top of page

Rusland versus Oekraïne







Rusland versus Oekraïne: meer dan duizend jaar geschiedenis. De gedeelde geschiedenis van Rusland en Oekraïne gaat ruim duizend jaar terug.

In die tijd was Kiev, de huidige hoofdstad van Oekraïne, het centrum van de eerste Slavische staat, het Kievse Rijk, dat aan de wieg stond van zowel Oekraïne als Rusland. In het jaar 988 bekeerde Vladimir I, de heidense prins van Novgorod en grootvorst van Kiev, zich tot het oosters-orthodoxe geloof.

Hij werd gedoopt in de stad Chersonesos op de Krim.

Vanaf dat moment waren ‘de Russen en de Oekraïners één volk, een eenheid’, zo verklaarde de Russische leider Vladimir Poetin in 2021. In de tien eeuwen die volgden werd Oekraïne echter herhaaldelijk verdeeld door strijdende partijen. Mongoolse troepen uit het oosten veroverden in de dertiende eeuw het Kievse Rijk.

In de zestiende eeuw vielen het Poolse en Litouwse leger vanuit het westen de regio binnen.

En in de zeventiende eeuw vielen tijdens de oorlog tussen het Pools-Litouwse Gemenebest en het Tsaardom Rusland gebieden ten oosten van de rivier de Dnjepr in handen van de Russische tsaar.

Het oosten kreeg bekendheid als Linkeroever-Oekraïne; het gebied ten westen van de Dnjepr, oftewel de rechteroever, stond onder Poolse heerschappij. Ruim een eeuw later, in 1793, werd het Oekraïne op de rechteroever (het westelijke deel dus) geannexeerd door het Russische Rijk.

In de daaropvolgende jaren was sprake van een beleid van russificatie.

Dit hield in dat het gebruik van en de studie naar de Oekraïense taal verboden was en dat mensen onder druk werden gezet om zich te bekeren tot het Russisch-orthodoxe geloof. In de twintigste eeuw beleefde Oekraïne een van de meest traumatische perioden uit zijn geschiedenis.

Na de communistische revolutie van 1917 was het land een van de vele waar een heftige burgeroorlog werd uitgevochten, alvorens het in 1922 geheel werd ingelijfd door de Sovjet-Unie.

Aan het begin van de jaren dertig orkestreerde Sovjetleider Jozef Stalin een hongersnood die leidde tot de dood van miljoenen Oekraïners, een tragedie die bekendstaat als de Holodomor.

Zo hoopte hij de boeren in de regio te dwingen zich aan te sluiten bij de collectieve kolchozen en sovchozen, boerderijen die (gedeeltelijk) eigendom van de Russische staat waren.

Naderhand dwong Stalin veel Russen en andere Sovjetburgers (die veelal geen Oekraïens spraken en nauwelijks banden hadden met de regio) om het oosten van Oekraïne opnieuw te bevolken. Door deze ontwikkelingen kwamen verschillende bevolkingsgroepen tegenover elkaar te staan, waarbij Oekraïners in het westen over het algemeen meer binding voelden met Europa, en in het oosten met Rusland. De bevolking in het oosten van het land spreekt dikwijls Russisch en hangt het orthodoxe geloof aan, terwijl in delen van het westen meestal Oekraïens wordt gesproken en de bevolking katholiek is. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 werd Oekraïne onafhankelijk.

Maar het bleek een lastige opgave om het volk te verenigen.

De overgang naar democratie en kapitalisme verliep moeizaam en chaotisch, en veel Oekraïners, vooral in het oosten, verlangden terug naar de relatieve stabiliteit van daarvoor.

Oekraïne wordt al tienduizenden jaren bewoond.

De Kievcultuur op het grondgebied van het huidige Oekraïne, Rusland en Wit-Rusland wordt beschouwd als de vroegste archeologische cultuur die met enige zekerheid als Slavisch te identificeren is.

De Oekraïners maakten deel uit van de Oostelijke Slaven. De Varjagen (Vikingen) die het gebied over zee bereikten werden Roes genoemd en stichtten al vóór 700 te midden van de Slavische gebieden hun eigen handelssteden.

