Israël
Israël
Officiële landstaal Hebreeuws (Arabisch heeft een speciale status)
Hoofdstad Jeruzalem
Regeringsvorm Republiek, parlementaire democratie
Staatsvorm Republiek en eenheidsstaat
Staatshoofd President Reuven Rivlin
Regeringsleider Premier Benjamin Netanyahu
Religie76,0% joods 16,6% moslim 2,1% christen 1,7% druus
Oppervlakte 22.072 km² [3]
Inwoners 7.412.180 (2008) 8.299.706 (2017)
(376/km² (2017))
Volkslied Hatikwa (De Hoop)
Munteenheid Nieuwe Israëlische Sjekel(NIS) (ILS)
Nationale feestdag 14 mei 1948,Onafhankelijkheidsdag
Israël, officieel de Staat Israël, (Hebreeuws: מדינת ישראל - Medinat Jisraël; Arabisch: دولة اسرائيل - Dawlat Israïl) is een land in Azië, het Midden-Oosten en de Levant. Israël grenst aan Libanon, Syrië, Jordanië, Egypte en de Palestijnse Gebieden die het sinds 1967 militair bezet houdt en deels onder zijn bestuur heeft gebracht.
Het land heeft een kust aan de Middellandse Zee en een haven aan de Rode Zee.
In het oude Palestina vormden zich al tijdens de ijzertijd de koninkrijken Israël en Juda, maar de moderne Israëlische geschiedenis begint in de twintigste eeuw, waarin de Balfour-verklaring een cruciale rol speelde.
Het Brits Mandaat Palestina, dat op zijn beurt is ontstaan na de opsplitsing van het Ottomaanse Rijk in 1920, werd in 1947 door de internationale gemeenschap verdeeld in een onafhankelijke Joodse en een onafhankelijke Arabische staat, met een aparte status voor Jeruzalem. Het verdelingsplan, omarmd door joodse leiders maar afgewezen door de Arabieren, leidde tot de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948.
De onafhankelijke staat Israël werd ondertussen, in mei 1948, uitgeroepen en een jaar later volgens Resolutie 273 toegelaten tot het lidmaatschap van de Verenigde Naties.
(nb. 29 november 1947 betreft Resolutie 181, en 11 december 1948 Resolutie 194)
Sinds zijn oprichting is de staat Israël verwikkeld geweest in een conflict over de Palestijnse kwestie.
De kwestie gaf aanleiding tot conflicten met Arabische coalities, tijdens de Zesdaagse Oorlog (1967) en de Jom Kipoer oorlog (1973), en tot grote spanning met de Palestijnse bevolking, die tijdens de Eerste en Tweede Intifada tot uitbarsting kwam.
Sinds 1967 worden de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem, de Gazastrook (betwist) en de Syrische Golanhoogten door Israël bezet.
Israël is een representatieve democratie (2001) met een parlementair stelsel, evenredige vertegenwoordiging en algemeen kiesrecht (1997).
Het land had in 2014 de hoogste levensstandaard in het Midden-Oosten.
De levensverwachting behoorde in 2009 tot de hoogste in de wereld.
Israël is een hoogontwikkelde economie en lid van de OESO en een groot aantal intergouvernementele organisaties.
De naam 'Israël' betekent "Strijder met God" en is ontleend aan de Hebreeuwse bijbel.
Deze naam wordt vermeld in het Bijbelboek Genesis (hoofdstuk 32), waarin Jacob de naam 'Israël' krijgt na een worsteling bij de rivier de Jabbok; vanaf hoofdstuk 34 wordt die naam gebruikt om de nakomelingen van Jakob, Israëlieten, mee aan te duiden.
In de dagen voorafgaande aan de oprichting van de staat Israël is er heftig gediscussieerd over welke naam de officiële naam van de nieuwe staat zou worden.
Vanuit de opties Palestina, Zion en Israël is uiteindelijk de oude Bijbelse variant gekozen.
Na de Eerste Wereldoorlog werd het Ottomaanse Rijk in 1920 gesplitst en kreeg het Verenigd Koninkrijk het bestuur over Palestina In 1922 werd Palestina ten westen van de Jordaan afgesplitst als Brits Mandaatgebied Palestina, het gebied ten oosten van de Jordaan werd Trans-Jordanië.
Na de Tweede Wereldoorlog was Groot-Brittannië erg verzwakt en mede vanwege de vele gewelddadige confrontaties tussen de inheemse bevolking en de Joodse immigranten in het Mandaatgebied Palestina zagen de Britten zich genoodzaakt om het bestuur over Brits Mandaatgebied Palestina te beëindigen. Hiervoor werd de datum van 15 mei 1948 vastgesteld.
Een jaar daarvoor stelden de Verenigde Naties een comité in, de UNSCOP, met de opdracht de toekomst van het Brits Mandaatgebied te onderzoeken en in kaart te brengen.
Op 3 september 1947 kwam de UNSCOP met een verslag, waarin het plan, Resolutie 181 Algemene Vergadering Verenigde Naties was opgenomen om het Mandaatgebied Palestina te verdelen in een Arabische staat (42,9%), een Joodse staat (56,4%), en Jeruzalem (0,7%) onder internationaal bestuur.
