top of page

Afrika

Afrika is qua oppervlakte het op een na grootste continent op Aarde.

Alleen Azië is groter.

Wanneer men echter Noord- en Zuid-Amerika als één continent ziet, staat Afrika op de derde plaats.

Het beslaat zo'n 30.244.050 vierkante kilometer (vasteland en eilanden samen), wat 20,3% van de totale landoppervlakte van de aarde is.

Er wonen meer dan 1 miljard mensen, wat ongeveer een zevende van de wereldbevolking is.

Vrijwel geheel Afrika behoort tot de derde wereld.

Sommige mensen rekenen het hele continent hiertoe, anderen alleen de landen ten zuiden van de Sahara, met uitzondering van Zuid-Afrika.

De naam Africa was in de Oudheid eerst voorbehouden aan het gebied van het huidige Tunesië.

De Romeinse provincie Africa besloeg de Tunesische en Libische kustgebieden.

Later werd de hele kuststrook Africa genoemd en in de tijd van de ontdekkingsreizen werd het hele continent hiermee aangeduid.

De waarschijnlijkste theorieën wijzen op een Berberse of Fenicische afkomst.

In de oudheid bewoonden verschillende Noord-Afrikaanse stammen grotten, het zogenaamde 'Afer'-volk. Volgens de meeste historici heeft deze bevolkingsgroep haar naam gegeven aan het werelddeel.

De meest geaccepteerde theorie is dat de naam van het Berberse ifri (meervoud: ifran, "grotten") komt en gelatiniseerd is naar afri.

De term is in verschillende Berberse plaats- en stamnamen terug te vinden.

Een andere mogelijkheid is dat de naam komt van het Fenicische afar, wat stof betekent.

De 54 zelfstandige staten van Afrika omvatten een veelvoud aan volkeren en culturen.

Noord-Afrika is gericht op de Arabische cultuur van het Midden-Oosten, terwijl de overige delen van Afrika een geheel andere cultuur hebben.

De meeste Afrikanen wonen op het platteland.

Meestal verbouwen ze hun eigen voedsel.

Zelden komt het voor dat zij genoeg hebben om ook iets te verkopen of te ruilen.

Vele families bebouwen al generaties lang dezelfde akkers en wonen met hun hele familie in hetzelfde dorp.

Soms trekt de jeugd naar de stad om voor een paar jaar geld te verdienen, bijvoorbeeld in de mijnbouw of in een fabriek.

Ze komen dan met spaargeld terug en stichten een gezin.

Er worden veel verschillende gewassen verbouwd, afhankelijk van de locatie.

In de vruchtbare tropische gebieden en regenwouden verbouwt men bijvoorbeeld yams, cassave en bananen, terwijl de boeren in drogere streken vee fokken en graan verbouwen.

De dorpen op het platteland worden door verschillende stammen bevolkt.

Sommige volksstammen, zoals de Kikuyu's in Oost-Afrika, wonen al generaties lang in hetzelfde dorp.

Andere volken, zoals de Arabieren, zijn nog niet zo lang geleden vanuit andere delen van Afrika of zelfs andere continenten naar hun huidige woongebied gekomen.

Weer andere volkeren trekken als nomaden voortdurend naar nieuwe oorden.

De verschillende culturen houden niet op bij de landsgrenzen.

Mensen met dezelfde cultuur wonen soms in delen van een aantal aangrenzende landen. Andersom wonen in één land vaak verschillende stammen.

De grootste steden in Afrika zijn Caïro in Egypte (16,4 miljoen inwoners), Lagos in Nigeria (14,9 miljoen inwoners) en Kinshasa in de Democratische Republiek Congo (11,2 miljoen inwoners).

In Afrika komen veel burgeroorlogen voor.

Deze worden dikwijls veroorzaakt door politieke onrust, twisten en corrupte regeringen. In Tsjaad woedde jarenlang een burgeroorlog tussen het woestijnvolk de Toeareg, gesteund door Libië, en de boeren uit vruchtbaarder streken.

Gevechten tussen de Noord-Ndebele- en Shonastammen in Zimbabwe hebben aan velen duizenden mensen het leven gekost.

