De Geschiedenis van Suriname
Archeologische opgravingen wijzen uit dat rond 10.000 voor Christus, en mogelijk eerder, de oudste bewoners van Amerika, de Paleo-Indianen of Paleo-Amerikanen, zich vestigden in de Sipaliwinisavanne.
Dit waren nomadische jager-verzamelaars, en het archeologisch materiaal (vuistbijl, chopper, stenen pijlpunt, etc.) komt overeen met materiaal dat in Europa uit de oude steentijd of paleolithicum wordt gevonden.
In Suriname is er archeologisch bewijs dat deze gemeenschappen zich vestigden aan de Kaurikreek en aan de Maratakka.
Dit waren (semi-)sedentaire landbouwers, en het archeologisch materiaal (aardewerk en landbouw) komt overeen met wat in Europa de nieuwe steentijd of Neolithicum wordt genoemd.
Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat er aan de Corantijn, bij de Wonotobovallen, tussen de jaren 70 en 650 er Saladoïde en Barrancoïde aanwezigheid was, die wordt algemeen geassocieerd met Arawakkan-sprekende volken en een intensivering van de landbouw.
De huidige Lokono of Arowakken zijn een Arawakkan-sprekend volk. In deze periode vindt er een toename plaats van het aantal archeologische vindplaatsen in Suriname.
Rond 500 trokken afstammelingen van deze Arowakken van deze Mabaruma-cultuurfase vanuit het Westen het laagland van de Guyana's binnen en verdreven waarschijnlijk de Surinen, een volk dat leefde van visvangst en schelpdieren.
Van deze Surinen is waarschijnlijk de naam Suriname afkomstig.
De Arowakken vestigden zich vooral langs de kust, maar trokken ook via de rivieren het binnenland in.
Ze vormden waarschijnlijk een goed ontwikkelde beschaving die vanwege de veel voorkomende overstromingen in de moerassen van het kustgebied kleiterpen opwierpen om hun vruchtbare landbouwgrond en woongebied te beschermen.
Ze waren vooral landbouwers, vissers en verzamelaars.
Ze cultiveerden cassave, ananas, kalebas, papaja, tabak, katoen en pijlriet en richtten een bloeiende samenleving op.
Rond 750 is er een aanwezigheid van Koriabo, een archeologische cultuur die genoemd is naar de Koriabokreek in Guyana, waar dit type aardewerk voor het eerst is aangetroffen en beschreven.
Tussen 750 en 1500 verspreidde dit type aardewerk zich over Guyana, van wat nu Braziliaans-Amapá is, Frans-Guyana, Suriname, Guyana, en Venezuelaans-Guayana.
Koriabo wordt algemeen geassocieerd met Cariban-sprekende volken die de voorouders zijn van de huidige inheemse volken, zoals de Kalinya, Carib, Trio en Wayana.
Door de komst van de Europeanen in Suriname werden de inheemse sociaal-politieke structuren ernstig verstoord, en hoewel de talen en culturen van de verschillende Cariban- en Arawakkan-sprekende volken met uitsterven bedreigd zijn, worden zij nog altijd levend gehouden door de huidige inheemse bevolking.
In de koloniale periode werden vele plantages opgericht waar slaven aan het werk werden gezet om specerijen te verbouwen, die vervolgens in Europa werden verkocht.
Behalve restanten van plantages zijn er vele houten monumenten in het centrum van Paramaribo bewaard gebleven.
Tezamen zijn deze sinds juli 2002 als de historische binnenstad van Paramaribo ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Zie voor een uitgebreider overzicht onderstaande lijsten:
Lijst van plantages in Suriname
Lijst van monumenten in Paramaribo
Sinds 1 juli 2018 zijn de digitale slavenregisters van de voormalige tot slaaf gemaakte Surinaamse voorouders in te zien.
Het register kan geraadpleegd worden via het Nationaal Archief in Nederland en dat in Suriname.
