maanlanding gelukt of verzonnen
Men spreekt van een maanlanding wanneer een door de mens gemaakt ruimteschip, bemand of onbemand, op de maan neerkomt.
De eerste succesvolle missie naar de maan was de Loena 2-missie van de Sovjet-Unie.
De eerste succesvolle missie naar het maanoppervlak met een bemanning aan boord was de Apollo 11-missie van de Verenigde Staten.
De Sovjet-Unie was onder het Loena-ruimtevaartprogramma verantwoordelijk voor de eerste maanlanding. Deze was robotisch en onbemand.
In totaal zijn er tussen 1966 en 1976 zes zachte Loena-landingen uitgevoerd, waarbij met drie missies bodemmonsters retour gezonden werden naar de aarde.
De Verenigde Staten hadden het onbemande Surveyorprogramma dat tussen 1966 en 1968 vijf zachte landingen realiseerde.
In 2013 voerde China met de onbemande Chang'e 3-lander een zachte landing uit en in 2019 met Chang'e 4 voor het eerst op de achterzijde van de maan.
In december 2020 landde de onbemande Chang'e 5 en plaatste China (als tweede land, na de VS) een vlag op de Maan. Chang’e 5 bracht ook bodemmonsters terug naar de aarde.
NASA, het ruimteprogramma van de Verenigde Staten onder leiding van de Duitse raketwetenschapper Wernher von Braun, was verantwoordelijk voor de maanlanding van de Apollo 11 op 20 juli 1969 om 03:56 Nederlandse tijd.
Twee astronauten landden met de maanlander en stegen weer op met het bovenste deel ervan. De eerste man die voet zette op de maan was Neil Armstrong.
De foto's van zijn collega-astronaut Buzz Aldrin zijn wereldberoemd geworden.
Na Apollo 11 zijn nog vijf maal mensen op de maan geland (ook weer steeds twee per keer), alle in het kader van het Apolloprogramma, dat was ingesteld door de Amerikaanse president John F. Kennedy.
Hoewel de Sovjet-Unie aanvankelijk een voorhoederol speelde in de ontwikkeling van de ruimtevaart in de jaren 50 en 60 en er een opdracht zou zijn verstrekt aan de nationale ruimtevaartpionier Korolev om de mogelijkheden te onderzoeken en ontwikkelen, zijn de Sovjet-Unie en (later) Rusland er niet in geslaagd om een bemande maanlanding uit te voeren.
Als verklaring hiervoor is door buitenlandse analisten aangevoerd: binnenlandse politieke intriges, slechte infrastructuur en een gebrek aan betrouwbare technologie om een eigen equivalent van de krachtige Saturn V-raket (de N1) te ontwikkelen.
Na diverse mislukte lanceringen van de N1 hebben de Russen in 1972 het bemande maanprogramna beëindigd.
Wel zijn de Russen er in 1970 nog in geslaagd om met de onbemande maansonde Loena 16 een bodemmonster terug te brengen naar de aarde, daarna ook nog met de Loena 20 en Loena 24.
Er zijn sindsdien meerdere Amerikaanse plannen voor een terugkeer naar de Maan geweest die door politieke onwil voor de terbeschikkingstelling van financiële middelen vaak door een volgende president weer werd geannuleerd.
Sinds 2019 is NASA in samenwerking met andere landen weer bemande maanlandingen aan het voorbereiden onder het Artemisprogramma.
Een eerste bemande Artemislanding werd oorspronkelijk in 2024 voorzien maar is inmiddels enkele jaren vertraagd.
De maanlander hiervoor zal een Starship HLS van SpaceX zijn.
De regering Biden heeft aangegeven het door president Trump opgestarte artemisprogramma voort te zetten. Er werd een tweede bemande lander voor latere geselecteerd.
Hiervoor werd Blue Origin gecontracteerd om een bemande versie van hun Blue Moon-concept te realiseren.
De Apollo-maanlandingscomplottheorie is een complottheorie die stelt dat de Verenigde Staten niet echt astronauten naar de maan hebben gestuurd.
Vrijwel alle wetenschappers, technici en ruimtevaartkenners schuiven de theorie als ongegrond terzijde.
Er is namelijk een overvloed aan fysiek bewijs voor de landingen.
De complottheorieën rond de Apollo-maanlanding stellen dat de Verenigde Staten niet echt astronauten naar de maan hebben gestuurd.
