top of page

Italië

De naam Italië (Italia) is een oude naam voor het land en de volkeren van Zuid-Italië.

Zijn oorsprong is onduidelijk, maar zou Grieks zijn voor "het land van vee", "Kalveren" of "Kalfsvlees".

Volgens Massimo Pallottino was de naam voor het gebied oorspronkelijk afgeleid van de Itali, een bevolkingsgroep afkomstig uit het huidige Calabrië.

De Grieken gingen geleidelijk de naam voor een groter gebied gebruiken, maar het was pas de tijd van de Romeinse verovering dat de term werd uitgebreid tot het hele schiereiland.

Munten die de naam Italia dragen werden gemunt door een bond van Italische volkeren (Sabijnen, Samnieten, Umbriërs en anderen) die met Rome wedijverden in de 1e eeuw v.Chr.

Omstreeks de tijd van keizer Augustus werd het multi-etnische gebied van Italië in de provincia Italia als centrale eenheid in het Romeinse Rijk opgenomen; Gallia Cisalpina, de Povlakte en omliggende gebieden in het noorden, kwam bijvoorbeeld in 42 v.Chr. bij Italia.

Na de val van het West-Romeinse Rijk en de Lombardische invasies, werden "Italië" of "Italiaan" geleidelijk de collectieve naam voor verschillende staten die op het schiereiland verschijnen en hun overzeese eigendommen.


De geschreven geschiedenis van Italië begint wanneer de Grieken enkele steden stichten in het zuiden van het land. In het noorden van Italië woonden de cisalpiene Kelten (het latere Gallia Cisalpina).

In het centrum heersten de Etrusken en in het zuiden de Grieken, en precies tussen die twee gebieden lag de omstreden provincie Latium, waar de Latijnen, een Italisch volk, woonden.

Rome werd de belangrijkste stad van dit gebied en kreeg steeds meer macht.

Nadat de Romeinen eerst de omliggende steden hadden veroverd, versloegen ze in de 4e eeuw v.Chr. de Etrusken en in de 3e eeuw v.Chr. de Grieken in het zuiden.

Later versloegen ze ook de Galliërs in de Povlakte.

Zo verkregen zij uiteindelijk het gehele Italiaanse schiereiland.

In de derde eeuw werd het Roomse koninkrijk omgevormd tot een republiek.

De Romeinen begonnen hun vele expansie-oorlogen onder leiding van bekende generaals als Scipio Africanus, Aemilius Paullus, Scipio Aemilianus, Gaius Marius, Lucius Sulla, Pompeius en Julius Caesar.


Het Romeinse Rijk op zijn hoogtepunt, onder keizer Trajanus

In de 3e en 2e eeuw v.Chr. werden de Punische oorlogen tegen de stad Carthago uitgevochten.

Hierbij trok de beroemde Carthaagse generaal Hannibal met zijn hele leger via Spanje over de Alpen en vocht in geheel Italië voordat hij verjaagd kon worden.

Nadat Carthago in 146 v.Chr. definitief was verslagen hadden de Romeinen de macht in het gebied van de Middellandse Zee.

Veel oorspronkelijk Carthaagse en Griekse kolonies in Afrika, Frankrijk en Spanje behoorden nu tot het Romeinse Rijk.

Rond 200 v.Chr. kwam ook Griekenland zelf onder Romeinse heerschappij en daarbij de Griekse kolonies in het oosten, zoals Klein-Azië Syrië Palestina en Egypte.

Julius Caesar veroverde tussen 60 en 50 v.Chr. heel Gallië. 27 v.Chr. vormde de start van het Romeinse Keizerrijk en de start van de Pax Romana, een vredevolle periode waarin Rome tot bloei kwam en de culturele, politieke en economische hoofdstad van (bekende) wereld werd: het Caput Mundi.

Het was Keizer Claudius die 100 jaar later Britannia aan het rijk toevoegde.



Trajanus was de laatste grote veroveraar.