De registers bevatten ongeveer 80.000 namen van tot slaaf gemaakte Surinaamse voorouders die tussen 1830 en de afschaffing van de slavernij (in 1863) geleefd hebben.
Zij staan met naam, geboortedatum, sterfdatum en namen van vaders en moeders in die slavenregisters genoteerd.
Een voorbeeld uit het slavenregister is :
Periode: 1832 1863
Voornamen Frans Johannes
Geslachtsnaam Cederboom
Slavennaam Frans
Geslacht man
Datum manumissie 24-02-1837
Datum borgtocht 26-01-1837
Bedrag borgtocht 400
Verwijzing /
Borgen Johanna C. Classen en Ma. Joha. Ch. Halfhide
Eigenaar Andries Eduard Halfhide
Overige informatie GR 24-02-37, no. 199
Tevens zijn de databases "Manumissies in Suriname 1832-1863" en "Surinaamse Emancipatie 1863" via de site van het Nationaal Archief Den Haag beschikbaar.
Deze twee databases, de eerste van drs. Okke ten Hove en de tweede door Ten Hove in samenwerking met Heinrich Helstone, zijn onontbeerlijk om gegevens in de slavenregisters terug te kunnen vinden.
Onafhankelijkheid kwam in Suriname eerst ter sprake toen eind jaren 50 van de twintigste eeuw intellectuelen van zich lieten horen.
De Partij Nationalistische Republiek sprak zich uit voor een zo spoedig mogelijke onafhankelijkheid.
Volgens deze partij moest Nederland actief meewerken om het kolonialisme te beëindigen.
In 1969 kwam een coalitie van VHP en de PNP aan de macht.
Deze regering vond onafhankelijkheid geen goed idee, maar wilde wel voorbereidingen treffen. Maar de ontwikkelingen gingen anders.
In 1973 kwam de coalitie van VHP en PNP ten val.
De NPS kwam in 1973 aan de macht. Premier Henck Arron wilde niet later dan "ultimo 1975" Suriname onafhankelijk verklaren.
De VHP en VHP-voorman Jagernath Lachmon waren toen in Nederland.
Zij vonden Arrons verklaring alleen geschikt voor "binnenlandse consumptie".
Toen in 1974 in Nederland het kabinet Den Uyl aantrad, kwam de Surinaamse onafhankelijkheid in een stroomversnelling.
De regering-Den Uyl vond het hebben van koloniën niet langer kunnen en stuurde aan op een versnelde onafhankelijkheid van Suriname.
Op 25 november 1975 was het zover.
Op die dag streek men de Nederlandse vlag voor het laatst en werd Suriname een onafhankelijke republiek.
Later die dag werd Johan Ferrier, de laatste gouverneur, beëdigd tot president.
Runaldo Ronald Venetiaan (Paramaribo, 18 juni 1937) is een Surinaams politicus. Hij was als staatshoofd het langst zittend van Suriname.
Na het behalen van zijn Mulo diploma bezocht Venetiaan van 1953 tot 1955 de Algemene Middelbare School waar hij zijn vwo-diploma behaalde.
Daarna vertrok hij naar Nederland waar hij wiskunde en natuurkunde studeerde aan de Rijksuniversiteit Leiden.
Tijdens zijn studententijd in Leiden, was Ronald Venetiaan actief lid van de studentenvereniging L.V.V.S. Augustinus.
In 1964 behaalde hij zijn doctoraalexamen.
Vervolgens keerde hij terug naar Suriname, waar hij werkzaam was als leraar wis- en natuurkunde.
Vanaf 1969 was hij directeur van de Algemene Middelbare School.
In 1973 werd hij voor de Nationale Partij Suriname minister van Onderwijs en Volksontwikkeling in de regering van Henck Arron.
In 1980 kwam door de Sergeantencoup onder leiding van Desi Bouterse een eind aan het kabinet-Arron.
