top of page

Constantijn de Grote

Flavius Valerius Aurelius Constantinus (Naissus, 27 februari ca. 273 of 280 - Ancyrona, 22 mei 337), beter bekend als Constantijn de Grote, was een Romeins keizer.

In juli 306 werd hij door zijn troepen uitgeroepen tot imperator en Augustus.

Vanaf 308 werd hij als imperator en Augustus erkend.



Door allianties, militaire overwinningen en meevallers (onder meer de verdrinkingsdood van usurpator Maxentius in 312 bij de Slag bij de Milvische Brug) ging hij over een steeds groter deel van het Romeinse Rijk regeren, tot hij vanaf 324 alleenheerser werd.

Maxentius wilde overigens slechts, net als Constantijn, zijn vader die augustus was geweest opvolgen.

Constantijn is vooral bekend als de eerste Romeinse keizer die het christendom zou hebben aangehangen en die de grondslag legde voor de christelijke fase van het Romeinse Rijk, dat zich verder zou ontwikkelen tot het Byzantijnse Rijk.

Door het legendarische 'visioen van Constantijn', vlak voor de Slag bij de Milvische Brug, zou Constantijn tot het christendom zijn bekeerd, maar de oudste bron hierover, een lofrede van 310 (Panegyricus VI), meldt dat Constantijn tijdens een visioen door de heidense goden Apollo en Victoria lauwerkransen kreeg aangereikt.

De goden voorspelden hem een grote toekomst.

Het heidense visioen werd tijdens de viering van zijn vijfjarige bewind in 310 door Constantijn gebruikt om de politieke koers aan te kondigen, die uiteindelijk tot zijn alleenheerschappij zou leiden.

Van een bekering is mogelijk pas midden jaren twintig sprake.

Tijdens zijn leven waren er al verschillende versies van het visioen.

Constantijns leven kende veel slachtoffers in eigen familie: Constantijn was verantwoordelijk voor zowel de dood van zijn schoonvader oud-augustus Maximianus, als diens zoon Maxentius.

Terwijl Constantijn alles aan Maximianus te danken had.

Maximianus promoveerde immers Constantijns vader van pretoriaanse prefect tot caesar en augustus.

Maximianus was via zijn dochters Theodora en Fausta zowel de schoonvader van zijn vader Constantius als van Constantijn zelf.

Constantius had Constantijns moeder verlaten om met Maximianus' dochter te kunnen trouwen.

Constantijn was onder meer ook verantwoordelijk voor de dood van zijn zoon Crispus, echtgenote Fausta en zwager augustus Licinius.

Ook na Constantijns overlijden werden er verschillende familieleden vermoord om ruim baan te maken voor zijn drie zonen.

Met zijn edict van Milaan (313) beloofde Constantijn dat christenen hun religie vrij mochten belijden en dat zij herstelbetalingen zouden ontvangen voor geleden schade door christen vervolgingen.

Aan de christenvervolgingen maakte augustus Galerius al in 311 een einde.

Constantijn organiseerde kerkvergaderingen: het Concilie van Arles (314) en Concilie van Nicea (325).

Hij raakte betrokken bij religieuze discussies, waar hij niet voor was opgeleid: hij was 'in de letteren weinig geschoold'.

Een andere grote daad was de verplaatsing van de keizerlijke residentie naar Byzantion, dat hij zelf Nova Roma noemde, maar later naar hem Constantinopel (Κωνσταντινούπολις Kōnstantinoúpolis, "Stad van Constantijn") werd genoemd.

Constantinopel was strategisch gelegen aan een kruispunt van zowel land- als zeeroutes, en dichter bij het economische zwaartepunt van het rijk.

In 359 zou het officieel de hoofdstad van het Romeinse Rijk worden.

In de Byzantijnse liturgische kalender, gevolgd door de oosters-orthodoxe kerk en oosters-katholieke kerken met Byzantijnse ritus, zijn zowel Constantijn als zijn moeder Helena opgenomen als heiligen.

Hoewel hij niet is opgenomen in de Latijnse lijst van heiligen, wordt hij in de westerse traditie wel "de Grote" genoemd.

In de moderne tijd worden hij, zijn bekering en zijn toestaan van het christendom echter kritischer bekeken.

Constantijn wordt een politieke agenda toegedicht, al is onzeker in welke mate dit van invloed was.

Men spreekt van de "Konstantinische Wende": van een groep verschillende, kleine, vervolgde, pacifistische in het Romeinse Rijk verspreide christelijke kerkjes naar een geïnstitutionaliseerde rijkskerk onder een gezag.

Eén rijk, één keizer, één godsdienst.

Was dienen in een leger eerst niet christelijk, nu werd het steeds meer een edele zaak, ook voor een christen.

Dienstweigeraars werden na het Concilie van Arles geëxcommuniceerd.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page