De Spaanse griep
Deze wereldwijde epidemie eiste naar schatting 20 tot 100 miljoen levens, een aantal dat het totale dodental van de Eerste Wereldoorlog ruimschoots overtreft.
Het virus dat de Spaanse griep veroorzaakte was van het type H1N1.
Ondanks de naam ligt de oorsprong van deze ziekte naar alle waarschijnlijkheid niet in Spanje.
Anno 2020 is nog steeds niet met zekerheid vast te stellen waar de bakermat van deze pandemie zich bevond. De Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en China, alsook andere landen, worden in verscheidene studies als mogelijk land van origine genoemd.
Een van de theorieën situeert het begin van de Spaanse griep in Haskell County (Kansas).
Hier brak in januari 1918 een griepepidemie uit die niet ouderen en kinderen trof, maar jongvolwassenen.
In februari viel een aantal doden.
De plattelandsarts stuurde een beschrijving naar de gezondheidsautoriteiten, die haar op 5 april publiceerden.
De epidemie was eind februari weer even plotseling verdwenen als ze was gekomen, en de opgeroepen jongemannen uit de streek hadden zich voor legerdienst gemeld bij Camp Funston op Fort Riley.
Prompt brak daar de ziekte uit, te beginnen met de legerkok op 4 maart.
De troepentransporten naar Europa zorgden voor een verdere verspreiding.
Dit nieuwe virus, van het subtype H1N1, heeft uiteindelijk geleid tot de pandemie.
Het werd Spaanse griep genoemd, omdat kranten in Spanje, een neutraal land in de Eerste Wereldoorlog, er het eerst over berichtten.
In Spanje, waar geen oorlogscensuur bij de media heerste, sloegen de kranten groot alarm toen verschillende mensen aan het virus stierven.
De dood trad in na enkele dagen van koortsaanvallen die aan griep deden denken. Zo kreeg het virus zijn nogal misleidende naam.
De Spaanse griep begon met hoge koorts, hoesten, spierpijn en keelpijn, gevolgd door extreme moeheid en flauwten.
Men verloor zoveel energie dat men niet meer kon eten en drinken.
De ademhaling werd steeds moeilijker en binnen enkele dagen trad de dood in.
De Spaanse griep had de opmerkelijke eigenschap om jonge volwassenen te treffen.
Dit in tegenstelling tot gangbare griepepidemieën, waarbij met name kinderen en bejaarden de ziekte krijgen en laatstgenoemden de grootste risico’s lopen.
In augustus 1918 had de helft van de Amerikaanse soldaten in Europa de ziekte: 43.000 man overleefden het niet. (Dit is bijna de helft van het aantal Amerikanen dat in Europa stierf; aan het front vielen ruim 50.000 man.) De ziekte sloeg snel over naar andere legerkorpsen, ook de Duitse.
Toen de oorlog op 11 november 1918 eindigde en soldaten naar hun land terugkeerden, werden ze overal ter wereld feestelijk onthaald.
Door deze wereldwijde massabijeenkomsten verspreidde het virus zich gemakkelijk. In de VS stierven 675.000 mensen, in Frankrijk 200.000, in Engeland 400.000, in België naar schatting 282.165, in Nederland meer dan 40.000.
Al met al lijkt het erop dat 20% van de toenmalige wereldbevolking besmet raakte, in totaal een half miljard mensen.
De meest voorzichtige schattingen komen op 20 tot 40 miljoen doden.
En net zo snel als het kwam, verdween het virus ook weer: eind 1919 was het voorbij.
Alleen Australië heeft de ziekte tijdelijk buiten de deur kunnen houden door het instellen van een strikte maritieme quarantaine.
In 1919 brak de pandemie ook in Australië uit en ondanks de maatregelen de verspreiding te beperken, werd 40% van de bevolking ziek en stierven 15.000 mensen.
De ziekte was in de tussentijd tot een mildere vorm geëvolueerd en buiten Australië was bijna iedereen immuun geworden, waardoor de pandemie uitstierf.
Het officiële aantal slachtoffers van de griep in Nederland in 1918 was 17.396.
In 1919 was dat 1550, en in 1920, 2454.
Volgens het CBS zijn in Nederland zo’n 38.000 personen aan deze pandemie en bijbehorende complicaties als longontsteking gestorven, bijna 4 op de 1000 inwoners.
Het sterftecijfer schoot in 1918 omhoog van 13,12 in 1917 naar 17,10 per 1000 inwoners.
Verhoudingsgewijs vielen de meeste griepslachtoffers in de provincie Drenthe 67,92 per 10.000, bijna 2,5 maal zo hoog als het gehele land.
De oorzaak daarvan was dat de griep over de Oostgrens het land binnenkwam.