Venetiaan werd docent aan de technische faculteit van de Anton de Kom Universiteit.
President.
Nadat de democratie met de verkiezingen van 1987 was hersteld, werd Venetiaan opnieuw minister van Onderwijs en Volksontwikkeling.
Op 24 december 1990 kwam ook het kabinet Shankar/Arron ten val door een staatsgreep ("telefooncoup").
In 1991 werd Venetiaan presidentskandidaat voor het Nieuw Front voor Democratie en Ontwikkeling.
Hij werd op 7 september gekozen.
Als president wist hij de invloed van de militairen verder terug te dringen.
Zo slaagde hij erin Bouterse als bevelhebber te vervangen door een loyale officier.
De relaties met Nederland normaliseerden, maar tot een echte hervatting van de ontwikkelingsrelatie kwam het niet.
En de Surinaamse economie bleef in de versukkeling.
Tijdens de verkiezingen van 1996 won het Front opnieuw.
Als gevolg van een breuk in de Vooruitstrevende Hervormingspartij haalde het Front echter niet de tweederdemeerderheid in het parlement die voor de verkiezing van Venetiaan als president benodigd was. In de Verenigde Volksvergadering, een kiescollege van landelijke en regionale vertegenwoordigers, behaalde de NDP-kandidaat en oud-premier Jules Wijdenbosch de zege.
Venetiaan bleef lid van De Nationale Assemblée.
De regering-Wijdenbosch veroorzaakte hyperinflatie en kwam na hevige protesten ten val ("Bosje go home").
Op 12 augustus 2000 werd Ronald Venetiaan opnieuw gekozen tot president.
Ook ditmaal was hij de Nieuw Front-kandidaat.
Op 3 augustus 2005 werd president Venetiaan herkozen, nadat NDP-kandidaat Rabin Parmessar in opspraak was geraakt omdat hij niet bleek te voldoen aan de grondwettelijke vereisten voor het presidentschap.
Bij de stemmingen in De Nationale Assemblee behaalde geen enkele kandidaat een tweederdemeerderheid, zodat de Verenigde Volksvergadering bij gewone meerderheid een keuze moest maken.
Van de 879 stemgerechtigde parlementariërs, ressort- en districtsraadsleden in de Anthony Nesty Sporthal brachten 560 leden hun stem uit op Venetiaan.
Rabin Parmessar, de presidentskandidaat van NDP en VVV, kreeg 315 stemmen.
Vier afgevaardigden stemden blanco.
Hij werd na 10 jaar opgevolgd door Bouterse in 2010.
Bij de parlementsverkiezingen van 2010 was hij lijsttrekker, maar deze verkiezingen werden gewonnen door de Nationale Democratische Partij van Desi Bouterse, die president werd. Venetiaan ging voor de NPS in de Nationale Assemblée zitten.
In oktober 2013 gaf hij te kennen zijn zetel op te geven.
Venetiaan vervulde verschillende functies bij de Nationale Partij Suriname.
Tussen 1987 en 1993 was hij voorzitter van de Adviesraad van de NPS.
Vervolgens werd hij voorzitter van het Johan Adolf Pengel Instituut (JAPIN).
In 1993 werd hij partijvoorzitter.
Op 17 juni 2012 werd hij opgevolgd door Gregory Rusland.
Onderscheidingen
Venetiaan ontving in 1978 de Nederlandse onderscheiding Ridder Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau.
Hij werd in eigen land onder meer commandeur in de Ere-Orde van de Gele Ster in 1978 en grootmeester in diezelfde orde in 1991.
Het land van Paramaribo en het uitgestrekte tropisch regenwoud, waar het grootste deel van het land nog onontdekt is door het massatoerisme.
Maak een wandeling in het Brownsberg Natuurpark met zijn veelkleurige papegaaien, watervallen en stromende rivieren.
Bekijk in Paramaribo het Fort Zeelandia, dat getuigt van het koloniale verleden maar dat ook in de recentere geschiedenis een grimmige rol speelde.