De burgeroorlog in Rwanda tussen Hutu's en Tutsi's is een voorbeeld van een recente burgeroorlog waarin meer dan 800.000 doden vielen te betreuren.

Ook hongersnood veroorzaakt veel ellende.

Als de oogst tegenvalt, verhongeren er binnen een paar maanden duizenden of zelfs miljoenen mensen.

Tegenvallende oogsten kunnen het gevolg zijn van waterschaarste, verwoestijning en klimaatveranderingen.

Veel industrielanden hebben belangen in de ontginning van grondstoffen in Afrika, variërend van koper, goud, diamanten en aardolie tot koffie.

De exploitatie van deze grondstoffen, alsook het bezit van watervoorraden in gebieden met waterschaarste, is oorzaak van conflicten.

Afrika bestaat uit 54 onafhankelijke staten en een aantal niet-onafhankelijke gebieden.

Onafhankelijke landen
  • Algerije

  • Angola

  • Benin

  • Botswana

  • Burkina Faso

  • Burundi

  • Centraal-Afrikaanse Republiek

  • Comoren1

  • Congo-Brazzaville

  • Congo-Kinshasa

  • Djibouti

  • Egypte (deels ook in Azië ten oosten van de Landengte van Suez)

  • Equatoriaal-Guinea

  • Eritrea

  • Ethiopië

  • Gabon

  • Gambia

  • Ghana

  • Guinee

  • Guinee-Bissau

  • Ivoorkust

  • Kaapverdië1

  • Kameroen

  • Kenia

  • Lesotho

  • Liberia

  • Libië

  • Madagaskar1

  • Malawi

  • Mali

  • Marokko

  • Mauritanië

  • Mauritius1

  • Mozambique

  • Namibië

  • Niger

  • Nigeria

  • Oeganda

  • Rwanda

  • Sao Tomé en Principe1

  • Senegal

  • Seychellen1

  • Sierra Leone

  • Soedan

  • Somalië

  • Swaziland

  • Tanzania

  • Togo

  • Tsjaad

  • Tunesië

  • Zambia

  • Zimbabwe

  • Zuid-Afrika

  • Zuid-Soedan

Niet-onafhankelijke gebieden
  • Bassas da India1

  • Canarische Eilanden 1

  • Ceuta

  • Europa1

  • Glorieuzen1

  • Juan de Nova1

  • Madeira 1

  • Mayotte1

  • Melilla

  • Réunion1

  • Tromelin1

Gebieden met betwiste status / bezette gebieden zijn Somaliland en de Westelijke Sahara.

Afrika is de bakermat van de mens.

Als we de gegevens van de paleontologie en de archeologie mede in beschouwing nemen, heeft de mens in Afrika een lange geschiedenis.

Door fysisch-antropologen wordt Afrika beschouwd als de plaats waar de diersoort Mens voor het eerst ontstaan is.

De verschillende mensachtigen, zoals Australopithecus afarensis en Homo habilis evolueerden later tot de moderne mens of Homo sapiens.

Van zowel Homo habilis als de uitgestorven zijtak Homo erectus zijn diverse werktuigen (bijlen, pijlpunten etc) gevonden.

De oudste vondsten van resten van onze eigen soort Homo sapiens sapiens komen uit Afrika.

Veel van deze vroegste geschiedenis van Afrika is in nevelen gehuld.

De oudste mensen in Afrika waren jagers en verzamelaars.

Tegenwoordig leeft nog een klein aantal mensen zo, met name de Bosjesmannen (!Kung,!Xam etc.) van het Kalahari-gebied.

Een groot deel van Afrika bezuiden de Evenaar werd ooit door Khoisan-sprekende mensen bewoond. Zij waren jagers en verzamelaars, maar sommigen (bijvoorbeeld de Khoi van het Kaapland) gingen later over op veeteelt en landbouw.

Na het einde van de ijstijd waren er perioden waarin de Sahara een groen en vruchtbaar gebied was. Zowel vanaf de kust van de Middellandse Zee als vanuit het zuiden vestigden er zich mensen.

Het rund werd het eerst in dit gebied tot huisdier gemaakt.

Met de uitdroging van de Sahara trokken de bewoners zich samen in een aantal oasen en -vooral- in het dal van de Nijl.