Hij veroverde aan het begin van de 2e eeuw Dacië en grote delen van het Parthische rijk al moest dat gebied al snel weer opgegeven worden.

Onder Trajanus bereikte het Romeinse Rijk zijn grootste omvang.

Het grondgebied liep van Noord-Engeland tot Egypte.

Zijn opvolgers consolideerden de grenzen.

Alle pogingen om de Germanen te verslaan en hun grondgebied te bezetten mislukten.

Een lange periode van relatieve vrede brak aan.

De Romeinen verspreidden het Latijn en hun cultuur over hun rijk.

Germaanse stammen werden aan de grenzen toegelaten en mochten in bijvoorbeeld België wonen als ze zich maar aan de Romeinse regels hielden.

De dood van Marcus Aurelius in 180 en de crisis van de derde eeuw markeerden het einde van het gouden tijdperk van Rome en het begin van het verval.

In 284 werd het rijk gesplitst in een West-Romeins Rijk en een Oost-Romeins Rijk.

Het Westelijke Rijk ging in 476 ten onder door de Germaanse volksverhuizing.



Omdat het Romeinse Rijk een zo grote omvang had, was het niet goed te verdedigen en werd het uiteindelijk opgedeeld in twee verschillende rijken.

Het westelijke deel omvatte de tegenwoordige landen Italië, Frankrijk, Spanje, Portugal, Zwitserland, Oostenrijk, delen van Duitsland en Nederland, België en een deel van Hongarije en Joegoslavië.

Het oosterse rijk omvatte Griekenland, Turkije, Syrië, Libanon, Israël, Egypte, en delen van Libië, Tunesië en Algerije.

In 286 verhuisde keizer Diocletianus de hoofdstad van West-Romeinse Rijk naar Milaan. Constantijn de Grote maakte van Byzantium de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk (330), dat hij Nova Roma noemde, maar al gauw als Constantinopel bekendstond.

In 402 verhuisde keizer Honorius voor een tweede maal de hoofdstad van West-Romeinse Rijk, ditmaal naar Ravenna.

Het Oost-Romeinse Rijk hield vast aan de oude gebruiken, maar het westelijke deel nam steeds meer Germanen in dienst als soldaten en zelfs als senatoren.

Aan het eind van de 4e eeuw kwam de Grote Volksverhuizing op gang.

Dit leidde ertoe dat Germaanse en andere barbaarse volkeren de Romeinse grens overstaken en de volken die daar al woonden verdreven of onderwierpen.

Dit leidde tot grote onrust en al snel trokken de Romeinen zich uit Noordwest-Europa terug.

De macht van het West-Romeinse Rijk was niet groot meer en de laatste keizer werd door een Germaan, Odoaker, in Romeinse dienst in 476 afgezet.

Slechts rond de Franse rivier Loire wist een klein Romeins rijk zich nog enige jaren te handhaven tegen de Germanen, het rijk van Syagrius.

Na de val van het westelijke rijk vestigden Goten en Longobarden zich in Italië, al deed de Oost-Romeinse keizer Justinianus in de 5e eeuw nog een mislukte poging het oude Romeinse Rijk te herstellen door delen van Italië te veroveren en te bezetten.

De Germaanse stammen deden ook een aanval op het oosterse rijk, maar wisten daar geen noemenswaardige veroveringen te verwezenlijken, slechts een deel van Afrika werd veroverd.



Na de Italiaanse Veldtocht van 1796-1797 onder leiding van Napoleon Bonaparte werd de kaart van Noord-Italië grondig hertekend.

De republiek Venetië werd verdeeld tussen Frankrijk en Oostenrijk. Onder andere werd het hertogdom Milaan, de Cisalpijnse Republiek, het groothertogdom Toscane werd het koninkrijk Etrurië en de Kerkelijke Staat werd de Romeinse Republiek.

De herschikkingen volgende elkaar snel op.

