luna Kan in 1976 als eerste Maya tot gouverneur van Yucatán gekozen en verschillende middelgrote steden in Guatemala hebben de afgelopen jaren voor het eerst Mayaburgemeesters gehad.

Toch zijn Maya's nog altijd politiek sterk ondervertegenwoordigd.



Vanaf de jaren zeventig hebben veel Maya's zich tot het protestantisme bekeerd.

Onder de Maya's in Guatemala en Chiapas zijn er inmiddels meer protestanten dan katholieken.

Vooral het evangelicaal christendom en de pinksterkerken zijn populair.

Deze verandering is niet onomstreden.

Ten tijde van de 'gewelddadigheden' (de 'violencia') werd immers het werk van Noord-Amerikaanse protestantse zendelingen bevorderd door een moorddadige Guatemalteekse overheid, terwijl progressieve rooms-katholieke priesters juist werden vervolgd.

Veel oude (gemeenschaps)tradities zullen onder invloed van het anti-ritualistische protestantisme verdwijnen, al heeft dit weer het voordeel dat protestantse Maya's dan de vaak dure gemeenschapsplichten niet meer hoeven te vervullen en zodoende tot economische ontwikkeling in westerse zin kunnen komen.



De Popol Vuh is het belangrijkste boek van de vroeg-koloniale Quiché-Maya's en wordt graag als het "heilige boek" of zelfs de "bijbel" van alle Maya's gepresenteerd.

Het eerste deel gaat over de schepping en het leven van de helden.

Het tweede deel beschrijft de geschiedenis van het volk. Nadat de katholieke Spanjaarden probeerden de 'ziel van de Indio' uit te doven heeft padre Francisco Ximenez, die in 1688 naar Guatemala kwam, een overgebleven tekst getrouwelijk gekopieerd en aan de bezitters teruggegeven.

Opmerkelijk, want het had aan de inquisitie overgedragen en vernietigd moeten worden, volgens de wetten van die tijd. Dankzij dit boek kunnen we meer over de beschaving van de Maya's te weten komen.


in de dracht van Sa. Catarina Palopó, een dorpje bij het Meer van Atitlán

De Maya's staan bekend bekend om hun felgekleurde soorten textiel, gemaakt van garen.

Dit textiel wordt geweven en vaak verder geborduurd tot onder andere capes, (over)hemden en rokken.

Elk dorp heeft zijn eigen kenmerkende patroon.

Vrouwenkleding bestaat bij de Maya’s traditioneel uit een blouse (huipile) en een lange rok.

De Mayamythologie maakt deel uit van de mythologie van Meso-Amerika en omvat alle verhalen van de Maya's waarin goden en verpersoonlijkte natuurkrachten een grote rol spelen.

(Hieronder vallen dus niet dierverhalen of verhalen met een waarschuwende, moraliserende strekking.)

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page