Daar ontstond een van de vroegste georganiseerde beschavingen, het Oude Egypte.

De economie van deze eerste staat dreef op de landbouw, voornamelijk het verbouwen van graan.

Verder zuidelijk was al vroeg het gebruik van ijzer en van landbouw en veeteelt doorgedrongen.

Dit had tot gevolg dat de sprekers van Bantu-talen zich geleidelijk vanuit hun bakermat ergens bij het huidige Kameroen over heel centraal, oostelijk en zuidelijk Afrika begonnen te verspreiden.Klassieke

Egypte had al vroeg contacten diep het achterland in.

Zo was Koesj dan weer deel van Egypte, dan weer een eigen staat die zelfs in de latere tijd Egypte zou overheersen.

De Egyptische invloed strekte echter verder zuidelijk tot in het huidige Ethiopië toe.

Rond het begin van de jaartelling was de gehele noordkust van Afrika deel van het Romeinse Rijk.

Zo is het continent ook aan zijn naam gekomen: Africa was de Latijnse naam voor de landstreek rond het huidige Tunesië.

Noord-Afrika was een van de toonaangevende gebieden wat de cultuur betreft.

Met de komst van het christendom werd dit hele gebied aanvankelijk christelijk.

Hoewel de sluiting van de Isis-tempel in Elefantine door de zuiderburen niet in dank werd afgenomen, drong het nieuwe geloof al spoedig ook in Nubië door.

Later zou het zich ook naar Ethiopië verspreiden.

Bij de komst van de islam bleef Nubië nog lang (tot 16e eeuw) aan het Koptische geloof vasthouden en voor Ethiopië geldt dat tot op de dag van vandaag.

In de vijfde en zesde eeuw ontstonden in West-Afrika het grote rijk van het oude Ghanese rijk en van Kanem-Bornu, die in de elfde eeuw werden binnengevallen door de noordelijke buren. In 1230 viel de hoofdstad van Ghana.

Van de dertiende tot halverwege de zestiende eeuw ontstonden daarop ten zuiden van de Sahara de grote islamitische rijken van Songhai en Mali (hoofdstad Timboektoe).

Mekka is voor een groot deel gebouwd van geld van deze bloeiende koninkrijken.

In dezelfde periode bloeide in zuidelijk Afrika de ijzertijdcultuur van Groot-Zimbabwe.

Deze cultuur had, blijkens de in de forten gevonden voorwerpen, handelsbetrekkingen met onder meer China.

Het ronden van Kaap Bojador in 1434 door de Portugezen kan worden beschouwd als het begin van de Europese ontdekkingsreizen.

In 1441 kocht Antão Gonçalves de eerste zwarte Afrikaanse slaaf en het jaar erop kocht hij er nog eens tien.

Ze werden "azenegue" genoemd.

In 1445 stichtte Nuno Tristão de eerste factorij, Feitorias, op het eiland Arguin.

Tegen dood van Hendrik de Zeevaarder in 1460 had men de West-Afrikaanse kust verkend tot aan Kaap Palmas, het begin van de Golf van Guinee.

In 1469 verleende koning Alfons V van Portugal het monopolie op de Golf van Guinee aan Fernão Gomes, een handelaar uit Lissabon, tegen een jaarlijkse huur van 200.000 réis.

In het contract werd verder bepaald dat Gomes de ontdekkingen moest voortzetten en tot honderd leuga's (150 mijl) langs de kust verder moest varen.

In die periode werden de goudmijnen van Elmina ontdekt, dit werd een drijfveer voor verdere zoektochten.

Tijdens de regeerperiode van koning Johan II van Portugal (1481-1495) ontdekte Diogo Cão de monding van de Kongostroom en rondde Bartolomeu Dias, Kaap de Goede Hoop.

Het Kasteel de Goede Hoop is een fort in de Zuid-Afrikaanse stad Kaapstad.

Het werd tussen 1664 en 1679 in opdracht van de VOC gebouwd en is daarmee, na Rustenburg (1658), het oudste nog bestaande Europese bouwwerk in Zuid-Afrika.

Jan van Riebeeck liet kort na de stichting van het verversingsstation bij Kaap de Goede Hoop in 1652, op de plaats van de huidige Parade, van klei en hout, een klein vierpuntig fort bouwen.

