Fidel Castro
Fidel Alejandro Castro Ruz ( audio) (Birán, 13 augustus 1926 – Havana, 25 november 2016) was een Cubaanse revolutionair en politicus, die de functie van minister-president van Cuba uitoefende van 1959 tot 1976, en vervolgens president was van 1976 tot 2008.
Hij diende ook als eerste secretaris van de Communistische Partij van Cuba vanaf de stichting van de partij in 1961 tot 2011.
Castro was politiek gezien een marxist-leninist.
Onder zijn regering werd de republiek Cuba omgevormd tot een communistische staat, waarbij de industrie en de bedrijven werden genationaliseerd en er socialistische hervormingen werden gedaan op alle gebieden van de samenleving.
Op internationaal vlak diende hij ook als secretaris-generaal van de Beweging van Niet-Gebonden Landen van 1979 tot 1983.
Na een mislukte gewapende aanval op de Moncadakazerne in 1953 zat Castro een jaar in de gevangenis en verbleef hij vervolgens in ballingschap in Mexico.
Met behulp van zijn broer Raúl Castro en Che Guevara verzamelde hij een groep van Cubaanse revolutionairen: de Beweging van de 26ste juli.
Nadat Castro en zijn broer in Cuba teruggekeerd waren, nam hij een belangrijke rol in de Cubaanse Revolutie in.
Hij leidde een succesvolle guerrillaoorlog tegen Batista's troepen, die zelf op de vlucht sloeg en in 1959 in ballingschap ging.
Castro werd vervolgens opperbevelhebber van de strijdkrachten en kort daarna premier.
Zijn betrokkenheid bij de omverwerping van Batista, evenals de vermoedelijke relatie met de Sovjet Premier Nikita Chroesjtsjov, alarmeerde de Verenigde Staten waarna de CIA een mislukte invasie in de Varkensbaai in 1961 organiseerde om zijn regering omver te werpen. Daarna heeft men verschillende pogingen gedaan om hem te vermoorden en hebben de VS een economische blokkade van Cuba ingesteld.
Om deze bedreiging tegen te gaan, smeedde Castro een alliantie met de Sovjet-Unie en kon de Sovjet-Unie nucleaire wapens opslaan op het eiland, wat leidde tot de Cubaanse rakettencrisis in 1962.
Castro nam vervolgens het marxisme-leninisme over als zijn leidende ideologie en in 1961 riep hij het socialistische karakter uit van de Cubaanse Revolutie.
In 1965 werd hij de eerste secretaris van de nieuw opgerichte communistische partij.
Daarna leidde hij de transformatie van Cuba in een socialistische republiek door nationalisering van de industrie en de invoering van gratis universele gezondheidszorg en onderwijs.
In 1976 werd hij voorzitter van de Raad van State en van de Raad van Ministers.
Na de ineenstorting van de belangrijkste bondgenoot van Cuba, de Sovjet-Unie, in 1991 beleefde Cuba de economische "Speciale Periode".
In 2006 werd Cuba lid van de Bolivariaanse Alliantie voor Amerika en sloot hij economische en politieke allianties met andere landen in de Latijns-Amerikaanse Draai naar Links.
Door zijn zwakke gezondheid droeg Fidel Castro in 2006 zijn taken over aan vicepresident Raúl Castro, die werd gekozen tot president toen Fidel was afgetreden in 2008.
Castro overleed op 25 november 2016 om 22.29 uur op 90-jarige leeftijd.
Zijn overlijden werd enkele uren daarna door de Cubaanse staatstelevisie bekendgemaakt.
Castro werd geboren in de Cubaanse provincie Oriente, tegenwoordig onderdeel van de provincie Holguín, op een suikerplantage als derde kind van een welgestelde boer, Ángel Castro y Argiz, een Spaanse immigrant die door hard werken in de suikerindustrie rijkdom had verworven, en Lina Ruz González, een bediende.
Hij heeft twee broers, Ramón en Raúl en drie zusters: Angela, Juanita en Emma.