De handelsroute van de Varjagen naar de Grieken liep via de rivieren de Dnjepr en Dnjestr en zo ontstond de etnisch-culturele regio die bekend stond als Land van de Roes in het noordwestelijk deel van het huidige Rusland, het noordelijk deel van Oekraïne, Wit-Rusland en oostelijke delen van Polen.

De Roes stichtten daar in de negende eeuw het Kievse Rijk, dat wordt beschouwd als een voorloper van de Oekraïense en de Russische natie.

In 988 werd het Byzantijnse christendom geïntroduceerd door de bekering van de toenmalige grootvorst van het Kievse Rijk, Vladimir de Heilige, en na de kerstening van de Kievse Roes, werd de verering van de oude goden verboden.

Het Kievse Rijk raakte langzamerhand versnipperd over verschillende vorstendommen en het Oekraïense grondgebied viel in 1240 ten prooi aan invallen van Mongolen.

Kiev zelf werd nagenoeg vernietigd bij het beleg van de stad.

Het westelijke deel van het Kievse Rijk werd opgevolgd door Vorstendom Galicië-Wolynië.

In de 14e en 15e eeuw wist Litouwen steeds meer voormalige vorstendommen van het Kievse Rijk ten westen van de Dnjepr onder zijn gezag te verenigen.

Litouwen fuseerde in 1569 met Polen tot het Pools-Litouwse Gemenebest.

In het zuiden hadden de Krim-Tataren, een etnisch Turks en islamitisch volk, intussen het Kanaat van de Krim gesticht, een vazalstaat van het Ottomaanse Rijk.

Met hun ruiterlegers heersten de Tataren over de zuidelijke steppen tussen Rusland en de Zwarte Zeekust, en bij hun plundertochten werden grote aantallen Russen en Oekraïners als slaven buitgemaakt. Bij de Slag bij Poltava, in het hart van Oekraïne, in 1709 versloegen de Russen het machtige Zweden.

Omdat de Kozakken de kant van Zweden hadden gekozen, zouden ze hierna hun macht verliezen.

De Kozakken, eveneens bekend om hun ruiterkunsten, kwamen in 1648 in verzet met de gewelddadige Chmelnytskyopstand, gericht tegen de Poolse adel en ook tegen de Asjkenazische Joden.

De opstand drong door tot Kiev en mondde uit in de stichting van het Kozakken-Hetmanaat.

Maar Kozakkenleider Bohdan Chmelnytsky verbond zich vervolgens aan de Russen als beschermheer, zodat van een onafhankelijk Oekraïne geen sprake was.

De gebieden ten oosten van de Dnjepr werden in 1686 onderdeel van het Tsaardom Rusland en werden geleidelijk gerussificeerd.

Die ten westen van de Dnjepr bleven Pools en ondergingen een westerse invloed tot aan de Poolse delingen. Bij die delingen kwam Galicië in 1772 onder de Habsburgse monarchie als deel van het Koninkrijk Galicië en Lodomerië, terwijl de andere gebieden, Kiev inbegrepen, Russisch werden in 1793-1795.

In deze periode werden de grondslagen gelegd voor de nu blijvende verschillen tussen het westen en het oosten.


In de 19e eeuw kwam er ruimte voor de Oekraïense nationale identiteit, met invloedrijke figuren als de dichter Taras Sjevtsjenko en politiek theoreticus Mychajlo Drahomanov.

De eerste onafhankelijke Oekraïense staat kwam er pas in 1917 en was slechts een kort leven beschoren.

Het was een fragiel tijdperk: zowel Oostenrijk-Hongarije als het Tsaristische Rusland kwam ten einde door de Eerste Wereldoorlog.

Terwijl in Moskou de Russische Revolutie plaatsvond, de Sovjet-Unie werd gesticht en de Russische Burgeroorlog was ontketend, verklaarde de Oekraïense Volksrepubliek op het voormalige Russische grondgebied zich eerst autonoom en later onafhankelijk.

