top of page

Pieter Herman Omtzigt

Hij is sinds 2003, met korte onderbrekingen in 2010 en 2021, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Tot 21 juni 2021 vertegenwoordigde hij het Christen-Democratisch Appèl (CDA), sindsdien is hij partijloos.

Omtzigt hield zich in het parlement bezig met onder andere pensioenen, belastingen, het nieuwe zorgstelsel, vernieuwing van de sociale zekerheid, buitenlandse zaken, Europa en Eurobeleid.

Hij was ook actief in het willen oplossen van wat de toeslagenaffaire ging heten. Sinds 15 september 2021 is hij in de Tweede Kamer een onafhankelijk lid en voert een eigen eenmansfractie.



Omtzigt werd in 1974 geboren als een van een tweeling.

Op zijn vierde verhuisde hij met zijn ouders en twee broers naar Borne waar hij opgroeide.

Hij doorliep het gymnasium aan het R.K. Lyceum De Grundel in Hengelo.

Van 1992 tot 1996 studeerde hij economie en statistiek aan de Universiteit van Exeter in Engeland en voor een uitwisselingsjaar aan de Libera Università Internazionale degli Studi Sociali Guido Carli (LUISS) in Rome, Italië. Van 1991 tot 1993 was Omtzigt lid van het hoofdbestuur van CNV Jongeren.

Na zijn studie deed Omtzigt promotieonderzoek aan het European University Institute in Florence.

Hij promoveerde in december 2003 in de econometrie met een proefschrift getiteld Essays in Cointegration Analysis.

Omtzigt was van 2000 tot 2002 onderzoeker aan de Università degli Studi dell'Insubria in Varese, Italië.

Vanaf 2002 was hij post-doctoraal onderzoeker aan de vakgroep kwantitatieve economie van de Universiteit van Amsterdam.


Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 stond Omtzigt op de 51e plaats van de kandidatenlijst van het CDA. Hij werd niet direct gekozen, maar kwam op 3 juni 2003 alsnog in het parlement nadat een aantal Kamerleden toetrad tot het kabinet-Balkenende II.

In het parlement ontwikkelde hij zich met name tot een expert op het gebied van pensioenen.

Zo pleitte hij in een opinie-artikel in NRC Handelsblad in 2004 voor een samenhangend gezins- en familiebeleid om een krimpende bevolking, vergrijzing en een daarmee gepaard gaande druk op pensioenstelsels tegen te gaan.

Hij sprak zich uit tegen financiële prikkels voor het krijgen van nakomelingen.

Nadat hij in de zomer van 2004 vragen stelde bij een riante pensioenregeling van president van De Nederlandsche Bank en prominent CDA'er Nout Wellink, wekte hij de toorn van zowel Wellink als de partijtop. In een open brief noemde Wellink de kritiek 'tendentieus en kwetsend'.

Vanaf november 2004 is Omtzigt lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en de West-Europese Unie.

Hij is vicevoorzitter van de Monitoring Committee die zich inzet voor mensenrechten van christenen in het Midden-Oosten, met name de Syrisch-orthodoxe Kerk in Turkije, Irak en Syrië, en stelt landen onder curatele die mensenrechten schenden.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 stond Omtzigt op een 37e plaats.

Doordat zijn partij 41 zetels haalde, werd hij direct gekozen.

Als rapporteur van de Raad van Europa speelde Omtzigt een grote rol bij het tot stand brengen van een verdrag dat de aangesloten landen verplicht om onder voorwaarden elkaar gegevens te verstrekken over banktegoeden van burgers.

Dit om zwart geld uit misdaad en belastingfraude beter te kunnen opsporen en vorderen.

Belastingparadijzen als Zwitserland en Luxemburg maken deel uit van het verdrag van Den Haag.



Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 stond Omtzigt op de 29e plaats van de kandidatenlijst van het CDA.

Door een groot verlies van zijn partij werd hij niet direct herkozen.

Nadat een aantal CDA-Kamerleden toetraden tot kabinet-Rutte I keerde hij in oktober 2010 toch terug in de Kamer.

Omtzigt kreeg na ingediende moties in 2010 en 2011 uiteindelijk een pilot van het Ministerie van Sociale Zaken waarin vijf pensioenfondsen - undercover - aangaven voor één miljard aan premies te hebben vervreemd.