Volgens deze complottheorieën hebben de maanlandingen binnen het Apollo-ruimtevaartprogramma in de jaren 1969 tot 1972 niet daadwerkelijk plaatsgevonden, maar zijn ze door de NASA en de Amerikaanse regering in scène gezet.
De aanhangers van deze theorieën voeren een aantal argumenten aan.
Zo zouden er schaduwen zijn waargenomen op de foto's die op de maan zijn genomen, die te herleiden zouden zijn tot meerdere lichtbronnen in plaats van een.
Andere bekende argumenten zijn het ontbreken van sterren op de foto's, en de wapperende Amerikaanse vlag.
Een mogelijk motief van de Amerikanen om de landing in scène te zetten in plaats van daadwerkelijk naar de maan te reizen zou zijn dat het niet mogelijk was om mensen naar de maan te sturen vanwege de vele onopgeloste problemen.
Het commerciële Amerikaanse televisiestation Fox News Channel zond op 15 februari 2001 een documentaire uit over deze theorieën.
Wetenschappers, technici en ruimtevaartkenners schuiven deze theorieën als ongegrond terzijde.
Er is een overvloed aan fysiek bewijs voor het tegendeel ervan.
De complottheorie dat de maanlandingen in scène werden gezet wordt verder ontkracht in de mockumentary Opération Lune.
Tussen 11 en 15 juli 2009 maakte de onbemande Amerikaanse maanverkenner Lunar Reconnaissance Orbiter (LRO) foto's van de landingsplaatsen.
Op de verschillende foto's is te zien hoe de achtergebleven onderste module van de maanlanders lange schaduwen werpen over het maanoppervlak.
Op één foto zijn naast de maanlander Antares van Apollo 14 ook nog wetenschappelijke instrumenten zichtbaar en sporen van de maanwandeling (de astronauten hadden ook een wagentje bij zich).
Als verklaring wordt door sommigen verondersteld dat het tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog wel erg aardig van de Sovjets was om de Amerikanen voor te laten gaan in het vervalsen van de maanlandingen in plaats van zelf die primeur op te eisen.
Voor de complottheorieën zijn talloze argumenten aangevoerd, hieronder een lijst van de meest voorkomende met bij elk een tegenargument.
Claim: de kruisdraden op bepaalde foto's lijken achter gefotografeerde objecten te liggen, in plaats van ervoor zoals dat het geval zou moeten zijn wanneer de kruisdraden op de lens van de camera waren aangebracht; dit impliceert dat het gemanipuleerde foto's betreft.
Tegenclaim: wanneer een dunne zwarte lijn (zoals die van een kruisdraad) tegen een helder witte achtergrond gefotografeerd wordt, treedt er veelal verzadiging van de filmemulsie op, waardoor de zwarte lijn wegvalt op het negatief.
Claim: de kwaliteit van de foto's is onwaarschijnlijk hoog.
Tegenclaim: NASA selecteerde alleen het beste beeldmateriaal ter publicatie, waarop de pers nogmaals een selectie toepaste op het door de NASA gepresenteerde materiaal.
Van de duizenden foto's die de astronauten namen zijn er vele die onscherp of met een verkeerde belichtingstijd genomen zijn, zoals te zien is in de Apollo Lunar Surface Journal van de NASA.
Claim: er zijn geen sterren zichtbaar op de foto's en de astronauten melden niet een keer dat er sterren zichtbaar zijn vanuit de ramen van hun ruimtecapsules.
Tegenclaim: er zijn ook geen sterren zichtbaar op ruimtefoto's van de Spaceshuttle, Mir, ISS en de aarde.
Dit komt doordat dit soort foto's met korte sluitertijden genomen wordt zodat er geen overbelichting plaatsvindt van direct door de zon verlichte voorwerpen op de voorgrond.
Het veel zwakkere sterrenlicht heeft geen kans om de film te belichten bij zulke korte sluitertijden.
Men kan dit zelf proefondervindelijk vaststellen door een foto van de nachthemel te nemen met een sluitertijd die geschikt is voor een zonnige dag.
De astronauten waren (op die van Apollo 13 na) gemakkelijk in staat sterren te zien, er vond zelfs navigatie op de sterren plaats.
Claim: als de astronauten wel gemakkelijk in staat waren sterren te zien, dan is het opmerkelijk dat ze tijdens al hun ruimtetrips geen enkele maal een foto hebben genomen van deze sterren met een geschikte sluitertijd om ze vast te leggen: de astronauten waren daarvoor voldoende getraind, ze beschikten over camera's van goede kwaliteit en het had unieke foto's op kunnen leveren; het is des te meer opmerkelijk dat de astronauten wel tijd hadden voor andere zaken, zoals een partijtje golf.