De Cisalpijnse Republiek werd de Italiaanse Republiek (1802-1805) en daarna werd het oostelijk deel van Noord-Italië, het koninkrijk Italië (1805-1814) onder leiding van Eugène de Beauharnais, de stiefzoon van Napoleon en het westelijke deel inclusief Etrurië en de Kerkelijke Staat werden ingelijfd bij het Eerste Franse Keizerrijk.



Bij het uitroepen van het Koninkrijk Italië, hoorden er nog twee regio's niet bij, Veneto, in handen van Oostenrijk en de Kerkelijke Staat, onder protectie van Frankrijk.

Veneto sloot aan na de Derde Italiaanse Onafhankelijkheidsoorlog, een onderdeel van de Oostenrijks-Pruisische Oorlog en het daarna gesloten Verdrag van Wenen (1866).

De zogenaamde "Romeinse Kwestie", het lot van de Kerkelijke Staat zal nog duren tot de inname van Rome in 1870. Paus Pius IX verloor zijn wereldlijke macht, de eenheid van Italië was nu een feit, maar het bleef wel een etterbuil in het zeer katholieke Italië.

Pas in 1929 werd dit probleem opgelost, toen Benito Mussolini in het Verdrag van Lateranen de paus toestond om van Vaticaanstad een zelfstandige staat te maken.

Umberto I kreeg de bijnaam de Goede, hij stond dicht bij zijn volk en leger.

Bij rampen stond hij in de bres en van het leger ontving hij een gouden medaille voor zijn grote moed.

Hij respecteerde de grondwet en volgde het parlement zo veel mogelijk in zijn keuze van premiers.

Hij werkte mee aan de totstandkoming van de Triple Alliantie (1882).

Hij was van plan een groot koloniaal rijk in Oost-Afrika te stichten, maar zijn ambitie werd gedwarsboomd toen het Italiaanse leger op 1 maart 1896 vernietigend werd verslagen door het leger van Ethiopië in de Slag bij Adwa.

De grote populariteit van de koning verminderde daarna.

Niettemin werd hij zeer gehaat in extreemlinkse kringen vooral onder de anarchisten en werd door een van hen vermoord op 29 juli 1900.

Victor Emanuel III zette het werk van zijn vader verder.

Hij was liberaal gezind en een hard en plichtsgetrouw werker, die grote idealen over het koningschap had. Italië sloot in 1902 een overeenkomst met Frankrijk, die inhield dat Frankrijk Italië de vrije hand liet in de in Noord-Afrika gelegen Ottomaanse provincie Tripolitanië in ruil voor een soortgelijke verklaring van Italië ten aanzien van Marokko.

Toen Marokko in de zomer van 1911 inderdaad een Frans protectoraat geworden was, verklaarde Italië op 25 september 1911 het Ottomaanse Rijk de oorlog.

Met de Vrede van Lausanne (1912) stemde het Ottomaanse Rijk in met de creatie van Italiaans-Libië.



Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Italië formeel bondgenoot van de Centralen, maar verklaarde zich aanvankelijk neutraal omdat het de Centralen als agressors beschouwde.

Bovendien had het de ambitie een Groot-Italië te worden, waartoe het op delen van Oostenrijk-Hongarije aanspraak maakte.

De Britten zochten toenadering tot Italië: bij het pact van Londen werd Italië royale gebiedsuitbreiding beloofd als het mee zou vechten aan de zijde van de Entente.

Dit deed Italië uiteindelijk en het verklaarde Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk de oorlog. Italiaanse legers vochten in Libië tegen de Turken, en in Zuid-Tirol tegen Oostenrijk-Hongarije.

Italië was echter een doorn in het oog van de Entente: het land wist in Libië grote overwinningen te behalen, maar dat waren dan ook de enige van de gehele oorlog.

In het noorden openden de Italianen een offensief tegen Oostenrijk-Hongarije, dat toen de tegenwoordige Italiaanse regio Zuid-Tirol in handen had.