Of zak met een korjaal de Surinamerivier af voor een bezoek aan de dorpjes of de oude plantages, waarvan sommige prachtig zijn gerestaureerd.
Na een koloniale geschiedenis vol wisselvalligheden die in de 16e eeuw begon, werd Suriname in 1814 een Nederlands gebiedsdeel.
Nadat in 1974 ongeveer 50.000 Surinamers van hun Nederlandse staatsburgerschap gebruik hadden gemaakt om naar Nederland te emigreren, werd Suriname in 1975 onafhankelijk.
In de volgende jaren emigreerde nog eens eenderde van de bevolking om te ontsnappen aan de desolate toestand in hun land.
De vervanging van de in 1980 bij een militaire coup aan de macht gekomen Desi Bouterse bracht geen stabiliteit.
Suriname, gelegen in het noordoosten van Zuid-Amerika, is vernoemd naar de Suriname-rivier, die bij Paramaribo in de Atlantische Oceaan uitmondt.
In de kustvlakte leeft circa 80% van de bevolking, en dan nog vooral in Paramaribo.
Veel in deze stad herinnert aan het Nederlandse verleden. Bouwstijl, straatnamen en natuurlijk het feit dat Nederlands de officiële voertaal is.Vanuit de kustvlakte loopt het land op naar het met nog grotendeels ongerepte dichte tropische wouden bedekte Toemoek-Hoemakgebergte.
Het tropisch-vochtige klimaat wordt alleen door de noordoostpassaat getemperd.
In Paramaribo (de enige stad van Suriname) is de Centrale Markt de grootste overdekte markt van het Caribisch gebied.
Er zijn geen grote winkelcentra of exclusieve winkels.
Merkkleding is wel te koop maar tegen stevige prijzen.
Chinese winkels verkopen geïmporteerde jade, zijde, glas, borduurwerk en schilderingen.
Typische souvenirs zijn gouden en zilveren sieraden, inheemse voorwerpen, handwerk zoals vlechtwerk, keramiek en houtsnijwerk (cederhout), bamboeproducten, batik, dienbladen, pijl-en-bogen.
Afdingen op de markt wordt aangeraden.
Waar de prijzen duidelijk staan aangegeven, staan ze ook vast.
Suriname heeft vier seizoenen: De grote regentijd (mei-half augustus). De grote droge tijd (half augustus-november). De kleine regentijd (december-februari). De kleine droge tijd (maart-april).
In de natte tijd kan het echter best enkele weken droog blijven, terwijl het in de droge tijd heftig kan regenen.
Bij de overgang van de seizoenen kunnen sibibusi's optreden: korte, heftige buien met windstoten.
Overdag is het in Suriname rond de 30 graden; in de droge tijd kan de temperatuur oplopen tot ver boven de 35 graden.
De gemiddelde temperatuur is 27 graden.
Elektriciteit is 127 of 230 volt.
Meest gesproken talen: Nederlands (officieel), Engels en Sranantongo.
Ook worden Sarnami (verbasterd Hindoestaans), Javaans en Chinees gesproken en hebben de indianen en boslandcreolen hun eigen talen.
De Surinaamse keuken is zeer uitgebreid, aangezien de bevolking van Suriname afkomstig is uit nagenoeg alle werelddelen ; de Surinaamse keuken is daardoor een combinatie van een groot aantal internationale keukens onder andere Hindoestaanse (India), Afrikaanse, Javaanse (Indonesië), Chinese, Hollandse, Joodse, Portugese en Indiaanse.
Dit heeft ervoor gezorgd dat de Surinaamse keuken veel gerechten kent; de verschillende bevolkingsgroepen zijn vervolgens elkaars gerechten en ingrediënten gaan gebruiken en beïnvloeden (fusie) waaruit weer nieuwe Surinaamse gerechten ontstonden onder andere: moksalesi, roti, surinaamse nasi goreng, bami, pom, snesi foroe, moksimeti, losi foroe.
