top of page

Vleermuizen

Vleermuizen (Chiroptera), ook wel handvleugeligen genoemd, zijn een orde van kleine zoogdieren die zich actief door de lucht kunnen voortbewegen.

Hiertoe zijn hun vleugels voorzien van een vlieghuid die tussen de vingers van hun voor- en achterpoten en hun staart zit.

De kleinste soorten zijn 2,9 tot 3,4 centimeter lang, wegen 2,0 tot 2,9 gram en hebben een spanwijdte van 15 centimeter; de grootste soorten (vleerhonden) wegen 1,6 kilogram en hebben een spanwijdte van 1,7 meter.

Wereldwijd zijn er ruim 1200 soorten beschreven, waardoor meer dan één op de vijf zoogdiersoorten een vleermuis is.

De meeste vleermuizen zijn insectivoor of frugivoor (fruit-eters).

Enkele soorten hebben een ander dieet: opmerkelijk zijn de vampiervleermuizen, die van het bloed leven van zoogdieren en vogels.

Vrijwel alle vleermuizen hebben een nachtelijke levenswijze.

Overdag verschuilen ze zich in grotten of andere verlaten schuilplaatsen.

Vleermuizen komen wereldwijd voor, met uitzondering van extreem koude gebieden.

Ze zijn van groot ecologisch belang, voornamelijk bij bestuiven van bloemen en het verspreiden van zaden; veel tropische planten zijn voor hun voortplanting volledig afhankelijk van vleermuizen.

Vleermuizen bieden de mens een aantal voordelen, zij het ten koste van enkele bedreigingen. De mest van vleermuizen (guano) wordt gewonnen uit grotten en gebruikt als kunstmest. Vleermuizen beperken insectenplagen, waardoor er minder pesticiden nodig zijn.

Sommige soorten worden in Azië verwerkt in gerechten.

In veel culturen worden vleermuizen geassocieerd met duisternis, kwaadwilligheid, hekserij, vampieren en de dood.


In Nederland en België zijn twintig soorten gladneuzen en twee soorten hoefijzerneuzen waargenomen, waarvan een groot deel schaars, zeldzaam of zeer zeldzaam is.

Hoefijzerneuzen zijn in Nederland en België zeer zeldzaam.

Ongeveer acht soorten gladneuzen komen in Nederland en Vlaanderen (plaatselijk) vrij algemeen voor: de watervleermuis, de ruige en de gewone dwergvleermuis, de (gewone) grootoorvleermuis, de rosse vleermuis, de laatvlieger, de baardvleermuis en de meervleermuis.

Europese vleermuizen eten meestal insecten, die in de avondschemer in de lucht gevangen worden met behulp van echolocatie.

Omdat er 's winters nauwelijks insecten rondvliegen, houden de in Nederland en België voorkomende soorten een winterslaap, waarbij ze hun metabolisme tot een uiterst laag pitje terugdraaien en hun lichaamstemperatuur maar net boven het vriespunt blijft.

Vleermuizen paren vóór de winter, maar de eisprong en bevruchting treden pas een paar maanden later op.

Meestal is er maar één jong; dat wordt gezoogd en blijft tijdens de jacht van de moeder op de slaapplaats hangen.

Vleermuizen kunnen tot tientallen jaren oud worden en planten zich maar langzaam voort.

Ze zijn meestal zeer trouw aan hun standplaats en overwinteringsplaats.



Veel vleermuissoorten zijn trogloxenen; ze slapen en overwinteren in vaak grote aantallen in grotten of, bij gebrek aan grotten, in ijskelders, bunkers en forten.

Sommige vleermuizen overwinteren ook in boomholten, terwijl dwergvleermuizen hoofdzakelijk in huizen (in de spouw of op zolder) overwinteren.

In de zomer verkiezen ze plaatsen die warmer zijn dan bunkers en forten, en komen ze veelvuldig voor op zolders en kerkzolders.

Ze hangen daar overdag met hun hoofd naar beneden. Ze kunnen ook ondersteboven in bunkers hangen of aan takken van bomen, onder afdakjes enzovoort.

's Avonds vliegen vleermuizen uit.

Ze zijn in de schemering goed te herkennen, in de eerste plaats omdat er in de schemering weinig vogels vliegen en in de tweede plaats omdat hun vlucht nogal afwijkend is.

Op jacht naar vliegende insecten hebben ze een zeer onregelmatige vlucht, ze kunnen snel hun vliegrichting aanpassen.

Deze vleermuizen zenden namelijk ultrasone geluiden uit die op een prooi weerkaatsen en weer opgevangen worden.