Tegenclaim: Voor sterrenfotografie is een lange sluitertijd nodig.
Tijd was een kostbaar begrip op de maan.
Op de maan hadden de astronauten bovendien hun handen vol aan het fotograferen van de geografische kenmerken van de maan zelf.
Foto's van de sterren vanaf de maan hadden niet bijzonder veel toegevoegd aan de foto's van de sterren zoals wij ze reeds kennen, immers, de positie van de maan ten opzichte van de aarde is op astronomische schaal te verwaarlozen.
Foto's van sterren kunnen uiteindelijk beter gemaakt worden door satellieten en ruimtetelescopen.
Het "partijtje golf" bestond slechts uit het wegslaan van een paar ballen door astronaut Alan Shepard vlak voor het verlaten van de maan.
Claim: de kleur en richting van de schaduwen op de foto's is inconsistent.
Tegenclaim: schaduwbeelden op de maan zijn veelal complex doordat er fototechnisch meer dan een lichtbron aanwezig is: de zon, de aarde en de maan zelf.
Licht van deze bronnen wordt door het maanstof gebroken en in alle richtingen verstrooid, ook in de schaduwgebieden; daarnaast is het maanoppervlak niet plat en worden schaduwen korter of langer als ze in kraters of op berghellingen vallen.
Als laatste heeft zowel perspectief als de lenshoek van de camera een invloed, waardoor parallel lopende schaduwen niet parallel lopen op de foto's.
Claim: de verkeerde schaduwen van de astronauten die te zien zijn op de panoramafoto's verraden de aanwezigheid van een kunstmatige lichtbron in de studio in plaats van de echte zon boven de maanhorizon. Deze schaduwen lopen niet parallel aan elkaar maar zijn gericht naar een gemeenschappelijk vluchtpunt: een heldere spotlight.
Tegenclaim: panoramafoto's moeten als cirkelvormige of halfcirkelvormige (of ook wel kwartcirkelvormige) representaties bekeken worden, en niet als plat afgedrukte fotoreeksen, want daardoor lijken de schaduwen van de astronauten zich naar een gemeenschappelijk vluchtpunt te richten.
Aardse panoramafoto's tonen ook steeds "verkeerde" schaduwen als ze worden afgedrukt als platte fotoreeksen.
Claim: identieke achtergronden komen voor op foto's die vele kilometers van elkaar genomen zijn; dit wijst op een studioset waarbij abusievelijk tweemaal dezelfde achtergrondafbeelding werd gebruikt.
Tegenclaim: parallax-effecten die bij nauwkeurige observatie waarneembaar worden, bevestigen de geclaimde locaties van de foto's.
De maan heeft geen atmosfeer, waardoor verafgelegen voorwerpen ongewoon helder en minder veraf schijnen dan werkelijk het geval is; zo zijn de bergen op de achtergrond van veel foto's geen nabijgelegen heuvels, maar echte bergen van een kilometer of meer hoogte, gelegen op tien tot twintig kilometer afstand van de camera.
Bij deze afstanden zijn de veranderingen in de achtergrond slechts subtiel, hetgeen veelal gemist wordt.
Claim: naast de verdachte zaken die op de foto's te zien zouden zijn, is er ook twijfel ontstaan over de Apollo-maanlandingen door het aantal foto's dat genomen is tijdens de EVA's, de tijd dat de astronauten op de maan buiten de maanlandingsmodule waren.
Wanneer het totale aantal officiële foto's genomen tijdens de EVA's van alle Apollo-missies gedeeld wordt door de totale hoeveelheid tijd die deze EVA's in beslag namen, komt men uit op een gemiddelde van 1,19 foto's per minuut dat de astronauten op de maan waren, dus één foto per 50 seconden.
Daarbij moet men dan ook nog bedenken dat in deze berekening geen rekening is gehouden met alle andere activiteiten van de astronauten op de maan, zoals onderzoek, inspectie, wandelingen en het salueren voor de vlag.
Wanneer men dat wel doet zou men voor Apollo 11 uitkomen op ongeveer één foto per 15 seconden.