In de voormalig Nederlandse kolonie Nederlands-Indië eiste de Spaanse griep veel slachtoffers.
Daar vielen alleen al in november 1918 486.000 doden, terwijl het sterftecijfer in heel 1917 70.000 bedroeg.
De krant Het Volk meldde op 20 december 1918 dat er alleen al op Java een miljoen personen waren overleden.
In heel Nederlands-Indië vielen in totaal 1,5 miljoen slachtoffers te betreuren.
Het meest bevreemdend van de Spaanse griep was de groep mensen waarin de mortaliteit het hoogst was.
De gangbare risicogroepen bij de jaarlijkse "gewone" griepgolven zijn bejaarden en jonge kinderen met hartstoornissen.
Van deze groepen vormen de bejaarden verreweg de grootste risicogroep, waarbij het sterftecijfer als gevolg van de griep het hoogst is.
Zuigelingen en peuters tot en met 4 jaar hebben over het algemeen nog antilichamen (immuniteit) meegekregen van de moeder, voornamelijk door borstvoeding.
De Spaanse griep had de hoogste mortaliteit echter in de leeftijdsgroep 14- tot 21-jarigen.
Na onderzoek van de longen van personen die aan de Spaanse griep zijn gestorven en in Alaska zijn begraven, is het virus nagemaakt.
Hieruit bleek dat de griep vooral mensen in de leeftijdsgroep 20 tot 40 jaar trof, die normaliter het sterkste immuunsysteem hebben.
Het kan daarom zijn, dat de sterfte veroorzaakt wordt door een te sterke reactie van het immuunsysteem (cytokinestorm).
Er bestaan ten minste drie theorieën over de oorsprong van het virus.
Sommige onderzoekers nemen aan dat de oorzaak van de griep een gemuteerd varkensvirus uit China was, dat misschien via Chinese spoorwegarbeiders in de VS belandde.
Een tweede theorie is dat het vogelvirus spontaan muteerde in Fort Riley, Kansas.
In dit fort fokte men kippen en varkens voor eigen gebruik.
Een kok zou besmet kunnen zijn geraakt met het virus, dat vanuit de kippen via de varkens dus bij de mens aankwam.
Door mutatie was het virus in staat om besmetting van mens tot mens tot stand te brengen.
Volgens een derde theorie zou deze griep mogelijk voor het eerst zijn waargenomen in een Brits legerhospitaal in het Noord-Franse Étaples, waar artsen vanaf eind 1916 een uitbraak van 'etterige bronchitis' constateerden. Vrijwel tegelijkertijd werden deze verschijnselen ook gesignaleerd bij een legeronderdeel in het Zuid-Engelse Aldershot.
In september 2005 zijn microbiologen van het US Armed Forces Institute for Pathology erin geslaagd om het virus na te maken.
Het onderzoek was gebaseerd op viraal RNA uit de long van een soldaat die in 1918 was gestorven. De eiwitmantel van het virus had een structuur met als type H1N1.
Veel bedrijven in de ontspannings- en dienstensector leden verliezen, terwijl de gezondheidsindustrie winst kon aantonen.
Historicus Nancy Bristow beweert dat de pandemie, samen met het stijgend aantal vrouwen dat studeerde, bijdroeg aan het succes van vrouwen in de verpleging.
Dit was deels te wijten aan het falen van de artsen, overwegend mannen, bij het inperken en voorkomen van de ziekte. Verplegend personeel, voornamelijk vrouwen, deelden mee in het succes van hun zorg voor de patiënten zonder hun werk met de spreiding van de ziekte te associëren.
Een studie uit 2020 toonde aan dat steden uit de VS die op tijd uitgebreide maatregelen invoerden (quarantaine enz.) geen economisch nadeel ondervonden hierdoor, vergeleken met steden die de maatregelen later of helemaal niet invoerden.
In Duitsland werd de ziekte aanvankelijk de Vlaamse griep genoemd.
A.M. de Jong beschrijft in zijn boek Frank van Wezels roemruchte jaren de mobilisatie van het Nederlandse leger tussen 1914-1918, en ook de Spaanse griep die aan het eind van die periode uitbrak. De bestrijding met alcoholhoudende drank (jenever) werpt ook hier zijn vruchten af.
Beroemdheden die stierven aan de ziekte, waren onder anderen Max Weber, Gustav Klimt, Egon Schiele en Guillaume Apollinaire.
De Spaanse Griep had wereldwijd ingrijpende gevolgen.
In Nederland vielen ongeveer 30.000 slachtoffers, in andere landen en gebieden had de griep meer impact.
In Bristol Bay, Alaska, stierf 40 procent van de bevolking aan de griep.
In sommige regio’s zelf 90 tot 100 procent van de bevolking.
In elk geval verdwenen er door de Spaanse Griep ongeveer twintig talen…
Comments