Het rapport geeft aan dat de boekhouding van het pensioenfonds niet op orde was.

Op 24 november 2011 werd bekend dat het CDA en de ChristenUnie werkten aan een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt pedofielenverenigingen te verbieden hun activiteiten voort te zetten.

Op 27 juni 2012 heeft de rechtbank in Assen een dergelijke vereniging verboden.

Omtzigt interpelleerde in juni 2011 minister van Volksgezondheid Edith Schippers over het Elektronisch patiëntendossier (EPD).

Een maand later vroeg Omtzigt aan Schippers of er mogelijkheden zijn om ex-neuroloog Ernst Jansen Steur tuchtrechtelijk te vervolgen en hij daarmee op een zwarte lijst geplaatst kan worden, die ervoor moet zorgen dat hij niet meer elders aan het werk kan.

In 2012 bracht hij een initiatiefnota uit over de situatie van het Syrisch-orthodoxe Mor Gabriel-klooster en Aramees sprekende christenen in Turkije.

Omtzigt wilde dat minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal bezwaar zou maken tegen de dreigende grondonteigening van het klooster door de Turkse staat.

In 2012 werd Omtzigt door de Tweede Kamer aangewezen als Nederlandse rapporteur voor voorstellen van de Europese Commissie op het gebied van de pensioenen.

In deze rol diende hij de Nederlandse pensioenen en de bemoeienis van de Europese Commissie in de gaten te houden.

In de Kamer heeft Omtzigt tweemaal een aangenomen motie ingediend om de invloed van Brussel op de Nederlandse pensioenen terug te dringen.

Als gevolg hiervan ging een pensioenplan van de Europese Commissie niet door: de Nederlandse regering moest namelijk een veto uitspreken.

In juni 2012 liet Omtzigt weten zo snel mogelijk opheldering van de Europese Unie te willen over de plannen van EU-voorzitter Herman Van Rompuy om lidstaten hervormingen in het pensioenstelsel op te leggen. Omtzigt vond ingrijpen door de EU alleen acceptabel als een pensioenstelsel van een land financieel onhoudbaar blijkt te zijn.

Op 6 september sprak Omtzigt in Brussel met Eurocommissaris Michel Barnier over de toekomst van het pensioen in de Europese Unie.

Nederland kon bij negen lidstaten een gele kaart trekken die Omtzigt probeerde in te dienen samen met Europese medestanders tegen de Europese pensioenpot.

Voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 werd Omtzigt door de CDA-kiescommissie aanvankelijk niet op de kandidatenlijst gezet.

Dit omdat hij zich intern verzet had tegen de gedoogsamenwerking met de PVV in kabinet-Rutte I.

Na een actie, opgezet door Twentse afdelingen van zijn partij en gesteund door verscheidene partijprominenten, kende het CDA-verkiezingscongres Omtzigt de 39e plaats toe.

Dat zou in principe een te lage plaats zijn om herkozen te worden, waarop een intensieve persoonlijke verkiezingscampagne werd gestart die gesteund werd door de pensioensector.

Hij kreeg 36.750 voorkeurstemmen (15.708 waren er nodig geweest).

In de veertien Twentse steden behaalde hij alleen al 27.348 stemmen.

Hij was het enige CDA-lid dat via voorkeurstemmen gekozen werd.

Op 6 november 2013 werd Omtzigt door de Raad van Europa benoemd tot rapporteur afluisteren en klokkenluiders.

Sinds 2015 probeert Omtzigt te achterhalen welke Nederlanders (of hun nabestaanden) van de Duitse overheid nog steeds een pensioen genieten omdat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog in Duitse krijgsdienst hebben gezeten en over die toelage geen belasting betaalden.

Op 13 september 2019 stelde de Nederlandse regering de kwestie opnieuw bij het kabinet-Merkel IV aan de orde.

Zowel Otto Fricke van de FDP als Omtzigt eiste een reactie van de Duitse regering.

Ook in 2015 stelde hij Kamervragen over de heling van het beklemd vermogen door Aegon, opgebouwd voor de pensioenen van de Rotterdamse havenwerkers.

