Virus
Een virus is een microscopisch klein deeltje dat bestaat uit erfelijk materiaal, verpakt in een eiwitomhulsel.
Virussen worden pas biologisch actief door cellen van levende organismen binnen te dringen (te infecteren), waar ze gebruik maken van anabole celprocessen, die normaalgesproken dienen voor de groei en homeostase van de gastheer.
Eenmaal in de gastheercel, schakelt het virale genoom (RNA of DNA) het DNA van de gastheer uit, waarna vervolgens virale RNA of DNA-synthese en virale eiwitsynthese kan plaatsvinden.
Uit door de gastheercel geproduceerde virale RNA/DNA en eiwitten worden nieuwe kopieën van het virus gevormd, die na het uiteenvallen van de gastheercel met duizenden tegelijk op weg gaan om nieuwe cellen van de gastheer te infecteren.
Een individueel virusdeeltje wordt ook wel virion genoemd.
De typische diameter van een virusdeeltje is tussen de 20 en 300 nanometer.
Hierdoor is een virus niet met een lichtmicroscoop te zien.
Dat kan wel met een elektronenmicroscoop.
Virussen zijn vaak gespecialiseerd op een (type) gastheer.
Een gastheer kan een meercellig organisme zijn, een dier, plant of schimmel, maar ook eencellige bacteriën en archaea kunnen door een virus geïnfecteerd worden.
Daar virussen geen eigen voortplantingsapparaat hebben en geen eigen stofwisseling, zijn ze volledig afhankelijk van andere organismen, en als zodanig voldoen ze niet aan alle gebruikelijke criteria voor de definitie van leven.
Virussen zijn, van generatie op generatie, onderhevig aan genetische verandering en ondergaan evolutie.
Een virusinfectie verloopt volgens een ander mechanisme dan een bacteriële of een schimmelinfectie, en kan niet met antibiotica worden bestreden.
Er zijn stoffen die specifiek de werking van sommige (typen) virussen verstoren, en die als geneesmiddel kunnen worden ingezet.
Virussen worden bestudeerd in de virologie, een onderdeel van de medische microbiologie.
Coronaviridae vormt een familie van RNA-virussen met een omhulsel en positief enkelstrengs RNA.
Het viraal genoom van deze virussen heeft een lengte van 26.000 tot 32.000 baseparen.
Het virus is typisch bekleed met grote (~20 nm), knots- of bloemblad-vormige oppervlakte-projecties (de “peplomeren” of “spikes”), welke in elektronen-micrografie een afbeelding creëren die vergelijkenis vertoont met de corona van de Zon of met een kroon (in Latijn corona).
In het Nederlands worden de virussen van deze familie coronavirussen genoemd, maar deze naam verwijst vooral naar de leden van de onderfamilie Orthocoronavirinae.
SARS-CoV-2, Soms ook wel aangeduid als het COVID-19-virus en stond voorheen ook bekend als 2019-nCoV, is een virus dat de besmettelijke luchtwegaandoening COVID-19 bij mensen veroorzaakt.
SARS-CoV-2 is een virus-stam uit het geslacht betacoronavirussen uit de onderfamilie van coronavirussen.
Het virus werd voor het eerst waargenomen in Wuhan, de hoofdstad van de Chinese provincie Hubei.
Bij de uitbraak in 2019 en 2020 waren de eerste patiënten vooral bezoekers en werknemers van de Huanan-vismarkt in Wuhan.
Hierdoor werd al snel verondersteld dat het virus een zoönotische oorsprong heeft.
Dit virus behoort tot de familie van coronavirussen.
Deze behoren tot de positief enkelstrengige RNA-virussen en worden zo genoemd vanwege de ‘krans’ ('corona' betekent 'krans' in het Latijn) rond de losse virusdeeltjes (virions).
SARS-CoV-2 valt in de categorie SARS-gerelateerde coronavirussen.