Dit is des te opmerkelijker omdat veel locaties waarop de foto's genomen zijn ver van elkaar verwijderd liggen en een behoorlijke reistijd in beslag zouden nemen, zeker in een ruimtepak dat de astronauten in hun bewegingsvrijheid belemmerde.
Bovendien hadden de camera's van de astronauten geen zoeker, noch beschikten zij over automatische belichtingstijdinstelling, iets wat het nemen van goede foto's aanzienlijk vertraagt.
Ook is de zwaartekracht van de maan maar 1/6 van die van de aarde waardoor ze zich nooit zo snel konden voortbewegen als op aarde.
Tegenclaim: de astronauten hadden op aarde uitvoerig getraind in het gebruik van hun uitrusting en camera's en maakten duizenden proeffoto's.
Tijdens de hele missie bleven de camera-instellingen gelijk, de astronauten stelden geen sluitertijden en diafragma's in maar hoefden slechts de sluiter te openen ("af te drukken") en de film te transporteren; op deze wijze konden ze een snelheid van twee foto's per seconde halen.
Veel foto's waren oorspronkelijk deel van stereoscopische paren die zo snel mogelijk na elkaar genomen werden.
Claim: de astronauten konden de reis niet overleven door de straling in de Van Allen-gordels en de kosmische straling.
Tegenclaim: de afstand van de aarde tot de maan is tien maal zo groot als die van de aarde tot de Van Allen-gordels en de ruimtevaartuigen doorkruisten de Van Allen-gordels in slechts dertig minuten tijd.
Daarnaast werd de afgelegde route zo gekozen dat de astronauten aan een zo gering mogelijke stralingsdosis blootgesteld werden en beschermde de metalen romp van het ruimtevaartuig hen tegen straling.
James Van Allen, de ontdekker van de naar hem genoemde stralingsgordels, heeft persoonlijk deze claims ontzenuwd.
De astronauten droegen tijdens hun missies dosimeters die aantoonden dat de totaal opgelopen stralingsdosis ongeveer overeenkwam met die van een röntgenfoto van de borstkas, ongeveer 1 milligray.
Claim: de temperatuur van het maanoppervlak is overdag zo hoog dat filmemulsie zou smelten.
Tegenclaim: door het ontbreken van een atmosfeer is er geen efficiënte thermodynamische koppeling tussen het maanoppervlak en voorwerpen die er niet in direct contact mee zijn; enkel straling kan zorgen voor warmteoverdracht.
Door gebruik te maken van geschikte optische coatings kon de temperatuur in de camera's zo onder controle gehouden worden.
Claim: bij een afstand van ca. 400 000 km zouden radiogolven bijna 3 seconden onderweg moeten zijn van de aarde naar de maan en terug; deze vertraging zou hoorbaar moeten zijn op de geluidsopnames.
Tegenclaim: bij de meeste documentaires worden deze stiltes van drie seconden eruit geknipt, op de originele opnames zijn ze wel degelijk aanwezig.
Claim: de vertraging in de communicatie bedroeg circa een halve seconde in plaats van meer dan twee.
Tegenclaim: de stiltes tussen vraag en antwoord bedragen op de originele opnames nooit minder dan twee seconden.
Ook uit de beelden bleek op sommige momenten een duidelijke vertraging.
Zo werd halverwege Aarde en Maan op televisie een terugblik naar de aarde getoond.
De aarde stond toen aan de rand van het beeld rechts boven.
Op verzoek van Nasa werd de camera beter gericht.
Na twee seconden kwam reactie op het beeld.
Toen de aarde in het midden stond, zei Houston 'STOP'.
Als gevolg van de vertraging schoof het beeld van de aarde links onder het scherm af.
Claim: het Parkes Observatorium ontving het beste signaal terwijl de maan aan de andere kant van de aarde stond.
Tegenclaim: de gedetailleerde opnames ondersteunen deze claim eenvoudigweg niet.
Claim: terwijl het Parkes Observatorium de beste signaalontvangst zou moeten hebben, waren de live-beelden voor Australië afkomstig uit de VS, net als die voor de rest van de wereld.
Tegenclaim: de signalen die vanaf de maan verzonden werden en het eerst op aarde aankwamen in Honeysuckle Creek in het Capital Territory te Australië, waren geen normale televisiesignalen, daarvoor was de beschikbare bandbreedte van de radioverbinding te gering.
Er werd daarom gebruikgemaakt van slowscantelevisie en deze signalen moesten door NASA geconverteerd worden.