De uitgever besloot een alinea uit het boek Pensioenmiljoenen van het Kamerlid te schrappen.

In maart 2017 maakte Omtzigt kenbaar dat de Europese Unie (EU) het associatieverdrag met Turkije moest opzeggen, waarin onder meer behoud van een Turks paspoort en geen verplichting tot inburgering geregeld staan. "Nederland moet de wet veranderen, zodat onvrije regimes hier niet onbeperkt politieke activiteiten kunnen ontplooien", aldus Omtzigt.

Vanaf 2021 moeten Turken verplicht inburgeren.

In november 2017 raakte Omtzigt in opspraak omdat hij volgens NRC Handelsblad in mei dat jaar een Oekraïner een valse getuigenis had laten afleggen over het neerstorten van Malaysia Airlines-vlucht 17.

Hij erkende via Twitter dat hij onzorgvuldig gehandeld had en legde enkele dagen later het woordvoerderschap over het MH17-dossier neer.

In 2017 werd Omtzigt door de Raad van Europa benoemd tot bijzonder rapporteur in een onderzoek naar de moordzaak van Daphne Caruana Galizia.

Zijn taak was na te gaan of het moordonderzoek in Malta eerlijk verliep.

Vanaf 2019 kwam Omtzigt samen met Tweede Kamerlid Renske Leijten (SP) op voor gedupeerde ouders in de kinderopvangtoeslagaffaire waarbij ruim 25.000 gezinnen bij de aanvraag van kinderopvangtoeslag onrecht werd aangedaan.

Uiteindelijk werden ambtenaren en (oud-)bewindslieden gehoord door de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag wat uiteindelijk leidde tot de val van het kabinet-Rutte III in januari 2021.



Toen het CDA in juni 2020 een lijsttrekkersverkiezing aankondigde, met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021, stelde Omtzigt zich op 25 juni als vierde persoon kandidaat.

Nadat Kamerlid Martijn van Helvert zich op 30 juni terugtrok ging de strijd uiteindelijk tussen minister en vicepremier Hugo de Jonge, staatssecretaris Mona Keijzer en Omtzigt.

Op 11 juli 2020 werd in evenementenhal De Remise de uitslag bekendgemaakt en bleek er een tweede ronde nodig: De Jonge kreeg 48,7% van de stemmen tegenover 39,7% van Omtzigt.

De Jonge kwam exact 248 stemmen tekort om een tweede ronde te voorkomen.

Keijzer riep haar stemmers op Omtzigt te steunen.

De tweede ronde, waarvan de uitslag op 15 juli 2020 bekend werd gemaakt, verloor Omtzigt met 49,3% tegenover 50,7%.

Een maand na de lijsttrekkersverkiezingen werden fouten ontdekt in de stemmingen.

Zeker zes verwisselingen kwamen aan het licht; men stemde op de ene kandidaat en kreeg een bedankje voor een stem op de andere.

Onder meer Keijzer zette ook vraagtekens over het verloop waardoor het partijbestuur zich genoodzaakt zag een extern onderzoek te laten doen.

Dat leverde geen wijzigingen op.



In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen bracht Omtzigt in maart 2021 samen met filosoof en columnist Welmoed Vlieger het boek Een nieuw sociaal contract uit dat meteen op nummer twee binnenkwam in De Bestseller 60.

Eind februari 2021, midden in de campagne, gaf Omtzigt al aan gas terug te nemen om tot rust te komen.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021 behaalde Omtzigt 342.472 voorkeurstemmen, waarvan er 67.626 afkomstig waren uit Overijssel.

Ophef ontstond toen er op 23 maart 2021 een artikel werd gepubliceerd door opinieblad HP/De Tijd van de hand van Ton F. van Dijk over een fluistercampagne door leden van de CDA-partijtop.

Die zouden Omtzigt bewust als "labiel" afschilderen.

Ook zou hij volgens Van Dijk, die zich zei te baseren op "ingewijden", zoveel mogelijk buiten de verkiezingscampagne zijn gehouden.


Kort daarna lekte aan het begin van de kabinetsformatie een notitie van verkenner Kajsa Ollongren uit die - abusievelijk - door een ANP-persfotograaf deels leesbaar werd gefotografeerd.