Van de bekende coronavirussen is er een zevental in staat om mensen te infecteren: 229E, NL63, OC43, HKU1, MERS-CoV, het SARS-virus (of SARS-CoV), en dus SARS-CoV-2.
Bij het vergelijken van het genoom van dit virus met andere bekende virussen, werd een overeenkomst van 80% met het SARS-CoV gevonden en een overeenkomst van 96% met coronavirussen die bij vleermuizen voorkomen.
Een reconstructie van de fylogenetische stamboom van het virus-genoom maakte aannemelijk dat het virus geen lange geschiedenis heeft gehad in menselijke gastheren, voordat het in Wuhan opdook.
De eerste overdracht op mensen vond waarschijnlijk in november of december 2019 plaats.
De ziekte werd voor het eerst geïdentificeerd door medisch personeel in Wuhan, hoofdstad van de provincie Hubei in China, bij patiënten die een longontsteking ontwikkelden zonder een duidelijke oorzaak.
Het was dokter Li Wenliang die op 30 december 2019 zijn collega's waarschuwde voor een mogelijke uitbraak van deze ziekte.
Door het ontbreken van immuniteit in de bevolking in combinatie met veel besmette internationale reizigers verspreidde de ziekte zich razendsnel, zodat op 11 maart 2020 de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bekendmaakte dat er officieel sprake was van een pandemie.
De eerste uitbraak van het virus werd halverwege december 2019 gesignaleerd in de Chinese miljoenenstad Wuhan.
De vismarkt aldaar, waar ook levende en wilde dieren verkocht werden, is de waarschijnlijke besmettingsbron.
Deze dieren zijn de veronderstelde besmettingsbron of de vector van het virus.
Zodoende zou het om een zoönose gaan.
Het virus verspreidde zich vervolgens via besmette reizigers naar andere provincies van China en naar andere landen.
Op 20 januari 2020 werd in Guangdong bevestigd dat het nieuwe virus zich kan verspreiden door contact tussen mensen.
Het aantal bevestigde besmettingen nam in de tweede helft van januari exponentieel toe, met ongeveer wekelijks een vertienvoudiging van het aantal besmettingen.
Begin februari verliep de toename ongeveer half zo snel.
Volgens deskundigen was het nog te vroeg om aan die trend waarde te hechten.
Zo vermoedde de directeur van het virologie-instituut van de Charité dat het Chinese meldsysteem overbelast is en dat daarom het aantal nieuwe infecties minder sterk lijkt toe te nemen.
Op 30 januari 2020 werd door de Wereldgezondheidsorganisatie een internationale noodtoestand uitgeroepen.
Eind januari werd in vele landen een meldingsplicht voor het virus ingevoerd.
Op 11 maart werd door de Wereldgezondheidsorganisatie de corona-uitbraak officieel bestempeld als pandemie.
Volgens een voorlopige schatting van de Wereldgezondheidsorganisatie ligt bij de overdracht van mens tot mens het basaal reproductiegetal R0, een maat voor de besmettelijkheid van het virus, tussen 1,4 en 2,5.
Zhao et al. schatten R0 hoger in: tussen 3,3 en 5,5.
Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding schat het R0 op 2,2.
Ter vergelijking: de R0 van griep en SARS ligt respectievelijk tussen 2-3 en 2-5.
De ziekte wordt gekenmerkt door griepachtige symptomen, waaronder koorts, hoesten, kortademigheid, spierpijn, vermoeidheid en, in ernstige gevallen, ook longontsteking (in dit geval dus virale longontsteking), acute respiratory distress syndrome (ARDS), sepsis, uitval van de nieren en septische shock met mogelijk een fatale afloop.
De ziekte tast vooral de longen aan en kent drie fasen: virale vermeerdering, hyperreactiviteit van het immuunsysteem en afbraak van longweefsel.
Het grootste deel van de patiënten heeft geen, milde of matige symptomen, ontwikkelt antilichamen tussen zes tot twaalf dagen, en is daarna voor een periode beter bestand tegen het virus (immuun).