In het westen werd op het Oostenrijks-Hongaarse grondgebied in 1918 de veel kleinere West-Oekraïense Volksrepubliek opgericht.

Het ontstaan van het huidige Oekraïne: de in 1922 opgerichte Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek (groen) werd in 1939 aangevuld met het Westen (geel) en in 1954 met de Krim (paars).

De twee volksrepublieken hoopten op zelfbestuur en werkten kortstondig samen als één gezamenlijk Oekraïne, maar werden voortdurend overlopen door Duitsers, Polen en Russen.

Al met al duurde de Oekraïense Onafhankelijkheidsoorlog, zoals de strijd tussen deze groepen genoemd wordt, vier jaar.

Het oostelijke deel viel in 1921 in handen van het zegevierende Russische Rode Leger en in 1922 werd de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek officieel onderdeel van de Sovjet-Unie.

Het uiterste westen, met onder andere de stad Lviv, werd ingelijfd door Polen.

Tijdens het bewind van Stalin onderging het oostelijke deel van Oekraïne een krachtige industriële ontwikkeling.

De gedwongen collectivisering van landbouwbedrijven leidde evenwel tot de holodomor-hongersnood van 1932-1933, waardoor een vijfde deel van de boerenbevolking (5 tot 10 miljoen mensen) het leven liet.

In 1939 kwam ook het westelijk deel van Oekraïne onder Sovjetbewind.

In 1941 vielen de Duitsers de Sovjet-Unie binnen.

Zij gingen daarbij over tot grootschalige Jodenvervolgingen en het ronselen van Ostarbeiter.

Oekraïne verloor toen een zesde deel van zijn bevolking.

Na de Tweede Wereldoorlog, vanaf 1945, ontwikkelde Oekraïne zich tot een van de belangrijkste en welvarendste socialistische sovjetrepublieken (SSR's).

In 1954, tijdens het bewind van Stalins opvolger Nikita Chroesjtsjov, werd de Krim aan de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek overgedragen, bij wijze van gebaar van vriendschap tussen het Russische en het Oekraïense volk.

Bij Tsjernobyl en Pripjat ten noorden van Kiev, voltrok zich in 1986 een grote nucleaire ramp.

Sindsdien is het gebied in de nabije omgeving van de kerncentrale onbewoonbaar. Het percentage van de bevolking dat tegen onafhankelijkheid stemde (1 december 1991) benaderde alleen op de Krim de 50 procent.

Na de staatsgreep in Moskou riep het Oekraïense parlement op 24 augustus 1991 de onafhankelijkheid uit.

Op 1 december werd een referendum gehouden over de onafhankelijkheid van het land.

Bij een grote opkomst stemde 90% van de kiezers voor onafhankelijkheid.

In de Krim was er ook een meerderheid voor, maar daar stemde zo'n 40% van de bevolking tegen.

Na de onafhankelijkheid was Oekraïne een grote kernmacht die beschikte over een arsenaal van kernwapens. Begin 1994 werd de internationale afspraak gemaakt dat Oekraïne binnen drie jaar alle kernwapens zou verwijderen en 1800 raketten voor vernietiging aan Rusland zou afdragen.

Op 5 december 1994 bevestigde de toenmalige Oekraïense president Leonid Koetsjma dat Oekraïne officieel zijn kernwapens zou opgeven, waarmee er een einde kwam aan de spanningen met Rusland over het kernwapenarsenaal op het grondgebied van Oekraïne dat het "geërfd" had van de uiteengevallen Sovjet-Unie. Nu de onduidelijkheid over wat er ging gebeuren met de kernwapens van Oekraïne was opgegeven, stond niets verdere wapenbeperkingen van de Verenigde Staten en Rusland meer in de weg.

Bij zijn aankomst in Boedapest voor de top van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), noemde de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Warren Christopher, het een belangrijke stap in de nucleaire ontwapening.

Koetsjma was in Boedapest om er het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens te ondertekenen. Het verrijkte uranium uit de kernkoppen werd vervolgens met Amerikaanse financiële steun omgezet in splijtstof voor kerncentrales.