Dit fort was echter slecht bestand tegen de regenachtige Kaapse winters.

Bovendien hing in 1664 een nieuwe Engels-Nederlandse Oorlog in de lucht, waardoor men een Britse aanval op de Kaap vreesde.

Gedurende datzelfde jaar werd Van Riebeeks opvolger Zacharius Wagenaer, door commissaris IJsbrand Goske, dan ook bevolen om een vijfpuntig fort van steen te bouwen. Door de plaatsing van een bastion op elk van de vijf hoeken van dit nieuw fort, konden belegeraars die een bres in de courtine ervan zouden proberen te slaan, van twee kanten belaagd worden.

Dit type fort werd in de zestiende eeuw in Italië ontwikkeld en was zo succesvol dat de Nederlanders het niet alleen ter verdediging van haar steden gebruikten (bijvoorbeeld Heusden en Naarden), maar dus ook voor bijna al haar forten van haar koloniale nederzettingen in Amerika, Afrika en Azië.

Tijdens die periode werden de eilanden Sao Tomé en Principe bevolkt.

Vasco da Gama was de eerste Europeaan die rond Afrika voer (1497-1498).

Tijdens de historische reis in 1500 onder Pedro Álvares Cabral werd niet alleen Brazilië ontdekt, maar ook Madagaskar.

Het ronden van Kaap Bojador in 1434 door de Portugezen kan worden beschouwd als het begin van de Europese ontdekkingsreizen.

In 1441 kocht Antão Gonçalves de eerste zwarte Afrikaanse slaaf en het jaar erop kocht hij er nog eens tien.

Ze werden "azenegue" genoemd.

In 1445 stichtte Nuno Tristão de eerste factorij, Feitorias, op het eiland Arguin.

Tegen dood van Hendrik de Zeevaarder in 1460 had men de West-Afrikaanse kust verkend tot aan Kaap Palmas, het begin van de Golf van Guinee.

In 1469 verleende koning Alfons V van Portugal het monopolie op de Golf van Guinee aan Fernão Gomes, een handelaar uit Lissabon, tegen een jaarlijkse huur van 200.000 réis.

In het contract werd verder bepaald dat Gomes de ontdekkingen moest voortzetten en tot honderd leuga's (150 mijl) langs de kust verder moest varen.

In die periode werden de goudmijnen van Elmina ontdekt, dit werd een drijfveer voor verdere zoektochten.

Tijdens de regeerperiode van koning Johan II van Portugal (1481-1495) ontdekte Diogo Cão de monding van de Kongostroom en rondde Bartolomeu Dias, Kaap de Goede Hoop.

Tijdens die periode werden de eilanden Sao Tomé en Principe bevolkt.

Vasco da Gama was de eerste Europeaan die rond Afrika voer (1497-1498).

Tijdens de historische reis in 1500 onder Pedro Álvares Cabral werd niet alleen Brazilië ontdekt, maar ook Madagaskar.

Dankzij het Verdrag van Alcáçovas had Portugal het monopolie over Zwart-Afrika. Sao Tomé en Principe werd een proefstation voor suikerrietplantages en zwarte slaven.

Vanaf 1530 begon de uitbouw van Koloniaal Brazilië, daarvoor had men veel mankracht nodig, een grootschalige slavenhandel kwam op gang.

Daarenboven zorgde de komst van de Europeanen in de Nieuwe Wereld voor massale sterfte bij de inheemse bevolking aan de voor hen nieuwe ziektes, zoals pokken, pest, tyfus, griep en mazelen.

Ook het Spaanse Rijk had behoefte aan resistente arbeidskrachten.

Luanda werd in 1575 de hoofdstad van Portugees-West-Afrika en de draaischijf van de zwarte slavenhandel.

In 1580 stierf het Portugese koningshuis Aviz uit.

Portugal en Spanje werden verenigd door de Iberische Unie (1580-1640).

In 1595 werd het Spaanse systeem van de asiento's ingevoerd.

De Iberische Unie sleurde Portugal mee in de Tachtigjarige Oorlog en in 1601 brak de Nederlands-Portugese Oorlog uit.