Mogelijk worden bij milde symptomen minder antilichamen aangemaakt.
Milde symptomen zijn keelpijn, lichte hoest en een verhoging van de lichaamstemperatuur tot 38,0 °C.
De patiënt moet thuis uitzieken tot de symptomen weg zijn.
Bij koorts (lichaamstemperatuur boven 37,5 °C) en hoest of moeizaam ademhalen moet men verplicht telefonisch contact opnemen met de huisarts.
Net als het SARS-virus infecteert SARS-CoV-2 mensen via ACE 2-receptoren.
Het heeft echter een tien tot twintig maal hogere affiniteit (bindingssterkte), wat een verklaring kan zijn voor de, vergeleken met SARS, hogere mens-op-mens besmettingskans.
Het virus kan zich zowel diep in de longen als in de bovenste luchtwegen vermenigvuldigen.
Dat laatste zou mede verklaren waarom patiënten met milde symptomen al besmettelijk kunnen zijn.
Tussen mensen vindt ziekte-overdracht plaats doordat het veroorzakende virus zich verspreidt via vochtdruppels: door niezen en hoesten en onderlinge aanraking, en mogelijk ook via besmette oppervlakken.
Besmetting via faeces is onzeker, maar bekend van de gerelateerde aandoening SARS.
In de beginfase van de symptomatische periode is de virale verspreiding, en dus de besmettelijkheid hoog.
Verondersteld wordt dat patiënten tijdens de asymptomatische periode daarna niet meer besmettelijk zijn.
Hoe milder de symptomen, des te minder besmettingsrisico.
De meeste besmettingen komen voor binnen het gezin, vooral bij thuisisolatie.
Een besmet persoon besmet in een onbeschermde populatie gemiddeld 2,2 andere mensen (het reproductiegetal).
Zolang dit getal groter dan 1 blijft, breidt de ziekte zich uit; zodra het getal kleiner dan 1 wordt, zal de ziekte uitsterven.
Het reproductiegetal kan verkleind worden door hygiënemaatregelen en door toenemende immuniteit van de bevolking.
De incubatietijd bedraagt één tot twaalf dagen; voor de zekerheid wordt veertien dagen aangehouden.
Er zijn overigens meldingen van Chinese onderzoekers van een mogelijk langere incubatietijd tot wel 24 dagen.
De mediaan van het eerste optreden van ziekteverschijnselen na besmetting ligt op 5 dagen.
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat iemand een ander kan besmetten vóórdat zich bij diegene ziekteverschijnselen manifesteren.
Besmetting door mensen bij wie de ziekte asymptomatisch verloopt is onzeker, maar misschien mogelijk.
Het effect van het verspreiden van infecties over een lange periode, bekend als het afvlakken van de curve; door lagere pieken kunnen gezondheidsdiensten hetzelfde volume patiënten beter beheren.
Aangezien men mogelijk al besmettelijk is vóórdat men zelf ziekteverschijnselen opmerkt, is het nodig dat de gehele bevolking voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Dergelijke maatregelen zijn onder meer sociale distantie en een goede persoonlijke hygiëne, het vermijden van sociale contacten en lichamelijk contact, regelmatig handen wassen, hoesten en niezen in de binnenkant van de elleboog, papieren zakdoekjes gebruiken, geen hand schudden, niet met handen aan mond, neus en ogen zitten, tenminste twee meter afstand bewaren en thuis blijven bij krijgen van verkoudheidsklachten. Verdere maatregelen kunnen zijn: in- en uitreisbeperkingen, onnodig reizen vermijden, evenementen verbieden, scholen, bedrijven en organisaties of afdelingen sluiten, vergaderingen beperken, extra schoonmaken van voorwerpen die door meerdere mensen worden aangeraakt, thuiswerken, studeren via internet.
Als een persoon geen ziekteverschijnselen heeft, maar wel onbeschermd contact heeft gehad met een patiënt met een bewezen infectie, gaat diegene in (thuis)quarantaine.