De grootste Joodse delegaties gingen hiermee akkoord, maar de Arabische delegaties weigerden een tweestatenoplossing omdat zij Palestina als een geheel wilden houden, en een in verhouding te klein deel kregen toegewezen.
Op 29 november 1947 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het verdelingsplan aan als resolutie 181.
Nadat bekend was geworden dat resolutie 181 niet geaccepteerd werd door de Arabische delegaties, brak er een burgeroorlog uit tussen Joodse en Palestijns-Arabische gemeenschappen in het Mandaatgebied.
Enkele uren voordat het Britse mandaat officieel afliep riep de Joodse gemeenschap onder leiding van David Ben-Gurion op 14 mei 1948 de onafhankelijke staat Israël uit.
Vervolgens vielen troepen uit omringende Arabische landen Palestina binnen en bevochten de Israëlische troepen, wat de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 werd.
Het Israëlische leger wist de Arabische troepen te verslaan.
Daarbij veroverde Israël 78% van het grondgebied, waaronder West-Jeruzalem, aanzienlijk meer dan in het UN_Verdelingsplan voor een Joodse staat was vastgelegd.
Immigratie naar Israël piekte eind jaren 40 en begin jaren 90.
Tijdens de oprichting van de staat Israël bedroeg de Joodse populatie 650.000, tot stand gekomen na een aantal van 480.000 legale zowel als illegale Joodse immigranten in Mandaatgebied Palestina.
In de jaren 1990-2005 immigreerden 1.002.400 Joden naar Israël, waarvan 908.400 uit de voormalige Sovjet-Unie.
Uit Ethiopië immigreerden tot 2005 94.700 joodse Ethiopiërs naar Israël, waarvan sinds 1990 49.700.
Vrouwen vormen de meerderheid van bevolking, 50,6%.
De mediale leeftijd is 28,2. 92% van de bevolking woont in steden of stedelijke plaatsen en 8% in dorpen.
Minder dan 2% woont in een kibboets (in 1948 was dat nog 6%).
De jaarlijks bevolkingsgroei is 1,8%, voornamelijk (88%) door natuurlijke groei, de rest door een positieve immigratiebalans.
In 2008 was het bevolkingsaantal van Israël 7.412.180.
Daarbij is meegeteld: Oost-Jeruzalem (met zijn Palestijnse inwoners) dat na 1967 door Israël geannexeerd is, en het aantal van 20.500 Israëlische kolonisten in het geannexeerde Syrische gebied van de Golanhoogten.
De schatting voor 2014-2015 bedroeg 8.174.527
Israël is vanwege de grote Joodse immigratie en kolonisatie, in de loop der jaren het enige land ter wereld geworden met een Joodse bevolkingsmeerderheid.
De voornaamste bevolkingsgroepen zijn:
de Joden (76%). De meerderheid van hen (75%) is na 1948 in Israël geboren (anno 2017).[37] De Joodse bevolking leeft verspreid door het hele land, met grote concentraties in de steden zoals Tel Aviv, in en rond het westelijk deel van Jeruzalem, langs de kusten en in de valleien van Galilea.
de Palestijnen, Arabische Israëliërs, waarvan vandaag de dag (2006) de meerderheid in Israël geboren is. Zij vormen samen 20%.
andere kleine gemeenschappen, zoals Druzen, Tsjerkessen en Armenen
In het gehele gebied, Israël en "de Palestijnse Gebieden", is in 2018 de getalsmatige verhouding Joden en Palestijnen ongeveer 50-50.
Van de Joodse bevolking is circa een derde religieus en twee derde seculier, waarvan een groot deel wel 'traditioneel' is, wat duidt op een sterke affiniteit met Orthodox jodendom zonder een volledig religieus leven te leiden.
In totaal: 10% charedisch jodendom, 10% religieus (modern-orthodox jodendom/religieus zionisme), 14% religieus-traditioneel, 22% niet-religieus traditioneel, 22% seculier.[38]
Van de niet-joodse bevolking is 16,6% moslim, 2,1% christen en de Druzen vormen 1,7% van de bevolking.
Belangrijke Palestijns-Arabische concentraties bevinden zich in plaatsen in het oosten van de Sharonstreek, langs Wadi Ara, in Centraal-Galilea, in Oost-Jeruzalem en in Bedoeïenen dorpen in de noordelijke Negev.
Daarnaast zijn er minderheidsgodsdiensten, zoals bahá'ís.
Israël kent vier schooltypes:
Seculiere staatsscholen met een staatscurriculum in het Hebreeuws. Hoewel seculier zijn er wel joodse studies. In principe worden deze onderwerpen ´neutraal´ behandeld, maar critici zeggen dat dat in de praktijk vaak niet zo blijkt te zijn.[41] Op de landkaart van Israël bijvoorbeeld worden de grenzen met de landen waarvan Israël delen bezet houdt niet weergegeven.
Yeshiva-scholen hebben een gelijkaardig curriculum maar aangevuld met Torah- studies.