Claim: de maanlandingen veroorzaakten geen kraters.
Tegenclaim: de landingen zouden ook geen zichtbare kraters moeten veroorzaken: de dalingssnelheid van de landingsmodules was slechts gering, de landingsmodules hadden reeds veel van hun massa verloren door het verbranden van raketbrandstof en de zwaartekracht van de maan bedraagt maar 1/6 van die op aarde; zodoende produceerde de raketmotor maar een gering vermogen vlak voor de landing en bij gebrek aan een atmosfeer expanderen de uitlaatgassen van de raket veel sneller dan op aarde, waardoor de kegel uitlaatgassen al snel zeer breed wordt.
Desondanks wierpen de maanlandingen stof op, waarover de gezagvoerders van de landingsmodules zich ook beklaagden, het was echter niet genoeg stof om zichtbare kraters te vormen.
Claim: tijdens het opstijgen van de maanmodule produceerden de raketten geen uitlaatvlam.
Tegenclaim: de gebruikte brandstof hydrazine ontsteekt hypergool (bij aanraking, zonder tussenkomst van een vonk) in combinatie met distikstoftetraoxide als oxidant; hypergole mengsels branden altijd nagenoeg onzichtbaar; daarnaast expanderen de uitlaatgassen snel bij gebrek aan een atmosfeer (zie boven).
De oorzaak dat de uitlaatvlam op aarde redelijk goed zichtbaar is ligt in het gebruikte rijke mengsel van brandstof en oxidant dat de levensduur van de raketmotor verlengt; het teveel aan brandstof verbrandt zichtbaar met zuurstof uit de atmosfeer.
Claim: tijdens het dalen van de maanmodule is er nauwelijks geluid en vibratie van de raketten hoorbaar, terwijl de hoofdraket zich voor een groot deel in de module bevindt en de astronauten erbovenop zitten.
Tegenclaim: de motor van de landingsmodule zat in een compartiment onder de stijgmodule. Dat betekent dat er inderdaad nauwelijks geluid klonk.
Dat er weinig motorgeluid is te horen is ook te danken aan het feit dat de communicatie met de astronauten via microfoons in hun pak (en helm) plaatsvond en daardoor afgesloten was van de eventuele omgevingsgeluiden.
Claim: de maanstenen die teruggebracht werden vertonen een identieke chemische samenstelling met maanmeteorieten gevonden op Antarctica.
Tegenclaim: chemische analyse toont veelal een verschillende samenstelling qua zuurstofisotopen en een verrassend gebrek aan vluchtige elementen; er zijn slechts enkele nagenoeg gelijke meteorieten gevonden, die zonder uitzondering afkomstig zijn van kratervormende gebeurtenissen op de maan.
Daarnaast is de totale hoeveelheid van deze maanmeteorieten slechts gering ten opzichte van de 380 kg maansteen die door de Apollo-missies werd teruggebracht en zijn deze maanstenen chemisch identiek aan die, die teruggebracht werden door de Russische (robotische) Luna-maanexpeditie.
Claim: de diepe stofbekkens rond de plekken van de maanlandingen zouden moeten zijn leeggeblazen door de raketmotoren van de landingsmodules.
Tegenclaim: op aarde zou dit inderdaad het geval zijn, maar bij gebrek aan een atmosfeer op de maan kunnen de raketmotoren geen turbulenties veroorzaken, alleen de uitlaatgassen zelf kunnen het regoliet (maanstof) wegblazen; daarbij neemt de dichtheid van het regoliet toe bij toenemende diepte, waardoor alleen de bovenste laag door de uitlaatgassen weggeblazen werd.
Animatie gemaakt van twee foto's, die laat zien dat de vlag niet beweegt, laat staan "wappert".
Claim: de op het maanoppervlak geplaatste Amerikaanse vlag wapperde in de wind, terwijl de maan geen atmosfeer heeft.
Tegenclaim: de vlag is aan een Г-vormige houder opgehangen en bij gebrek aan atmosfeer is er nagenoeg geen wrijving die de slingerbeweging, die de astronauten veroorzaakten tijdens het plaatsen, kon stoppen; de vlag lijkt te golven doordat ze gevouwen was voor ze werd opgehangen.
Claim: het is vreemd dat van enkele belangrijke onderdelen van het Apollo-programma, zoals de Saturnus V-raket, de maanmodule en de maanauto, de bouwtekeningen zijn zoekgeraakt.