De Nederlanders slaagden erin in 1633 het eiland Arguin te veroveren, in 1637 speelden de Portugezen, Elmina kwijt en 1641 palmden de Nederlanders de slavenhandel in.

In 1652 stichtte de Nederlander Jan van Riebeeck namens de Vereenigde Oostindische Compagnie de Kaapkolonie aan de Tafelbaai waar nu Kaapstad is.

Zijn negentig kolonisten, waaronder acht vrouwen, legden tuinen aan om fruit en groente te kweken voor de VOC-schepen.

In de Tweede helft van de zeventiende eeuw was Portugal zijn monopolie op Zwart-Afrika kwijt en andere Europese mogendheden profiteerden van de lucratieve slavenhandel.

De Nederlanders via de Slavenkust, de Engelsen via de Royal African Company en de Fransen via Senegambia.

De slavenhandel zorgde voor het ontstaan van nieuwe koninkrijken zoals dat van de Ashanti, totdat de Europese kolonisatie ook deze van hun macht beroofde.

Aan de noord- en westkust van het continent eiste de Arabische slavenhandel zijn tol.

Aan de oostkust van Afrika werd het eiland Zanzibar de draaischijf van de slavenhandel.

Ashanti is een koninkrijk en voormalige soevereine staat in West-Afrika, gesticht door het Akan-volk.

Het Ashanti-koninkrijk bevindt zich in de regio die nu bekendstaat als de regio Ashanti in Ghana, maar had in het verleden een veel grotere omvang.

Volgens El Bekri / Abdallah ibn Abdel Aziz (1067), heette het zo'n duizend jaar geleden Aoukar.

Dit gebied strekte zich uit vanaf de zuidwestelijke kust van Ghana tot het noorden en het noordwesten van de Niger.

De geschiedenis van het Ashanti-koninkrijk begon in de 10e eeuw met de migratie vanuit het noorden ook wel "de grote witte woestijn".

Naar verluidt vestigden de voorouders van de Ashanti, de Akan, zich in dit gebied dat uitgroeide tot een koninkrijk.

De koninklijke dynastie werd omstreeks de 11e eeuw gesticht en de eerste koningen stichtten de stad Bono Mansu.

Ghana beschikte over fabelachtige hoeveelheden goud.

Via de koopmanssteden werden deze geruild tegen handelswaar zoals zout.

Ghana beheerste een groot deel van de handelsroute beneden de Sahara.

De machtspositie van Ghana was verzwakt met de overwinning van de handelsstad Aoudaghast door Abdallah ibn Yasin, emir van de Almoraviden in 1055, en in 1076 veroverde een andere Almoravidenleider, Abu Bakr ibn Umar, de hoofdstad van Ghana.

Het koninkrijk Ashanti beleefde tussen 1000 en 1300 zijn economische en politieke hoogtepunt.

De eerste koning was Kayamaga; hij regeerde rond de 11e eeuw.

Een van de vroege koningen was Tunka Manin die volgens El Bekri regeerde vanaf 1062.

De koning van Ghana beschikte over een troepenmacht van 200.000 soldaten, waarvan meer dan 40.000 boogschutters.

In 1482 bouwden de Portugezen de vesting Elmina op de kust, oorspronkelijk vanwege de goudwinning aldaar.

Dit was het begin van de koloniale contacten, die eerst vooral de goudhandel betroffen.

Ghana Osai Tutu regeerde tussen 1680 en 1717.

Sinds de verovering van de vesting Elmina op de Portugezen in 1637 waren de Nederlandse handelaren van de West-Indische Compagnie een belangrijke handelspartner van de Ashanti, die de slaven aanleverden voor de driehoekshandel.

In ruil daarvoor kregen de Ashanti toegang tot vuurwapens, en dit leidde tot een verscherping van de interne politieke en sociale verhoudingen.

Tegen 1740 had deze handel de handel in goud en ivoor van de eerste plaats verdrongen.

Na 1850 is het Ashanti-koninkrijk langzaam in verval geraakt door vele oorlogen, conflicten en het einde van de slavenhandel.

In 1872 werd het kustgebied tot Britse kolonie verklaard, de Britse Goudkust, nadat Nederland en Denemarken hun bezittingen hadden opgegeven.