Daarop stond onder meer: "positie Omtzigt, functie elders".

Ollongren en medeverkenner Annemarie Jorritsma stapten wegens het bekend worden van de notitie diezelfde dag nog op.

Vanuit diverse Kamerfracties werd opheldering over deze passage gevraagd.

Omtzigt noemde "functie elders" een affront tegen de Nederlandse kiezer.

Mark Rutte, demissionair minister-president en fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer, verklaarde dat hij in zijn gesprekken met de verkenners het niet over Omtzigt had gehad.

Uit de op 1 april openbaar gemaakte gespreksnotities bleek dat Rutte wel degelijk gesproken had over Omtzigt, specifiek dat een positie als minister voor hem acceptabel was.

Rutte gaf aan dat hij dat vergeten was.

De Tweede Kamer verwierp een motie van wantrouwen tegen Rutte, maar nam een motie van afkeuring aan.

Ondanks dat Omtzigt nog steeds met een burn-out thuis zat, nam hij op 31 maart 2021 wel zijn zetel in.

Door de ophef rond hem als Kamerlid in de formatie gaf hij aan dat hij moeilijker herstelde.

Uiteindelijk koos hij er daarom op 25 mei 2021 toch voor om zich tijdelijk te laten vervangen.

Op 10 juni 2021 lekte een 78 pagina's tellend memo uit van Omtzigt, gericht aan de commissie-Spies van het CDA die de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 analyseerde.

Omtzigt haalde daarin hard uit naar het CDA, naar fractiemedewerkers en CDA-Tweede Kamerleden die niet met naam werden genoemd en schreef dat hem het lijsttrekkerschap was beloofd als Hugo de Jonge zich als lijsttrekker zou terugtrekken.

Het lijsttrekkerschap werd na De Jonges vertrek echter aangeboden aan Wopke Hoekstra.

Volgens Omtzigt ging dat volledig buiten hem om. Fractiemedewerkers en Tweede Kamerleden zouden volgens Omtzigt over hem hebben gezegd dat hij een "psychopaat, zieke man, teringhond, eikel, gestoord" en "labiel" is. Sommige van die beweringen waren door Omtzigt in een WhatsApp-screenshot aan de memo toegevoegd.

Twee dagen later zegde Omtzigt zijn lidmaatschap van het CDA op en kondigde aan de intentie te hebben om na zijn ziekteverlof verder te gaan als onafhankelijk Tweede Kamerlid.

Hij ontkende de memo zelf gelekt te hebben.


Op 15 september 2021 kwam Omtzigt terug in de Tweede Kamer als lid van een eenmansfractie onder de naam lid Omtzigt.

In een interview met de krant Tubantia een week eerder had Omtzigt aangegeven een terugkeer naar CDA uit te sluiten.


De toeslagenaffaire (ook wel kinderopvangtoeslagaffaire of toeslagenschandaal) is een Nederlandse politieke affaire als gevolg van onterechte fraudeverdenkingen met kinderopvangtoeslagen en de strenge terugvorderingen bij fouten.

Vanaf 2017 kreeg de affaire in toenemende mate aandacht.

Volgens onderzoekscommissies was de werkwijze van de Belastingdienst onrechtmatig, discriminerend en onbehoorlijk, en was er sprake van institutionele vooringenomenheid en schending van de grondbeginselen van de rechtsstaat.

In de periode van 2004 tot 2019 ging het naar schatting om 26.000 ouders en daarmee 70.000 kinderen.

Zij hadden – vaak kleine – fouten gemaakt of waren misleid door gastouderbureaus, en moesten daarom de volledige kinderopvangtoeslag terugbetalen.

Veel gedupeerde ouders raakten hierdoor in de schulden, die in sommige gevallen opliepen tot tienduizenden en zelfs honderdduizenden euro's.

Sommige gedupeerden kregen hierdoor te maken met psychische problemen of raakten hun baan of huis kwijt.

In 2019 trad hiervoor staatssecretaris van Financiën Menno Snel af.

Na een parlementaire ondervragingscommissie trok voormalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher in 2021 zich terug als PvdA-lijsttrekker.

Enkele dagen later diende het voltallige kabinet-Rutte III zijn ontslag in, en stapte voormalig staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes per direct op als minister.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page