koloniale forten
Nederlandse koloniale forten die je waarschijnlijk nog niet kende
De kennis over het koloniale verleden van Nederland beperkt zich vaak tot de eilanden in het Caribisch gebied, Suriname en Indonesië.
Maar de Nederlandse invloed reikte nog veel verder, zo blijkt uit deze forten.
Sint Maarten, Curaçao, Suriname, Sumatra... van deze plekken is wel bekend dat de Nederlandse handelsschepen er aanlegden en koloniën stichtten en lang niet altijd met eerbare bedoelingen.
De lokale bevolking werd geregeld onder druk gezet om hun kostbare goederen voor bodemprijzen te verkopen, tot slaaf gemaakt of gedwongen aan het werk gezet.
De overblijfselen van het Nederlandse koloniale verleden zijn over heel de wereld zichtbaar, bijvoorbeeld in de vorm van forten en voormalige handelsposten.
De kans bestaat dat je geen idee had dat ook in onderstaande landen deze sporen nog steeds zichtbaar zijn.
Fort Elmina, Ghana
Langs de kust van Ghana lagen tijdens de WIC-tijd (West-Indische Compagnie) meer dan 20 Nederlandse forten en handelsposten.
Die hadden we ofwel zelf gebouwd, of veroverd op andere Europese mogendheden.
Deze verzameling aan koloniale gebouwen heette officieel de Nederlandse Goudkust.
Het bekendste en grootste fort is Elmina Castle, ook wel Fort Sint George genoemd.
Het werd in 1482 gebouwd door de Portugezen, maar in 1637 door de Nederlanders ingenomen.
Het werd een centrale handelspost voor goud, en later ook voor slaafgemaakten.
Honderdduizenden Afrikanen gingen hier door door de deur zonder terugkeer..
Eenmaal voorbij de poort werden ze op een schip gezet dat hen naar plantages over heel de wereld verscheepte.
Fort Zeelandia, Taiwan
In 1624 kwam een schip van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) aan om een kolonie te stichten in het huidige Taiwan: Fort Zeelandia.
Een van de doelen was het versterken van de handel met China, dat zijde en porselein produceerde.
Fort Zeelandia werd tussen 1624 en 1634 gebouwd op een zanderig eiland, om de handel met China te versterken.
Een deel van het land bleek bijzonder vruchtbaar, waardoor het idee ontstond om daar suikerplantages te ontwikkelen.
Omdat de Taiwanezen weinig kennis hadden van landbouw, nodigden VOC-functionarissen tienduizenden Chinese boeren uit. Fort Zeelandia viel in 1662 na een bloedig beleg van negen maanden in Chinese handen. Resten van het Nederlandse fort staan nog steeds overeind in de stad Tainan.
Fort Kota Belanda, Maleisië
Ook Maleisië ontkwam niet aan de expansiedrang van de Nederlandse zeevaarders.
De stad Malakka was lange tijd in handen van de VOC, die het veroverde op de Portugezen.
Je vindt er onder meer het Stadthuys, dat in 1650 werd gebouwd als woning voor de Nederlandse gouverneur.
Op het Maleisische eiland Pulau Pangkor vind je ook het fort Kota Belanda, dat ‘Nederlands fort’ betekent in het Maleisisch.
Het werd gebouwd in 1670 en gebruikt om tin in op te slaan.
De VOC streefde naar een monopolie op de tinhandel.
De lokale bevolking verjoeg de Nederlanders in 1690, maar die kwamen na een paar jaar toch weer terug.
In 1743 werden tientallen militairen naar het fort gestuurd om het te beschermen, maar in 1748 verlieten ze het weer om nooit meer terug te keren.
Vlak bij het fort ligt een grote kei, Batu Bersurat Belanda, waar zowel het VOC-logo als de datum 1743 op gemarkeerd zijn.
Van het fort zelf is niet veel meer over, maar je kunt de restanten nog wel bezoeken.
Fort Matara, Sri Lanka
Toen Sri Lanka nog Ceylon heette, maakte onder meer de VOC er de dienst uit.
Op het eiland bevond zich het koninkrijk Kandy, waar afwisselend mee werd gestreden en gehandeld.
Een belangrijke oorzaak van de strijd was het Nederlandse doel om de handel op kaneel te beheersen.
Dat ging gepaard met een brute behandeling van de inheemse bevolking.
In 1761 werd VOC-koopman Lubbert Jan van Eck de 31ste gouverneur van Nederlands-Ceylon.
Hij gaf de opdracht het sterfort van Matara te bouwen, dat de stad moest beschermen tegen invallen van de Kandianen.
Die verzetten zich logischerwijs hevig tegen de Nederlandse onderdrukking.
Op de poort van het sterfort is het wapen van de VOC aangebracht.
In het fort is inmiddels een museum geopend.
Op de poort is het logo van de VOC te zien en de Nederlandse naam van het bouwwerk: Redoute van Eck.
Fort Schoonenburg, Brazilië
Nederlands-Brazilië (Nova Holanda), zo heette de kolonie die in 1630 door de WIC werd gesticht onder leiding van Johan Maurits van Nassau-Siegen.
Naar hem werd de hoofdstad genoemd: Mauritsstad, het huidige Recife.
In de jaren die volgden breidden de Nederlanders hun invloed in Brazilië uit.
Zo veroverden ze in 1637 de huidige deelstaat Ceará op de Portugezen.
Dit gebeurde in eerste instantie met hulp van de inheemse stammen, die de Portugezen en hun suikerplantages liever kwijt dan rijk waren.
In 1649 ontstond er interesse in de zilvermijnen in de omgeving van Ceará.
De Nederlander Matias Beck stichtte daarom Fort Schoonenborch.
De Portugezen wisten dat fort en de rest van Nova Holanda in 1654 te veroveren.
Zij doopten het fort om tot Forte de Nossa Senhora da Assunção en breidden het verder uit.
Rondom de plek van het fort ontstond een stad: Fortaleza.
Het fort zelf is daar nog steeds te bezichtigen.
Keti koti
Comments