Hij kreeg zijn opleiding aan jezuïetenscholen, waaronder het Colegio Belen in Havana.
In 1945 ging hij rechten studeren aan de universiteit van Havana, waar hij in 1950 afstudeerde. Castro raakte tijdens zijn studie betrokken bij linkse anti-imperialistische bewegingen.
Hij verbond zich zelf met de gewapende opstanden tegen de rechtse regeringen in de Dominicaanse Republiek en Colombia en trok de conclusie dat de door de VS gesteunde Cubaanse president Fulgencio Batista, die alom werd gezien als een dictator, moest worden omvergeworpen.
Tussen 1950 en 1952 werkte hij op een klein advocatenkantoor.
Het was zijn bedoeling om voor de Partido Ortodoxo, die sociale hervormingen nastreefde, mee te doen aan de parlementsverkiezingen van 1952, maar die werden afgelast na de geslaagde staatsgreep van generaal Fulgencio Batista tegen de regering van Carlos Prío Socarrás.
Castro daagde Batista voor de rechter vanwege schending van de grondwet, maar dit liep op niets uit.
Fidel Castro bij zijn aankomst in Washington D.C., ten tijde van de Cubaanse Revolutie (1959)Daarop organiseerde Castro een gewapende aanval op de Moncadakazerne in Santiago de Cuba, de op een na grootste stad van Cuba en de provinciehoofdplaats van Oriente, op 26 juli 1953. Meer dan tachtig van zijn mannen kwamen om het leven en hijzelf werd gevangengenomen.
Een rechtbank veroordeelde hem tot vijftien jaar cel.
Onderdeel van zijn slotpleidooi was "La historia me absolverá" ("De geschiedenis zal mij vrijspreken"), een rede waarin hij zijn daden verdedigde en zijn politieke standpunten uitlegde.
Als gevolg van een generaal pardon kwam hij in mei 1955 vrij, waarna hij in ballingschap ging in Mexico en de Verenigde Staten. In Mexico zijn Castro en de zijnen enige tijd gearresteerd geweest, maar na interventie van president Adolfo López Mateos en Fernando Gutiérrez Barrios werden zij al snel vrijgelaten.
Samen met een aantal andere ballingen vormde hij de Revolutionaire Beweging van de 26ste juli en keerde hij terug naar Cuba.
Bij de eerste aanval, op 2 december 1956 in Oriente, overleefden slechts twaalf van de 82 revolutionairen, onder wie zijn broer Raúl Castro, Che Guevara en Camilo Cienfuegos.
Ze trokken zich terug in de bergen van de Sierra Maestra, van waaruit ze een guerrillaoorlog begonnen tegen het bewind van Batista.
De beweging kreeg steun onder de bevolking en breidde zich uit tot zo'n 800 man.
Hoewel numeriek zwaar in de minderheid behaalde zij een aantal indrukwekkende overwinningen, gedeeltelijk omdat soldaten van Batista zich vaak massaal overgaven of deserteerden.
Op 1 januari 1959 ontvluchtte Batista Cuba en nam de beweging Havana in.
Castro werd op 16 februari 1959 premier van Cuba en op 3 december 1976 president.
Op 17 april 1961 bevorderde en steunde de CIA de invasie van 1300 à 1400 Cubaanse ballingen op Bahía Cochinos (de invasie in de Varkensbaai).
Deze invasie had het doel het socialistische bewind onder Fidel Castro omver te werpen, en een volksopstand tegen Castro te ontketenen.
De strijd werd al na drie dagen beslist in het voordeel van de Cubaanse staat.
De ballingen leden een zware nederlaag: van het 1300 man sterke invasieleger werden er 90 gedood en 1189 gevangengenomen.
Twee schepen van de Amerikaanse Marine werden door de Cubaanse luchtmacht tot zinken gebracht, en negen ballingen werden ter plekke terechtgesteld.
Castro, persoonlijk aanwezig op het slagveld, verwierf meer aanzien onder de Cubanen.
Meer lezen over Fidel Castro.. El Caballo