top of page

De Russisch-Oekraïense oorlog

De Russisch-Oekraïense oorlog is een reeks militaire acties die in februari 2014 is begonnen, waaronder bezetting van het schiereiland de Krim, oorlog in de regio Donbas in Oost-Oekraïne en aanverwante activiteiten op andere locaties.



De Russisch-Oekraïense oorlog ontstond in het voorjaar van 2014, nadat de Oekraïense president Viktor Janoekovytsj in februari was afgezet na pro-westerse betogingen en Rusland de Krim bezette.

Dit leidde vervolgens tot protesten in de oostelijke en zuidelijke delen van Oekraïne.

In de Oost-Oekraïense oblasten Donetsk en Loehansk escaleerden de protesten in een gewapend conflict, nadat rebellen vanaf 6 april 2014 diverse regeringsgebouwen bezetten en de Oekraïense regering in reactie daarop het leger inzette.

De opstandelingen wisten de steden Donetsk en Loehansk in handen te krijgen, alsmede het gebied ten zuidoosten daarvan tot aan de Russische grens, alwaar zij de volksrepubliek Donetsk en volksrepubliek Loegansk uitriepen om als de Krim een deel van Rusland te worden.

De overige gebieden in Donbass bleven onder het gezag van het Oekraïense leger.

Op 5 september 2014 werd, onder internationale druk, een eerste staakt-het-vuren afgesproken, het Akkoord van Minsk, dat echter van beide kanten slecht werd nageleefd.

Een nieuw staakt-het-vuren, Minsk II, kwam op 12 februari 2015 tot stand.

Dit akkoord werd een tijdlang wel redelijk nageleefd, maar in de loop van 2016 laaide het geweld toch weer sterker op.

Het conflict heeft gezorgd voor een verdere verslechtering van de relaties tussen Rusland en het Westen, die al sterk waren bekoeld als gevolg van de annexatie van de Krim.

Het Westen beschuldigt Rusland ervan de opstandelingen zowel financieel alsook militair te steunen, terwijl het Westen door Rusland juist wordt gezien als verantwoordelijke voor het uit de hand lopen van het conflict.


Ook nadat Oekraïne in 1991 een onafhankelijk land werd, wordt het door Rusland gezien als een deel van zijn interessegebied.

Professor internationale betrekkingen Iulian Chifu en zijn co-auteurs beweren dat Rusland met betrekking tot Oekraïne een gemoderniseerde versie van de Brezjnevdoctrine over "beperkte soevereiniteit" nastreeft, die dicteert dat de soevereiniteit van Oekraïne niet groter mag zijn dan die van het Warschaupact voorafgaand aan de ondergang van de Sovjet-invloedssfeer.

Deze bewering is gebaseerd op verklaringen van Russische leiders dat een mogelijke integratie van Oekraïne in de NAVO de nationale veiligheid van Rusland in gevaar zou brengen.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie behielden beide landen zeer nauwe banden.

Tegelijkertijd waren er verschillende knelpunten, met name het aanzienlijke nucleaire arsenaal van Oekraïne, dat Oekraïne in het Memorandum van Boedapest inzake veiligheidsgaranties had willen verlaten, op voorwaarde dat Rusland (en de andere ondertekenaars) een garantie tegen bedreigingen of gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van Oekraïne.

In 1999 was Rusland een van de ondertekenaars van het Handvest voor Europese veiligheid, waar het "het inherente recht van elke deelnemende staat bevestigde om vrij te zijn in het kiezen of wijzigen van zijn veiligheidsregelingen, met inbegrip van alliantieverdragen, naarmate deze zich ontwikkelen"; beide zouden in 2014 waardeloos blijken te zijn.

Een tweede punt was de splitsing van de Zwarte Zeevloot.

Oekraïne stemde ermee in de haven van Sevastopol te leasen, zodat de Russische Zwarte Zeevloot deze samen met Oekraïne kon blijven bezetten.

Vanaf 1993, tot en met de jaren 1990 en 2000, hebben Oekraïne en Rusland verschillende gasconflicten gevoerd.




Dagen nadat de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj in de laatste week van februari 2014 de hoofdstad van Kiev ontvluchtte, begonnen gewapende mannen die tegen de Euromaidan-beweging waren, de controle over het Krim-schiereiland over te nemen.

In de hoofdstad van de Autonome Republiek de Krim, Simferopol, en de onafhankelijk bestuurde havenstad Sevastopol, de thuishaven van een Russische Marinebasis onder het Kharkiv-pact van 2010, werden controleposten opgericht door niet-gemarkeerde Russische soldaten met groene uniformen en uitrusting van militaire kwaliteit.

Voor Rusland was de Krim van groot strategisch belang omdat daar, in Sebastopol, een grote basis lag van de Zwarte Zeevloot. Afscheiding van de Krim dreigde.

De meeste Krim-Tataren (ca. 12,1% van de Krimbevolking) waren echter tegen Russisch ingrijpen en steunden de nieuwe machthebbers in Kiev.

