top of page

Arowakken

De Arowakken of Arawakken zijn een volk van indianen die zich tegen het einde van de 15e eeuw hadden gevestigd op de Antillen, in het Amazonebekken, in Florida, en aan de voet van de Andes.

De talen die zij spraken behoren tot de Arawaktaalfamilie.

De bekendste groep waren de Taíno, die op Hispaniola, Puerto Rico, en het oostelijke uiteinde van het eiland Cuba leefden (of leven, als we de Arowakken die zichzelf tegenwoordig de Taino noemen, meetellen).

De Arowakken die op de Bahama's leefden werden de Lucayan genoemd.







Ongeveer vijfduizend jaar geleden trokken Arowakken die langs de Orinoco leefden (Barrancos-cultuur) vanuit het westen de Guyana's binnen, en verdreven de oorspronkelijke Indiaanse bevolking van de kuststreek naar de savanne.

Ze gingen op een soort terpen langs de kust wonen, en leefden van landbouw.

Omstreeks 1100 vielen Cariben het gebied binnen.

Aan de terpencultuur kwam een einde; de Arowakken leefden vanaf die tijd van kost grondjes meer in het binnenland.

Arowakse vrouwen waren goede pottenbaksters.

Ze werden vaak door Cariben ontvoerd.

Zo kwam Arowaks aardewerk bij de Cariben terecht.

In Suriname woonden aan het eind van de 18e eeuw zo'n zeventigduizend Arowakken. Tegenwoordig leven er in Suriname nog drieduizend, en in Nederland ongeveer 500.

De Arowakken, die ooit samen met de Cariben de oorspronkelijke bevolking van Suriname vormden, zijn thans de kleinste bevolkingsgroep in Suriname.

Ze noemen zichzelf Lokono of Lokonon.

In 1986 richtte de uit Casipora afkomstige Arowak Albert Sabajo de Sociaal Culturele Vereniging Ikyoshie (lichtpuntje) op.

In 1989 werd een Arowaks-Nederlands taalboek uitgegeven, in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam.



Het Inheems dorp Cassipora, ongeveer negentig kilometer ten zuiden van Paramaribo gelegen, is al een paar keren verlaten geweest.

De laatste keer vanwege de burgeroorlog van de jaren tachtig in de vorige eeuw.

Ook waren er al heel vroeg invloeden van andere volkeren in dit dorp te bemerken. Want toen dit dorp ruim100 jaar geleden nogmaals opnieuw werd bevolkt, kwamen er ook een paar vreemde mannen wonen zoals Mesada, een half Jood, en Gemert, een half Creool. Deze mannen werden verliefd op de Indiaanse gezusters Biswane en trouwden met hen.

Mesada werd het dorpshoofd en Gemert is de opa van de schrijver van deze woordenlijst. Eugene A. Aramake is geboren in 1944 in Cassipora, en heeft zijn jeugd daar doorgebracht.

Hij vertrok vandaar toen hij 15 jaar was.

Hij ging eerst 16 maanden met een missionaris werken die hem in de gelegenheid heeft gesteld te gaan studeren voor zijn Boslandonderwijzersakte.

Maar Eugene wilde niet in het onderwijs, dus ging hij in militaire dienst.

Daarna werkte hij 13 jaar bij de brandweer in Paramaribo.

Toen moest ook hij de overtocht wagen naar Europa.

Hij belandde in Maastricht en was daar werknemer bij de Sphinx - fabrieken, onder andere als tegeldecorateur. Ondertussen was op 23 april 1987 in Rotterdam de Sociaal Culturele Vereniging 'Wajonong' opgericht, waarvan ook Eugene lid werd.

Deze vereniging had hem gevraagd om te helpen met vooral het opzetten en uitwerken van een Arowaks taalproject.

Voor de vereniging was het wel duidelijk dat ze alles zelf zou moeten doen.

Er was namelijk geen lesmateriaal beschikbaar op dit gebied.

Na een paar jaar werd aan Eugene gevraagd om de Arowakse taalles te verzorgen.

Dat heeft hij gedaan.

Toen werd hem duidelijk dat hij niet alleen voor de vereniging maar misschien ook voor de hele (jongere) Arowakse gemeenschap van Suriname iets zou kunnen doen.

En vanuit dat idee is deze woordenlijst ontstaan.


Tot en met de jaren 1980 was indianen als benaming algemeen gebruikelijk, vergelijkbaar (Amer-)indians in het Engels.

Over de benaming indigenous peoples (inheemse volken) is jarenlang strijd gevoerd, waardoor deze term nu is vastgelegd bij de Verenigde Naties en in de wetgeving van allerlei andere internationale organen en regeringen.

De vertegenwoordigers van de oorspronkelijke bewoners in Suriname hebben in de laatste twee decennia van de 20e eeuw uitdrukkelijk de keuze gemaakt inheems genoemd te willen worden, vanuit het recht op zelfbeschikking.

In de praktijk is 'inheems' nog niet overal in Suriname ingeburgerd.


Tot de Europeanen zich medio 17e eeuw permanent in Suriname vestigden, hebben hier mogelijk rond de twintig verschillende inheemse volkeren met een eigen taal gewoond.

Een groot aantal van hen stierf uit of ging op in andere volkeren, nog voordat hun geschiedenis of naam bekend werd.

Enkele andere volkeren verdwenen later.

Tot en met de 17e eeuw leefden hier de Yao en tot en met de 20e de Wayarikule en de Warau.

In de 21e eeuw zijn er rond de helft inheemse volken overgebleven.

Regionaal zijn ze in te delen als boven- en benedenlands.


Zij spreken allen een taal uit de Caribische of Arawaktalen.

Volk taal taalfamilie regio woongebieden


Inheemsen leven traditioneel van visserij, jacht, kleinschalige landbouw en kunstzinnige nijverheid.