Als het Apollo-programma werkelijk zo'n uitzonderlijke techniek omvatte, mag men aannemen dat men op zijn minst uiterst zorgvuldig om is gesprongen met het vastleggen en bewaren van deze techniek.
Tegenclaim: er wordt slechts gespeculeerd dat dit materiaal daadwerkelijk is zoekgeraakt, daar bestaat bewijs noch enige officiële uitspraak over.
Claim: aangezien er op de maan minder zwaartekracht is zou het maanstof heel lang moeten blijven hangen.
Tegenclaim: De maan heeft geen atmosfeer, waardoor maanstof geen luchtweerstand ondervindt en gewoon volgens de regels van de zwaartekracht binnen seconden weer op het maanoppervlak terugvalt.
Daarbij was de tijdsduur tussen het landen en het verlaten van de raket voor de wandeling van dusdanige grootte dat dit stof al lang gedaald was.
Claim: in de documentaire Did We Go? van Aron Ranen beweren zowel de toenmalige flight director van Apollo 11, Gene Kranz, als de NASA-archivaris van het Goddard Space Center, Dr. David Williams, dat de telemetriedata van Apollo 11 zoek zijn.
Het is opmerkelijk dat de data van zo'n historisch en technisch belangrijk project verdwenen zijn.
Tegenclaim: feitelijk beweren beiden niet dat de data zoek zijn, ze zeggen slechts op moment van de opname dat ze niet weten waar de betreffende data zijn. Daar is zowel gelet op het verloop van ruim 30 jaar als gelet op de grootte van de archieven niets opmerkelijks aan.
Het beeld op het scherm is onscherp en het geluid krakerig, maar de man in het logge witte ruimtepak heeft de volle aandacht van de miljoenen kijkers die overal ter wereld de maanlanding volgen.
Met zijn hand op de trap van de landingsmodule zet Neil Armstrong zijn gelaarsde voet op de maan om de historische stap te doen.
Het is 21 juli 1969 om 3.56 uur Nederlandse tijd als Armstrong buiten adem zijn beroemde woorden spreekt: ‘Een kleine stap voor een mens, een enorme sprong voor de mensheid.’
De enorme belangstelling is terecht.
Voor het eerst heeft de mens voet op de maan gezet, en daarmee is er een nieuw tijdperk ingeluid.
Zo kijken de meeste mensen in elk geval naar deze baanbrekende gebeurtenis.
Sommige complotdenkers beweren echter dat de maanlanding nooit heeft plaatsgevonden.
Volgens hen is het pure volksverlakkerij, een samenzwering van de Amerikaanse regering, de ruimtevaartorganisatie NASA, de media en de filmindustrie.
Het doel van het complot was de macht en het aanzien van de VS te vergroten, zo menen ze.
Toen de astronauten drie dagen na de maanwandeling van Armstrong terug op aarde kwamen, dacht nog niemand aan een samenzwering.
Voor de VS, die te kampen had met grote verliezen in de Vietnamoorlog en rassenrellen aan het thuisfront, was de maanlanding een heugelijke gebeurtenis, die de bevolking weer samen zou kunnen brengen.
De drie astronauten van de Apollo 11-missie, Neil Armstrong, Edwin ‘Buzz’ Aldrin en Michael Collins, werden dan ook naar behoren gehuldigd met een tickertapeparade op Broadway in New York, een eer die eerder ook mensen als Charles Lindbergh en Albert Einstein ten deel was gevallen.
ARGUMENT: ‘De achtergrond verandert niet mee’
VERWORPEN: De astronaut heeft de camera iets verplaatst om de bergen te fotograferen zonder dat het landingsvaartuig erop komt.
Je ziet het verschil niet doordat de bergen ver weg liggen, hoewel dat op de foto’s niet zo lijkt.
De maan heeft vrijwel geen atmosfeer, waardoor er geen waas ontstaat zoals op aarde, dat ervoor zorgt dat objecten op grote afstand minder scherp ogen.
VS liep achter in ruimterace
Vier jaar later kwam de landing in een ander licht te staan.
In zijn boek We Never Went to the Moon trok Bill Kaysing de heldendaad van de astronauten in twijfel.
De maanlanding kon nooit hebben plaatsgevonden om de simpele reden dat de Amerikanen niet over de technologie beschikten voor zo’n complex project, aldus Kaysing.
Hij had zeven jaar gewerkt voor het bedrijf Rocketdyne, dat de motoren bouwde voor de Saturn 5-raketten waarmee de astronauten naar de maan vlogen.