Uit deze vermenging van de culturen met de Surinaamse, is de unieke Surinaamse keuken ontstaan.
Basisvoedsel zijn onder meer rijst, bonen, aardvruchten zoals tayer en cassave (Creools) en roti (Hindoestaans).
Vaak staat er kip op het menu, in tal van variaties van het Chinese los foroe en het Hindoestaanse massala kip tot pom, een bijzonder populair feestgerecht van Creoolse afkomst.
Ook zoutvlees en bakkeljauw worden veelvuldig gebruikt.
Kousenband, okra en boulanger zijn voorbeelden van groenten in de Surinaamse keuken.
Om gerechten een pittige smaak te geven worden verse pepers als Madame Jeanette gebruikt.
Naast de ovenschotel pom wordt ook roti (vaak geserveerd met een vulling van massala kip, aardappel en groente) vaak gegeten bij feestelijke gelegenheden met veel gasten.
Andere bekende gerechten zijn moksi-aleisi (gekookte rijst met zoutvlees, garnalen of droge/ warme vis en eventueel groente) en de oorspronkelijk Javaanse nasi goreng en bami goreng, die op het westelijk halfrond een eigen ontwikkeling hebben doorgemaakt.
De bekendheid in Nederland van BB met R en rijst met kousenband kan mede worden toegeschreven aan de Surinaamse zangers Max Woiski sr. respectievelijk zijn zoon Max Woiski jr.
Een feestelijk zoet gerecht is de fiadoe, een taart met cake-achtige structuur en vaak gevuld met rozijnen, krenten, amandelen, sukade en rum.
Parbo Bier met de typische djogo liter flessen, is het grootste Surinaamse biermerk. Andere alcoholische dranken zijn bruine rum, waarbij de Mariënburg Rum van de gelijknamige voormalige suikerplantage bekend is.
Kasiri of 'cassavebier', is een licht alcoholische drank door inheemsen wordt gemaakt van cassave.
Non-alcoholische dranken en siropen die veelvuldig worden gedronken zijn orgeade (gemaakt van amandelen) en dawet (op basis van kokos en rijstmeel).
Hoe en wat eet men in suriname In suriname bestaan een heleboel eetculturen,dit komt door de vele geloven die er zijn en ook daar is weer verschil tussen. Zo zal een Hindoe van de rode vlaggen beslist geen rundvlees eten.
Ik zal me nu even beperken tot deze tak.
Zoals ik dus al zei eten zij beslist geen rundvlees maar weer wel varkensvlees,kip en allerlei soorten vis.
Men gebruikt meestal gekookte witte rijst erbij en ze maken hiervan met hun rechterhand een balletje en schuiven dit met hun duim in de mond.
Surinaamse hindoestanen zijn ontzettend gastvrij.
Het is nl zo dat als je bij deze mensen op visite komt ze je altijd iets te eten en te drinken aanbieden, zouden ze dit niet doen dan beledigen ze je.
Weigeren is geen optie, je mag wel vragen voor een kleine portie.
De hindoestaanse huisvrouw maakt haar kerrie zelf, en elke vrouw heeft daar weer haar eigen recept voor. Er wordt ontzettend pittitg gekookt altijd gaan er wel een aantal pepers zoals madam jeanet of adjoema door het gerecht.
Verder serveren ze deze pepers ook rauw bij de maaltijd. Er wordt ook veel gebruik gemaakt van bouillonblokjes ipv zout.
Bij geen ene maaltijd zullen de sambals niet op tafel staan bij elk gerecht horen er verschillende bijgerechten bij zoals sambal boontjes, sambal garnalen of sambal kool. Er staat bij de meeste mensen altijd een pan met witte rijst klaar, zij eten dat net als wij een boterham dit als ontbijt.
Ook de roti-plaat wordt wel als ontbijt gegeten.