In 1896 werd Ashanti definitief verslagen en tot een Brits protectoraat gemaakt.

Heden ten dage is het gebied dat nu bekendstaat als de regio Ashanti in Ghana alles wat er is overgebleven van dit eens zo grote rijk.

Het grondgebied van de regio is tevens de huidige omvang van het koninkrijk Ashanti.

De huidige Asantehene houdt hof in Kumasi, de hoofdstad van het koninkrijk en van de regio Ashanti.

Het vroegere koninklijk paleis van de koningen is een toeristische bezienswaardigheid in die stad.

Het Ashanti-koninkrijk was een monarchie.

Ghana was destijds de titel van een Ashanti-heerser.

Sinds de middeleeuwen wordt de koning Ashantehene genoemd.

De Ashantehene van Ghana had een goddelijke status.

Aan het hof heerste een streng protocol.

Om zijn goddelijke status te benadrukken vermeed de koning te eten in bijzijn van zijn onderdanen om hen te doen geloven dat hij geen voedsel nodig had om te overleven.

Men sprak de koning aan van een grote afstand en altijd in geknielde houding.

Onder invloed van de Verlichting en het idee van de rechten van de mens kwam de roep om de afschaffing van de slavernij op gang.

De pers maakte meer en meer gewag van de mistoestanden en slavenopstanden.

Freetown werd in 1787 de eerste Afrikaanse stad van bevrijde slaven.

Centraal-Afrika was eind achttiende eeuw nog steeds terra incognita.

In 1788 zette de African Association een expeditie op, om Timboektoe te vinden, een stad die volgens de overlevering enorm rijk zou zijn aan goud en andere schatten.

Ook moest de expeditie de loop van de rivier de Niger in kaart brengen.

In 1795 hield de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden op te bestaan en werd een onderdeel van de Eerste Franse Republiek, de Bataafse Republiek. Engeland maakte van deze situatie gebruik om de Kaapkolonie in te palmen.

In de negentiende eeuw werd Afrika, net als veel andere gebieden, opgedeeld tussen hoofdzakelijk het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

Ook Portugal en Duitsland hadden bezittingen in Afrika, evenals de Belgische koning Leopold II.

In 1879 leidde Britse expansie in Zuidelijk Afrika tot de bloedige Zoeloe-oorlog en van 1899 -1902 tot de Tweede Boerenoorlog met de Nederlandstalige kolonisten.

De Kaapkolonie is slechts een voorbeeld van directe Europese kolonisatie (exploitatiekolonialisme). Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Portugal en Italië hadden in 1914 bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog het grootste deel van Afrika in hun bezit.

Alleen Liberia en Ethiopië waren onafhankelijke naties. Afrika was een periferiegebied dat de Europeanen gebruikten om er grondstoffen vandaan te halen en hun industrieproducten er weer te verkopen. Aan de andere kant leidde de verbeterde medische zorg, die door de Europeanen werd geïmporteerd, tot lagere sterftecijfers.

Blanken vestigden zich in Algerije, Libië, Zuid-Afrika, Namibië en Zimbabwe en gingen daar de heersende klasse vormen.

Pas na de Tweede Wereldoorlog kregen veel Afrikaanse koloniën hun onafhankelijkheid.

De grenzen van de nieuwe staten waren echter lukraak door de Europeanen getrokken.

Daardoor is de huidige situatie ontstaan, dat in de meeste Afrikaanse staten meerdere volkeren wonen terwijl vrijwel elk volk in meerdere staten woont. Hierdoor waren de Afrikaanse natiestaten van meet af aan zwak.

De laatste stuip van de Europese overheersing was de gewapende strijd in Zuidelijk Afrika.

Zuid-Afrika, waar de blanke minderheid relatief groot is, kreeg pas in 1990 een niet op ras gebaseerde maatschappij. Hongersnoden, economische malaise, dictaturen en etnische conflicten komen veelvuldig voor (Biafra, Soedan, Congo, Rwanda enz.), het laatste als gevolg van de willekeurig getrokken grenzen.

Afrika kent een zeer snelle bevolkingsgroei.

De bevolking groeide tussen 1900 en 2010 van 120 naar 1.050 miljoen.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page