Zo kan de vleermuis de afstand tot zijn prooi en omgeving inschatten en vliegt hij opmerkelijk veilig.

Vleermuizen kunnen in een volledig donkere kamer vliegen waarin zeer dunne draden gespannen zijn, zonder deze te raken.

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, zijn vleermuizen niet blind.

Bij de eerste onderzoeken naar de mogelijkheid van vleermuizen in het donker te vliegen zonder tegen obstakels aan te botsen, moest Lazzaro Spallanzani vleermuizen blind maken.

De meeste vleermuissoorten zijn promiscue, maar er zijn ook monogame soorten.



Vleermuizen zijn door hun gewoonte om in groepen te rusten zeer kwetsbaar.

Bij instorting, overstroming en dergelijke kan een hele kolonie worden verwoest.

Ook planten vleermuizen zich traag voort.

Sommige soorten zijn pas na enige jaren geslachtsrijp, en een worp bestaat vaak uit niet meer dan één jong.

Door de beschadiging van hun biotoop is enige vleermuisbescherming nodig. Goede roestplaatsen overdag (holle bomen) en goede overwinteringsplaatsen, met zeer weinig verstoring, veiligheid voor roofdieren en de mens, en een temperatuur die 's winters niet onder het vriespunt zakt, zijn schaars.

Gecultiveerde landschappen worden vaak armer aan insecten.

Veel vleermuizen hebben om zich te oriënteren 'corridors' nodig van heggen of bomenrijen om zich over grotere afstanden te kunnen verplaatsen: ze begeven zich niet graag ver van een peilbaar echobaken.

In de Europese Unie zijn alle soorten bij wet beschermd.

België en Nederland werden op 4 december 1991 partij bij het EUROBATS-verdrag (Agreement on the Conservation of Populations of European Bats).

  • Een slapend aangetroffen vleermuis het best rustig laten zitten. Het zijn nuttige diertjes die enorme hoeveelheden muggen verorberen.

  • Een vleermuis in winterslaap niet verstoren - opwarmen kost hem zoveel energie dat hij de lente weleens niet meer zou kunnen halen als hij vaker wakker wordt dan normaal.

  • Een zieke of dode vleermuis niet met de handen aanraken - sommige vleermuizen zijn met het hondsdolheidvirus besmet. In een potje scheppen en (als hij nog leeft) een vleermuisopvangcentrum waarschuwen.

  • Een dode vleermuis melden aan een onderzoekscentrum, net als een vleermuis in de gordijnen; misschien is er wel een vrijwilliger in de buurt die kan helpen zonder het beest schade te berokkenen.


Sommige mensen vinden vleermuizen angstaanjagend.

Mogelijk doordat enkele kleine soorten (vampiervleermuizen, uitsluitend in Zuid-, Midden- en als dwaalgasten in het zuiden van Noord-Amerika) van bloed leven, worden vleermuizen geassocieerd met vampiers.

Dat klopt echter niet, omdat vampiervleermuizen, anders dan graaf Dracula en zijn soortgenoten, hun slachtoffers bijvoorbeeld niet leegdrinken.

Ook drinken ze meestal niet bij mensen, maar bij andere dieren bloed.

Wel kunnen vampiervleermuizen ziekten overbrengen, zoals hondsdolheid en MERS.

Er doen verhalen de ronde dat vleermuizen per ongeluk in het haar van mensen vast komen te zitten.

Hoewel niet onmogelijk, is dit wel bijzonder onwaarschijnlijk.

Een losse haar is voor vleermuizen weliswaar niet te peilen, maar een hele bos haar (en, nog belangrijker, het hoofd dat daaronder zit) is met behulp van echolocatie goed te ontwijken. Sommige harige motten maken wel gebruik van hun beharing om zich moeilijker vindbaar te maken voor de vleermuis.

Niet in alle culturen worden vleermuizen aanzien als onheilsbrengers... In China en Japan representeert de vleermuis geluk!

Het Chinese woord, teken 'Fu' betekent zelfs zowel 'geluk' als 'vleermuis'.

Zoals op de bekende oude talisman, gebruikt men de levensboom met zijn vijf vleermuizen nog steeds in kunstwerken.

Op de talisman wordt de levensboom omringd door 5 vleermuizen die symbool staan voor een lang leven, rijkdom, gezondheid, geluk en een vreedzame dood.

Heb je een vleermuis in je huis of schuur?

Bel dan een specialist zij weten hoe ze hem veilig kunnen vangen en verwijderen.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page