Meestal drinken ze bij een maaltijd bier, water of frisdrank, je zult zelden of nooit een fles wijn op tafel zien.
Verder wordt er 1x per week vegetarisch gegeten dit om de goden tevreden te houden.
Suriname heeft vele districten Coronie, Marowijne, Sipaliwini, Nickerie, Brokopondo, Wanica, Para en P.aramaribo
Commewijne is een district van Suriname.
Het district is gelegen op de rechteroever van de Surinamerivier, direct ten oosten van Paramaribo.
Commewijne wordt in het noorden begrensd door de Atlantische Oceaan, in het westen door de districten Paramaribo en Wanica, in het zuiden door het district Para en in het oosten door het district Marowijne.
De hoofdplaats is Nieuw-Amsterdam.
Het district heeft een landoppervlakte van 2353 km² en had in 2012, bij de laatste volkstelling, 31.420 inwoners.
Nickerie (uitspraak Nickéérie) is een van de districten van Suriname.
Het ligt in het noordwesten van het land, aan de monding van de rivier de Corantijn, de grensrivier tussen Suriname en Guyana. De hoofdplaats is Nieuw-Nickerie, gelegen aan de rivier de Nickerie.
In het oosten grenst Nickerie aan het district Coronie, dat in de 19e eeuw werd gevormd uit het oostelijke deel van Nickerie, in het zuiden grenst het district aan Sipaliwini. Naast de hoofdstad bevindt zich in het district ook de bekende plaats Wageningen.
Met de kolonisatie werd pas rond 1800 begonnen.
Voordien was zij door meerdere redenen ongunstig. Suriname was destijds in Britse hand; het merendeel van de planters die zich er vestigden waren dan ook Schotten en Engelsen.
Ook nadat Suriname weer een Nederlandse kolonie werd, bleef het district nog lange tijd meer op de naburige Britse koloniën gericht dan op Paramaribo.
De Nickeriaanse plantages waren erg welvarend tijdens de 19de eeuw, ook na de afschaffing van de slavernij.
Aan het einde van de eeuw gingen zij echter door een samenloop van omstandigheden ten gronde. In hun plaats kwamen kleinlandbouwers, die zich in de loop van de tijd vooral op rijst toelegden.
Nog vandaag is deze een belangrijk onderdeel van de economie.
Het district beslaat 5.353 km² en had in 2012, bij de laatste volkstelling, 34.233 inwoners, voornamelijk Hindoestanen en Javanen.
Alle bevolkingsgroepen zijn er echter vertegenwoordigd.
Coronie is een van de districten van Suriname.
Het bevindt zich in het noordwesten van het land.
De hoofdplaats is Totness.
Met de kolonisatie van het district werd rond 1800 begonnen.
Veel van de oorspronkelijke planters waren Schotten - Suriname was toen onder Brits bewind - wat zich weerspiegelt in de vele Engelstalige plaatsnamen in het district.
Tijdens het begin van de 19de eeuw maakte het deel uit van het district Nickerie en heette "Neder-Nickerie".
In 1851 werd het daarvan afgesplitst en vernoemd naar de militaire post Corona.
De kokosindustrie was vroeger erg belangrijk in Coronie, maar ging in de loop van de 20ste eeuw achteruit omwille van ziekte en veroudering.
Tegenwoordig zijn rijst en de visvangst de belangrijkste inkomensbronnen voor Coronie. Desondanks staat Coronie nog altijd bekend omwille van zijn kokospalmen.
Coronie heeft met 3391 inwoners de kleinste bevolking van alle Surinaamse districten.
Het overgrote merendeel van de bevolking bestaat uit Creolen en Javanen.
Brokopondo is een district van Suriname. De hoofdplaats is Brokopondo.
Het district heeft een bevolking van 15.909 inwoners (2012) en een oppervlakte van 7364 km².