De Mejlis van de Krim-Tataren heeft bij monde van voorzitter Refat Choebarov opgeroepen tot het vormen van zelfverdedigingsploegen.

Op de Krim hebben op 27 februari 2014 tientallen gewapende mannen het parlementsgebouw in de regionale hoofdstad Simferopol bezet.

Ze hesen de Russische vlag.

Twee vliegvelden bij Simferopol en Sebastopol zijn bezet door Russische militairen.

Ook het gebouw van de Oekraïense staatstelevisie in Simferopol is door een pro-Russische militie of Russische militairen bezet.

De acties zijn bedoeld om "de positie aan de Zwarte Zee te behouden".

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties komt in New York bijeen vanwege de Krimcrisis.

Op 1 maart kreeg president Poetin van de Russische Federatieraad toestemming om de strijdkrachten in te zetten in Oekraïne.

Poetin had daar zelf om gevraagd.

Volgens hem zijn de troepen nodig op de Krim om de etnische Russen en de Zwarte Zeevloot te beschermen. Het Kremlin spreekt over de inzet van militairen op het grondgebied van Oekraïne.

Dat laat de mogelijkheid open om elders dan de Krim troepen in te zetten.

Drie uur later liet waarnemend president Oleksandr Toertsjynov weten dat het Oekraïense leger is overgegaan tot mobilisatie en hij waarschuwde Rusland dat elke militaire actie in Oekraïne zou leiden tot oorlog.

Op 6 maart 2014 stemde het Krimse parlement in met een decreet dat bepaalde dat de Krim een deel van Rusland werd.

Ter voorbereiding hierop werd op 11 maart de onafhankelijkheid uitgeroepen.

Op 16 maart 2014 werd een referendum over aansluiting bij Rusland gehouden, waarbij de grote meerderheid van de bevolking voor aansluiting stemde.

Oekraïne, de Europese Unie en de Verenigde Staten erkennen dit referendum echter niet, omdat zij voorafgaande onderhandelingen met Oekraïne nodig achten, en omdat de Russische militaire aanwezigheid de vrijheid van de stemming zou verstoren.

Op 18 maart 2014 werd officieel bekendgemaakt dat de Krim geannexeerd was door Rusland.

Dit wordt buiten Rusland alleen erkend door Wit-Rusland.

Op 24 maart besloot de Oekraïense regering om al haar soldaten en hun familieleden van de Krim te evacueren.

Sinds de annexatie vinden er op de Krim op grote schaal landonteigeningen en andersoortige confiscaties plaats, die niet zelden als 'nationalisaties' worden aangeduid.

Voor de ontsluiting van de Krim opende de Russische federatie de Kertsjbrug over de Straat van Kertsj.

Op 25 november 2018 blokkeerde de Russische Marine deze zeestraat, die de doorgang vormt tussen de Zwarte Zee en de Zee van Azov.



Nadat de Oekraïense president Viktor Janoekovytsj in februari was afgezet na pro-westerse betogingen, bezette Rusland de Krim.

In de Oost-Oekraïense oblasten Donetsk en Loehansk leidde dit vervolgens tot een gewapend conflict.

De opstandelingen wisten de steden Donetsk en Loehansk in handen te krijgen, alsmede het gebied ten zuidoosten daarvan tot aan de Russische grens, alwaar zij de volksrepubliek Donetsk en volksrepubliek Loegansk uitriepen om als de Krim een deel van Rusland te worden.

De overige gebieden in Donbass bleven onder het gezag van het Oekraïense leger.

Op 11 mei schreven de separatisten een referendum uit over de onafhankelijkheid van Donetsk.

Onafhankelijke waarnemingen waren tijdens het referendum onmogelijk, maar volgens de separatisten was 89% voor afscheiding. De volgende dag verklaarde Donetsk zich onafhankelijk.

Het scenario herhaalde zich in Loehansk, wat leidde tot de uitroeping van de onafhankelijke Volksrepubliek Loegansk.

Igor Girkin werd uitgeroepen tot leider van de rebellen, en hij verklaarde dat alle Oekraïense militairen en leden van de politie zich moesten onderwerpen of anders binnen 48 uur het gebied moesten verlaten, anders zouden ze als terroristen worden vervolgd.

Volgens Oekraïne en het Westen waren de referenda gemanipuleerd door Rusland.

Op 5 september 2014 werd een eerste staakt-het-vuren afgesproken, het Akkoord van Minsk, dat echter van beide kanten slecht werd nageleefd.

Een nieuw staakt-het-vuren, Minsk II, kwam op 12 februari 2015 tot stand.

Dit akkoord werd een tijdlang wel redelijk nageleefd, maar in de loop van 2016 laaide het geweld toch weer sterker op.

Op 25 januari 2016 maakte de Oekraïense regering bekend dat Oekraïne Rusland zou gaan aanklagen vanwege de annexatie van de Krim.

Volgens het Oekraïense persbureau Unian zou de Oekraïense regering bij onder meer het Internationaal Zeerechttribunaal en het Internationaal Gerechtshof de annexatie aanhangig maken.



Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page