De quarantaine duurt tot de incubatietijd is verlopen.
Als men in die periode niet ziek is geworden, wordt de quarantaine opgeheven.
Er is een periode van 24 uur vlak na de ziekte waarin de patiënt geen symptomen meer heeft, maar nog wel een latente drager van de infectie kan zijn.
Afhankelijk van de viruscirculatie per regio kan uitgegaan worden van een langere periode. Hierdoor wordt de kans op verspreiding door besmetting in de regio kleiner.
Op 17 februari 2020 werd gerapporteerd dat chloroquine bij klinische tests werkzaam bleek tegen COVID-19.
Het was getest in meer dan 10 ziekenhuizen in Beijing en de Chinese provincies Guangdong en Hunan.
Dit op initiatief van onderzoekers van de KU Leuven.
In vitro onderzoek laat zien dat chloroquine werkzaam is tegen het virus.
De benodigde concentratie is in principe haalbaar in vivo.
De onderzoekers bevelen een klinische studie aan.
De resultaten zijn nog niet in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd en de persberichten geven geen kwantitatieve informatie over de effectiviteit, bijwerkingen en statistische significantie.
Er loopt inmiddels een unieke proef aan de Rijksuniversiteit Groningen waarbij het chloroquine tot de juiste deeltjesgrootte wordt verkleind en vervolgens geplaatst wordt in een speciale inhalator: de cyclops, waardoor het medicijn diep doordringt in de longen van een patiënt.
Dit betreft dus een specifiek lokale toepassing rechtstreeks in de door het coronavirus aangetaste longen.
Op deze wijze zou het medicijn niet enkel kunnen genezen, maar ook kunnen beschermen.
Het sterk verwante zusje hydroxychloroquine is wereldwijd geregistreerd voor een aantal indicaties waaronder reumatoïde artritis , systemische lupus erythematodes en ook de behandeling van acute aanvallen en profylaxe van malaria veroorzaakt door Plasmodium vivax, P. falciparum, P. ovale en P. malariae.
President Donald Trump kwam in conflict met de FDA inzake het niet-geregistreerd gebruik van dit geneesmiddel bij de profylaxe en genezing van de COVID-19-ziekte.
Het middel is wereldwijd beschikbaar maar nog niet goedgekeurd voor deze specifieke indicatie.
Met een antilichaamtest wordt getest of iemand antistoffen tegen het virus in het bloed heeft. Dit is een bewijs dat die persoon met het virus in aanraking is geweest.
Hiermee kan men de omvang van de epidemie inschatten en wiskundige piramidescenario's en simulaties maken.
De monsters die routinematig worden ontvangen in de Nivel-griepsurveillance worden in de peilstations ook getest op SARS-CoV-2 om de verspreiding van het virus in de algemene bevolking van Nederland in kaart te brengen.
Op korte termijn wordt ook op antilichamen getest via de bloedbank.
Verder zijn er virologische weekstaten.
Mogelijk komt er nog een thuistest op basis van een monoklonaal antilichaam tegen SARS-CoV-2 waarmee kan worden gemeld.
Soms kunnen patiënten die al hersteld zijn gevraagd worden bloed te doneren om acute gevallen te behandelen met anti lichaam rijk plasma, en voor het ontwikkelen van een vaccin.
In een aantal gevallen schieten de longen tekort en hebben patiënten extra zuurstof nodig door middel van beademing.
Eventueel aangevuld met vernevelen, uitzuigen, afwisselend liggen op de linker- en rechterzij, rug en buik, hulp bij rechtop zetten en bij hoesten.
Tijdens de coronapandemie ontstond hierdoor in 2020 een tekort aan beademingsapparaten.
Maar ook een tekort aan mondkapjes, beschermende kleding, alcohol die nu in sneltreinvaart bijgemaakt moeten worden.
De restricties hebben 2 jaar lang aangehouden, maar men gaat uit van een griep dan en zij die fouten hebben gemaakt zullen moeten worden vervolgd.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/SARS-CoV-2