Sinds de 20e eeuw is daar voor sommigen het toerisme bijgekomen.

Veel jongeren trekken naar Paramaribo.

Inheemsen zijn sinds eind jaren 60 van de 20e eeuw voor een deel christelijk geworden.

Overigen hangen traditionele natuurgodsdiensten aan, waarbij geesten- en voorouderverering een grote plaats innemen.

Volgens VIDS-voorzitter Theo Jubitana zijn er aan het begin van de 21e eeuw veel invloeden van buitenaf, met daardoor een zeker moreel verval onder inheemse Surinamers.

Hij sprak dit uit na de dodelijke roofoverval op dorpshoofd Michel Karwafodi in augustus 2020 die door inheemse tieners was gepleegd.

In juli 1962 richtten Arowakken en Karaïben de Verenigde Indiaanse Partij (VIP) op.

De partij deed zelfstandig mee aan de verkiezingen van 1963 en gelieerd aan de PSV tijdens die van 1967.

Het echec voor de PSV in 1967 betekende ook het einde van de VIP.

De eerste inheemse Surinamer die een zetel in het parlement verwierf, was Eugene Arichero (NPS) die in 1973 in de Staten van Suriname plaatsnam.

Aan hem herinnert de lijfspreuk Met onderwijs komt het verstand.

Er is sinds 2000 opnieuw een politieke inheemse partij, de Amazone Partij Suriname, die geen vertegenwoordiger heeft gehad in De Nationale Assemblée (stand 2020).

Parlementariërs

Hieronder volgt een lijst van inheemse parlementariërs.

  • 1973-1977: Eugene Arichero (NPS)

  • 1991-2000: Ronald Karwofodi (NPS)

  • 2005-2010: Sylvia Kajoeramari (PL, later ABOP)

  • 2010-2015: Lesley Artist (NDP)

  • 2010-2015: Ramses Kajoeramari (NDP, later ABOP)

  • 2015-2020: Grace Watamaleo (NDP)

  • 2015-heden: Jennifer Vreedzaam (NDP)

  • 2020-heden: Claudie Sabajo (NDP)

  • 2020-heden: Iona Edwards (NDP)

  • 2021-heden: Renet Wahki (ABOP)

Ministers

  • 2013-2017: Steven Relyveld (NDP), Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer

  • 2020-heden: Albert Jubithana (ABOP), Transport, Communicatie en Toerisme

Vertegenwoordiging

Een organisatie die tientallen inheemse dorpen vertegenwoordigt, is de Vereniging Inheemse Dorpshoofden Suriname.

In 2018 was er een scheuring waarbij 10 van de 52 dorpen uit de vereniging stapten.

Ook zijn er organisaties die een deel van de inheemsen of inheemse belangen vertegenwoordigen, zoals Mulokot (Wayana), Kaliña en Lokono Inheemsen Beneden Marowijne (KLIM), Organisatie Samenwerkende Inheemse Dorpen in Para en Wanica (OSIP) en het Surinaamse kantoor van het Amazon Conservation Team. Jaarlijks is er erkenning tijdens de Dag der Inheemsen.


Gezondheidszorg

Inheemsen die in het binnenland wonen zijn voor hun gezondheidszorg aangewezen op de posten van de Medische Zending,[9] en langs de kust van met name de Regionale Gezondheidsdienst (RGD).

Een jaar na de uitbraak van de coronacrisis bleek uit cijfers van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) dat inheemsen bovengemiddeld waren getroffen.

Van de toen 172 coronadoden in Suriname, waren er 28 (16%) van inheemse komaf, terwijl inheemsen circa 4% van de bevolking uitmaken.

Trio-dorpshoofden onder leiding van granman Asongo Alalaparoe waren niettemin sceptisch over medische zorg door de overheid en weigerden vaccinatie.

Wayana-hoofd Ipomadi Pelenapin liet zich daarentegen demonstratief als eerste vaccineren, om argwaan tegen het vaccin onder zijn volk weg te nemen.

Grondenrechten

De kwestie van de grondenrechten in Suriname heeft betrekking op de rechten op de woon- en leefgebieden en natuurlijke hulpbronnen.

In 2005 en 2007 startten marrons hierom met succes zaken bij het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens.

In 2007 spanden Karaïbische en Arowakse dorpen een zaak aan waarin het Inter-Amerikaanse Hof in 2016 uitspraak deed.

In het vonnis wordt de Surinaamse staat gesommeerd binnen twee jaar collectieve grondrechten op het traditionele territorium van de volken toe te kennen.

VIDS-voorzitter Lesley Artist overhandigde het vonnis enkele weken later aan minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeling.

Het dossier bleef lange tijd op zijn bureau liggen en nadat DNA de Wet Beschermde Dorpsgebieden uiteindelijk in 2017 had goedgekeurd, is die daarna ongetekend op het bureau van president Desi Bouterse blijven liggen.


Vervuiling door goudwinning


Kleinschalige goudwinning vindt in het binnenland van Suriname plaats en zo ook in inheemse gebieden, zoals langs de Tapanahoni- en Lawarivier.

De winning betekent een inkomen voor een deel van de lokale inwoners, en daarnaast voor Braziliaanse garimpeiro's die vaak illegaal in Suriname verblijven.

Er worden bossen gekapt waardoor leefgebieden van binnenlandse bewoners worden verstoord.

Daarbij wordt bij de goudwinning het giftige kwik gebruikt waardoor het rivierwater vervuild raakt.

Bewoners langs de rivieren zijn daarom voor hun waterconsumptie afhankelijk van regenwater of water uit putten.

Een tweede bijkomstigheid is dat vissen ook door kwik vergiftigd raken en daardoor niet meer geschikt zijn voor consumptie.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page