In de 21e eeuw is goud ontdekt in het district, wat veel mensen van elders in Suriname maar ook uit andere delen van de wereld (met name Canada en Brazilië) heeft aangetrokken.
Het district Brokopondo grenst aan districten Para en Sipaliwini.
Het wordt voor een groot gedeelte door regenwoud bedekt.
Marowijne is een district van Suriname, gelegen in het uiterste noordoosten van het land.
In het noorden wordt het begrensd door de Atlantische Oceaan en in het oosten wordt het begrensd door de gelijknamige rivier de Marowijne, die de grens vormt met Frans-Guyana.
In het westen grenst het district aan het district Commewijne en Para, en in het zuiden aan het district Sipaliwini.
De hoofdplaats van Marowijne is Albina, het heeft 16.641 inwoners (2004) en een landoppervlakte van 4627 km².
Het dorp Moiwana in het district Marowijne is een belangrijke plek van een belangrijke gebeurtenis in de Binnenlandse Oorlog, op 29 november 1986 vond er een bloedbad plaats. Troepen van Bouterse zochten naar rebellenleider Ronnie Brunswijk in Moiwana en toen hij niet gevonden werd vermoordden zij ten minste 39 onschuldige burgers (met name vrouwen en kinderen).
Ook werden huizen, waaronder dat van Brunswijk, in brand gestoken.
Voor de erkenning van de misdaad werd jarenlang gevochten door het mensenrechtenbureau Moiwana'86.
Saramacca is een district van Suriname.
Het district is gelegen halverwege de Atlantische kust in het noorden van Suriname. Verder grenst het aan de districten Coronie in het westen, Para in het zuiden en zuidoosten, en aan Wanica in het noordoosten.
De hoofdplaats is Groningen en andere belangrijke plaatsen zijn Batavia en Boskamp. Saramacca heeft 16.135 inwoners (2004) en een oppervlakte van 3636 km².
Wanica is een district van Suriname, dat tot de herindeling van de districten in 1983 'District Suriname' heette.
Wanica ligt direct ten zuidwesten van Paramaribo en grenst verder aan de districten Saramacca in het westen, Para in het zuiden en Commewijne in het oosten.
In het uiterste noorden grenst het enkele kilometers aan de Atlantische Oceaan.
De hoofdplaats van Wanica is Lelydorp, het heeft 118.222 inwoners (per 2014) en een oppervlakte van niet meer dan 442 km².
Para is een district van Suriname, met 24700 inwoners (2012) en een oppervlakte van 5393 km². De naam is ontleend aan de rivier Para.
De hoofdplaats van Para is Onverwacht.
In de zeventiende eeuw vestigden de eerste, veelal joodse, plantagehouders zich in het gebied.
Hun voormalige nederzetting, die in 1832 definitief werd verlaten na een grote brand, staat bekend als Jodensavanne en staat op de tentatieve lijst om te worden voorgedragen als UNESCO Werelderfgoed.
De Surinaamse politicus Freddy Derby werd in Para geboren, op de voormalige plantage Berlijn.
Sipaliwini is het grootste district van Suriname. Het heeft als hoofdplaats het buiten het district gelegen Paramaribo.
Het district heeft 37.065 inwoners (2012) en een oppervlakte van 130.567 km².
Apoera, ook Apura, is een grensplaats in het district Sipaliwini in Suriname.
Dit dorp ligt aan de Surinaamse (oostelijke) oever van de rivier Corantijn en heeft ongeveer 3000 inwoners, voornamelijk Indianen van de stam Arowakken.
Apoera is behalve over de rivier ook over de weg bereikbaar via de verbinding Zanderij-Bitagron-Kamp 52 (de zuidelijke Oost-Westverbinding).
Het ligt ongeveer 24 kilometer van het Guyanese dorp Orealla.
Mi lobi mi kondre Sranang ik hou van mijn land Suriname!!
De verkiezingen zullen uitwijzen welke president over SU zal gaan regeren in 2020!
Comments