In de oostelijke Alpen werden ze echter in 1917 in de Slag bij Caporetto verslagen en door een Duits-Oostenrijkse aanval zelfs teruggedreven, waardoor de frontlinie op 50 kilometer van Venetië kwam te liggen. Kleine Britse en Franse eenheden hielpen de Italianen en langzaam boekten ze enige overwinningen. Oostenrijk-Hongarije capituleerde en Italië kreeg de volgende regio's toegewezen volgens het Pact van Londen:

  • Zuid-Tirol.

  • Triëst.

  • Istrië.

  • een deel van Dalmatië.

  • Albanië werd een protectoraat van Italië.

  • als gevolg van het uiteenvallen van het Ottomaanse rijk kregen de Italianen de controle over Libië.

  • Italiaans-Eritrea en Italiaans-Somaliland werden internationaal erkend als Italiaanse koloniën.

Mussolini verbond zich in 1939 met het nazi-Duitsland van Adolf Hitler (de As Rome-Berlijn) en zo kwam hij regelrecht in de vuurlinies van de Tweede Wereldoorlog.

Na de Poolse Veldtocht en de oorlogsverklaringen tussen Engeland en Frankrijk aan de ene zijde en nazi-Duitsland aan de andere zijde, bleef Italië aanvankelijk afzijdig.

Pas toen het Franse leger vrijwel was verslagen verklaarde Mussolini de oorlog aan de geallieerden en deed het Italiaanse leger een inval in het zuiden van het land.

De Italianen wisten echter maar enkele kleine steden te veroveren en kwamen niet verder omdat ze nu het grondgebied van Vichy-Frankrijk moesten erkennen.

Daarna wende Mussolini zich naar Afrika en de Balkan en hoopte via een grootse aanval Griekenland, Egypte en misschien ook Soedan te bezetten.

De Italiaanse offensieven liepen echter overal al snel vast en in de Grieks-Italiaanse oorlog werden zelfs delen van het Italiaans protectoraat Albanië heroverd.

Pas toen Duitse troepen te hulp schoten werden de geallieerden in Griekenland en de Italiaanse kolonie Libië teruggedreven. Italië kreeg nu Montenegro, Kosovo, Dalmatië en grote delen van Griekenland, en het Italiaanse rijk bereikte zijn hoogtepunt.

De loop van de oorlog begon echter te keren toen de geallieerden het Duitse Afrikakorps uit Tunesië en Libië verdreven en optrokken naar Sicilië.

Het eiland werd veroverd, en de geallieerden begonnen de Italiaanse Veldtocht waarin ze moeizaam naar het noorden optrokken.

De fascistische hoge raad en de koning verklaarden geen vertrouwen meer in Mussolini te hebben, en zetten hem af.





Het nieuwe staatshoofd werd Pietro Badoglio en Mussolini werd gevangengezet.

Italië sloot vrede met de geallieerden en verklaarde de oorlog aan Duitsland en de asmogendheden.

Op 12 september 1943 werd Mussolini door de Duitsers bevrijd.

Hij werd aan het hoofd geplaatst van de Italiaanse Sociale Republiek, een zwaar onder Duitse invloed staande marionettenregering in Noord-Italië, met Salò aan het Gardameer als hoofdstad.

Deze republiek moest Zuid-Tirol aan Duitsland afstaan en verloor continu grondgebied aan de geallieerde opmars.

Nadat de laatste Duitse SS-eenheden zich in april 1945 overgaven in Noord-Italië werd Mussolini door partizanen gearresteerd en vermoord.

Zijn lichaam werd ondersteboven opgehangen aan het dak van een benzinestation in Milaan.

Na de oorlog moest Italië onder andere de Dodekanesos en Istrië afstaan.

In 1946 sprak de Italiaanse bevolking zich in een referendum uit voor de invoering van een republiek.

Vanwege zijn collaboratie met de fascisten werd koning Victor Emanuel III verbannen en mocht samen met zijn mannelijke familieleden nooit meer voet op Italiaans grondgebied zetten.

Vrouwelijke familieleden mochten wel het land in, maar deden dit niet. In 2002 werd deze ban opgeheven. Sindsdien zijn de nazaten van de laatste koning weer welkom in hun vaderland.



Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page