Het gebrek aan technische kennis had de VS in een lastig parket gebracht.
In 1962 had president John F. Kennedy in een toespraak beloofd eind jaren 1960 een man op de maan te zetten:
‘We kiezen ervoor dit decennium naar de maan te gaan, niet omdat het eenvoudig is, maar omdat het moeilijk is,’ zei hij.
De vlag wappert omdat de astronauten hem in beweging hebben gezet – en niet doordat het een studio-opname is.
ARGUMENT: ‘De vlag wappert, terwijl het niet waait op de maan’
VERWORPEN: Onderzoekers hebben het argument verworpen.
De vlag wappert namelijk door andere oorzaken dan wind.
Voordat het filmpje werd gemaakt, hebben de astronauten bewegingen in de vlag veroorzaakt door het doek uit te vouwen en de vlaggenstok heen en weer te wrikken om hem dieper in de bodem van de maan te boren.
Op aarde zouden de luchtweerstand en de zwaartekracht de vlag al snel tot stilstand brengen, maar de zwaartekracht op de maan is slechts een zesde van die op aarde, en luchtweerstand is er niet.
Daardoor blijft de vlag veel langer bewegen.
Hetzelfde verschijnsel was te zien tijdens de Apollo 16-missie in 1972.
De astronauten reden in een maanwagen, waardoor er stof van het maanoppervlak opdwarrelde.
In plaats van op de grond te vallen, zoals op aarde zou zijn gebeurd, bleven de stofdeeljes achter de wagen zweven.
Zo’n zwevende stofformatie zou met de zwaartekracht op aarde niet kunnen ontstaan.
Het ruimteprogramma was van grote betekenis in de naoorlogse rivaliteit met de Sovjet-Unie.
Naast het militaire voordeel dat het beheersen van de ruimte bood, was het ook een prestigekwestie.
De VS had al een paar keer het nakijken gehad – bijvoorbeeld toen Rusland in 1957 als eerste land een satelliet, de Spoetnik, de ruimte in stuurde – en kon het zich eenvoudigweg niet veroorloven om de race naar de maan te verliezen.
Maar toen NASA volgens Bill Kaysing de kans dat een maanlanding zou slagen inschatte op slechts 0,0017 procent, zag de ruimtevaartorganisatie nog maar één uitweg: de boel flessen.
De ruimtepakken zijn zo gemaakt dat ze het zonlicht reflecteren en niet te heet worden. In een cameralens legt sterrenlicht het af tegen de reflectie van het ruimtepak.
ARGUMENT: ‘Er staat geen enkele ster aan de hemel’
VERWORPEN: Het ontbreken van sterren heeft een natuurlijke verklaring.
De beelden zijn opgenomen bij daglicht en de camera, die erop is ingesteld de astronauten en het maanoppervlak te fotograferen, kan de sterren niet waarnemen; het licht daarvan is veel zwakker dan de reflectie van de zon door de ruimtepakken.
Bovendien geldt op de maan hetzelfde als op aarde: zolang de zon nog niet onder is gegaan, zijn de sterren niet zichtbaar.
De astronauten vertrokken intussen met een straalvliegtuig naar Nevada, waar NASA een kunstmatig maanlandschap had gebouwd.
Ze werden geïnstalleerd in een ondergrondse verblijfplaats met ‘alle mogelijke luxe, inclusief de mooiste revuemeisjes uit Las Vegas’.
In deze setting speelden de astronauten de maanlanding zoals tv-kijkers over de hele wereld die kennen.
De terugkeer werd gesimuleerd door de astronauten naar een atol bij Hawaï te brengen.
Hier stapten de drie in een transportvliegtuig dat de ruimtecapsule, ofwel de commando-module, bij zich had.
Ze kropen in de module, die boven de Stille Oceaan werd afgeworpen.
Kaysing leek op elke vraag die hij kreeg een antwoord te hebben.
Alleen als je hem vroeg hoe hij aan het idee voor zijn boek gekomen was, bleef hij vaag. Het idee zou op bovennatuurlijke wijze tot Kaysing zijn gekomen.
‘Noem het een ingeving, intuïtie, informatie van een geheimzinnig communicatiekanaal waar we nog weinig van weten ... een metafysisch bericht,’ verklaart hij in het eerste hoofdstuk.