In het Memorandum van Boedapest van 1994 werd vastgelegd dat het land in ruil voor de kernwapens een soevereiniteitsgarantie kreeg van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Rusland.

Oekraïne ondertekende ook het Non-proliferatieverdrag van kernwapens.

Nadat de pro-Russische Viktor Janoekovytsj op omstreden wijze de presidentsverkiezingen van 2004 had gewonnen, brak de Oranjerevolutie uit wat uiteindelijk leidde tot nieuwe verkiezingen.

Deze werden gewonnen door oppositiekandidaat Viktor Joesjtsjenko en Janoekovytsj werd de premier.

Bij de (door Joesjtsjenko aangevraagde) vroegtijdige presidentsverkiezingen van 2007 bleef Joesjtsjenko president en werd Joelia Tymosjenko premier.

Zij was voorstander van staatscontrole en desnoods hernationalisatie van bedrijven die al geprivatiseerd waren, terwijl president Joesjtsjenko een snelle liberalisatie van de economie wilde.

De verhoudingen verslechterden en na een vermeend corruptieschandaal op het hoogste niveau kwam op 8 september 2010 aan de eerste Regering-Tymosjenko een voortijdig einde en werd Viktor Janoekovytsj tijdens de presidentsverkiezingen van 2010 toch nog president van Oekraïne.

Na de Euromaidan-protesten en de vlucht van president Viktor Janoekovytsj in 2014 zocht Oekraïne verdere toenadering tot het Westen en groeide de afstand tot Rusland.

In november 2013 ontstond er in de hoofdstad Kiev een grootschalige protestbeweging op het Majdan Nezalezjnosti naar aanleiding van Janoekovytsj' weigering om het associatieverdrag met de Europese Unie te ondertekenen.

De maandenlange pro-westerse Euromaidan-protesten escaleerden in februari 2014 in gewelddadige confrontaties tussen binnenlandse troepen en demonstranten en mondden uit in de Revolutie van de Waardigheid, waarbij meer dan honderd doden vielen.

De Russisch-gezinde president Janoekovytsj verloor de meerderheidssteun van het Oekraïense parlement, de Verchovna Rada.

Deze zette hem op 22 februari 2014 af en schreef nieuwe verkiezingen uit.

Janoekovytsj vluchtte naar Rusland.

Ondertussen werd er in Kiev een nieuwe regering gevormd, de interim-regering-Jatsenjoek I.

In de overwegend Russischtalige delen van Oekraïne braken protesten uit tegen de nieuwe regering, waarna Rusland het schiereiland de Krim bezette.

Op de Krim en in de Donbas grepen pro-Russische rebellen de macht en schreven er eigen lokale referenda uit. Deze werden slechts door Rusland erkend als volksraadpleging.

Op 17 maart 2014 werd op de Krim de onafhankelijkheid uitgeroepen en op 18 maart werd het schiereiland geannexeerd door Rusland.

Andere landen spraken van een niet-legitieme annexatie van Oekraïens grondgebied en beschuldigen Rusland ervan dat het de protesten tegen de nieuwe Oekraïense regering aanmoedigde om het land te destabiliseren.

Op 11 mei 2014 riepen pro-Russische separatisten in de Donbas (Oost-Oekraïne) de onafhankelijkheid uit van de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loegansk, die samen de confederatie Nieuw-Rusland zouden vormden.

Het kwam tot een gewapende strijd tussen het Oekraïense leger dat werd geholpen door paramilitaire troepen en de door Rusland gesteunde separatisten.

Na de presidentsverkiezingen van 25 mei 2014 werd, op 7 juni 2014, Petro Porosjenko aangesteld als de nieuwe president van Oekraïne.

Op 20 mei 2019 werd Porosjenko opgevolgd door de komiek en tv-persoonlijkheid Volodymyr Zelensky.

De spanningen in het sinds 2014 aanhoudende conflict in Oost-Oekraïne liepen vanaf februari 2021 verder op door een grote Russische militaire troepenopbouw langs de grens met Oekraïne (zie Aanloop tot de Russische invasie van Oekraïne in 2022).

De Russische president Vladimir Poetin verklaarde tegelijkertijd dat hij een eventuele toetreding van Oekraïne tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) nooit zou accepteren en was naar eigen zeggen bezorgd over de Russischtalige bevolking van het buurland.

Nochtans ontkende de Russische regering lange tijd dat er plannen waren om Oekraïne binnen te vallen.

Op 22 februari 2022 erkende Rusland de onafhankelijkheid van de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loegansk, inclusief hun claims op het gehele grondgebied van respectievelijk de Oekraïense oblasten Donetsk en Loehansk.

Met de goedkeuring van het Russische parlement stuurde hij, onder het mom van een 'vredesmissie', Russische militairen naar de twee separatistische volksrepublieken in Oekraïne.

In de ochtend van 24 februari kondigde Poetin een 'speciale militaire operatie' aan om Oekraïne te 'demilitariseren en denazificeren', waarna Rusland Oekraïne vanuit meerdere kanten binnenviel.


Niet lang nadat de Krim in 2014 door Rusland werd geannexeerd en bezet, volgde een separatistische opstand in het oosten van de Oekraïense regio Donbas.

Dit leidde tot het uitroepen van de Volksrepublieken Donetsk en Loegansk, die door Rusland worden gesteund en inmiddels ook officieel erkend.

De Krim is een schiereiland van Oekraïne in de Zwarte Zee en de Zee van Azov.

De oppervlakte is 26.081 km² en in 2001 was het aantal inwoners 2.033.736.

Op de Krim ligt de autonome republiek van de Krim met als hoofdstad Simferopol en de belangrijkste havenplaats Sebastopol, die geen onderdeel uitmaakt van de republiek.

Etnische Russen vormen circa 60 procent van de bevolking, maar er zijn tal van minderheden, waarvan de Oekraïners en de Krim-Tataren (ondanks een grootschalige deportatie in de Sovjettijd) de grootste zijn.

De Krim vormde al in de klassieke oudheid een belangrijke regio, als poort naar de Pontisch-Kaspische Steppe. Het schiereiland werd achtereenvolgens gekoloniseerd door Grieken, Perzen, Romeinen en Byzantijnen, en was al die tijd in belangrijke mate Griekstalig en oosters-orthodox.

De steppeachtige binnenlanden werden bewoond door een waaier aan volkeren.

Vanaf de 15e eeuw was het Kanaat van de Krim, een de facto vazalstaat van het Ottomaanse Rijk, een machtige speler in de wijde omgeving, mede doordat vanuit de Krim plundertochten tot aan Moskou werden georganiseerd.

De Krim werd in de 18e eeuw door Rusland ingelijfd.

In 1954 werd de Krimse Oblast door de Sovjet-Unie toegewezen aan de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek, maar in februari 2014 werd het schiereiland opnieuw door Rusland geannexeerd, met uitzondering van een deel van de Schoorwal van Arabat.

In juli 2016 voegde Rusland het toe aan het Zuidelijk Federaal District.

De gehele Krim wordt echter door de VN-lidstaten (waaronder Oekraïne), op enkele uitzonderingen na, nog steeds erkend als zijnde deel van het Oekraïense grondgebied.

Op 24 februari 2022 viel het Russische leger Oekraïne binnen en begon de oorlog die nog altijd voortduurt. Veel mensen moesten van de ene op de andere dag hun huis en land verlaten.

Sindsdien hebben veel Oekraïners hun land verlaten.

Veel van deze vluchtelingen hebben ingrijpende verhalen.

Toch zijn er ook mensen die besloten te blijven.

Zij vertellen hoe het is om in oorlogsgebied te wonen.




De geweldsescalatie in Oekraïne komt niet zomaar uit het niets.

We hebben zelf de grens met Rusland opgezocht.

Letterlijk én figuurlijk.

De Nederlandse bevolking heeft deze bemoeienis nooit gewild, blijkt onomstotelijk uit de referendumuitslag van 2016.

Rutte had er lak aan en kaag ook, zij hebben deze oorlog gefinancierd en hulp toegezegd aan Oekraine.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page