ARGUMENT: ‘Er komt geen vuur uit de raketten als het landingsvaartuig wordt gelanceerd’
VERWORPEN: Dat er geen vlammen uit de raketmotor sloegen, komt door de brandstof.
Op de maan gebruikten de astronauten namelijk een ander aandrijfmiddel dan bij de lancering:de brandstof Aerozine 50, die zonder zichtbare vlammen brandt.
De astronauten vertrokken intussen met een straalvliegtuig naar Nevada, waar NASA een kunstmatig maanlandschap had gebouwd.
Ze werden geïnstalleerd in een ondergrondse verblijfplaats met ‘alle mogelijke luxe, inclusief de mooiste revuemeisjes uit Las Vegas’.
In deze setting speelden de astronauten de maanlanding zoals tv-kijkers over de hele wereld die kennen.
De terugkeer werd gesimuleerd door de astronauten naar een atol bij Hawaï te brengen.
Hier stapten de drie in een transportvliegtuig dat de ruimtecapsule, ofwel de commando-module, bij zich had.
Ze kropen in de module, die boven de Stille Oceaan werd afgeworpen.
Kaysing leek op elke vraag die hij kreeg een antwoord te hebben.
Alleen als je hem vroeg hoe hij aan het idee voor zijn boek gekomen was, bleef hij vaag. Het idee zou op bovennatuurlijke wijze tot Kaysing zijn gekomen.
‘Noem het een ingeving, intuïtie, informatie van een geheimzinnig communicatiekanaal waar we nog weinig van weten ... een metafysisch bericht,’ verklaart hij in het eerste hoofdstuk.
De gordels bestaan uit geladen deeltjes van de zonnewind, die door het aardmagnetisch veld worden geremd. De gordels ver-minderen de straling op aarde.
ARGUMENT: ‘Astronauten zouden straling niet hebben overleefd’
VERWORPEN: De astronauten werden inderdaad blootgesteld aan straling, maar die bedroeg slechts 0,1 procent van de dodelijke hoeveelheid.
Het schadelijke effect hangt namelijk niet alleen samen met de sterkte, maar ook met de hoeveelheid tijd die je eraan wordt blootgesteld.
Een astronaut kan bijna vier maanden in de Van Allen-gordels verblijven voor het gevaarlijk wordt. Op weg naar de maan duurt het een uur om de gordels te passeren.
Astronauten zijn boos om theorie
Kaysings boek wekte veel belangstelling en kreeg bijval van mensen die zelf ook met argumenten kwamen.
Kaysing bleef zijn ideeën spuien en verwerkte er ook theorieën van anderen in.
Zo beweerde hij dat de explosie aan boord van het ruimteveer Challenger, waarbij in 1986 zeven astronauten omkwamen, het werk van NASA was.
Volgens Kaysing hadden de astronauten lucht gekregen van het bedrog en wilde de organisatie hen om die reden uit de weg ruimen.
Hoewel de wetenschap elke claim van Kaysing kon weerleggen, wist hij niet van ophouden.
De bewegingen van de mensen op de maan zouden in 1969 onmogelijk weer te geven zijn op een op aarde gemaakte film.
ARGUMENT: ‘Maanlanding is in studio opgenomen’
VERWORPEN: Als het springerige loopje van de astronauten op de maan slechts een slowmotionopname was geweest, zou dat snel aan het licht zijn gekomen.
Want op de maan is de manier van lopen een mix van snelle en langzame bewegingen.
Op de maan spring je sneller en hoger in de lucht dan op aarde vanwege de zwakkere zwaartekracht (een zesde van die op aarde), terwijl het langer duurt voordat je weer op de grond staat.
Kortom: de VS had in 1969 wel de technologie voor een maanreis, maar niet de filmapparatuur om die te simuleren.
In juli 1996 trok de astronaut Jim Lovell fel tegen hem van leer.
Lovell verwierf een plek in de Amerikaanse ruimtevaartgeschiedenis toen hij als hoofd van Apollo 13 zijn vaartuig veilig terug op aarde wist te brengen nadat de zuurstoftank door een explosie was verwoest.
‘Die vent is gek. Zijn houding maakt me boos.
Wij namen een groot risico, en daar zou iedereen in dit land trots op moeten zijn,’ aldus Lovell.
Bill Kaysing klaagde hem aan wegens smaad, maar de zaak werd in 1997 niet-ontvankelijk verklaard.
In 2013 dacht 7% van de Amerikanen dat de maanlandingen nep waren.
Comments