Onafhankelijke religieuze scholen, die bijna alleen een religieuze opvoeding geven. Vooral voor ultraorthodoxe kinderen.
Arabische seculiere scholen met onderwijs in het Arabisch.
Private scholen, ook democratische scholen genoemd, met eigen doelgroepen of gekoppeld aan een buitenlands curriculum bijvoorbeeld Amerikaanse scholen.
Voor de toegang tot de universiteiten zijn er de bagrut-toegangsexamens.
De meest voorkomende talen in Israël zijn Hebreeuws en Arabisch.
Het klassiek Hebreeuws was eeuwenlang een dode taal, maar werd in de negentiende eeuw weer tot leven geroepen en gemoderniseerd.
Russisch is de derde meest gesproken taal, andere talen worden slechts door kleine groepen gesproken.
Israël is een unitaire republiek en officieel een parlementaire democratie.
Israël heeft geen grondwet.
In de onafhankelijkheidsverklaring uit 1948 stond geschreven dat de Israëlische staat binnen enkele maanden een grondwet moest voltooien, maar dat is tot op heden niet gebeurd.
Wel zijn er intussen 14 zogenaamde basiswetten aangenomen, die als hoofdstukken in een eventuele grondwet kunnen dienen en een speciale status genieten tussen de wetten. Het hooggerechtshof gebruikt deze wetten om andere door het parlement aangenomen wetten te toetsen, als er een procedure inzake de geldigheid van een wet aanhangig wordt gemaakt. Ook is er een commissie in het leven geroepen die zich bezighoudt met het opstellen van een grondwet, en een voorstel voor de Knesset moet voorbereiden.
Israël ziet zichzelf als een staat van het Joodse volk voor het Joodse volk: een Joodse staat. Dat blijkt al direct uit de tekst van de "Verklaring van de Vestiging van de Staat Israël" uit 1948.
Er bestaat een Israëlisch staatsburgerschap, geen Israëlische nationaliteit.
Daarover is juridisch strijd gevoerd, maar deze werd beslecht door een uitspraak van het Israëlisch hooggerechtshof in oktober 2015.
De voorzitter van het Hooggerechtshof stelde dat er geen bewijs geleverd was voor het bestaan van een Israëlische etnische nationaliteit.
Er bestaan meer dan 130 nationaliteiten en/of etniciteiten in Israël.
De Joodse komt het meest voor, gevolgd door de Arabische.
De Knesset in Jeruzalem is het Israëlische parlement
Het staatshoofd, de president, wordt gekozen door het parlement voor een termijn van 7 jaar. De huidige president is Reuven Rivlin.
De president heeft beperkte bevoegdheden; een hiervan is het aanstellen van de formateur. Na de parlementsverkiezingen kiest hij de persoon die de beste kansen heeft een regering te vormen die het vertrouwen van het parlement krijgt.
Sinds 2009 is Benjamin Netanyahu minister-president, sinds 2015 als leider van het kabinet-Netanyahu IV.
De wetgevende macht of het parlement is de Knesset, die 120 leden telt.
De Knesset wordt verkozen in algemene verkiezingen, waarin alle staatsburgers in Israël vanaf achttien jaar het kiesrecht genieten (inclusief personen die in ziekenhuizen, penitentiaire en psychiatrische instellingen verblijven).
Buiten Israël kunnen alleen personen stemmen die op een officiële missie zijn.
Verkiezingen voor de Knesset worden ten minste iedere vier jaar gehouden, maar kunnen ook vervroegd worden als de Knesset dit beslist.
Zetels worden verdeeld naar evenredigheid met het totaal aantal stemmen behaald door de politieke partijen, die aan een minimum van 2% van de stemmen voldoen.
Er is een ongeschreven regel dat Palestijnse partijen uitgesloten zijn van regeringscoalities. Palestijnse parlementsleden wordt het spreken in de Knesset soms onmogelijk gemaakt zodra ze kritiek hebben op de regering.
In februari 2016 sprak premier Netanyahu zich uit voor wetgeving die het mogelijk maakt om parlementsleden te diskwalificeren die medeleven betuigen aan nabestaanden van Palestijnen die gedood zijn bij aanvallen op Israëliërs.
In de jaren 1990 werden naast de parlementsverkiezingen ook directe verkiezingen voor minister-president gehouden, hetgeen de kiezer nog meer macht gaf en bedoeld was de positie van de premier te versterken.
Echter omdat men vaker de algemene belangen in de stem voor premier bevredigd zag, werkte het systeem ongunstig voor de massapartijen en gunstig voor de kleine partijen. Hoewel de premier meer zeggenschap over zijn ministers kreeg, moest hij juist macht inleveren tegenover het parlement en werden de regeringen minder stabiel.
Uiteindelijk is men van dit systeem afgestapt.
Israël heeft geen volledige scheiding van godsdienst en staat.
De ultraorthodoxe bevolkingsgroep (charedim) heeft, hoewel zij slechts 10 procent van de bevolking uitmaakt, veel invloed.
Deze groep stond oorspronkelijk zelfs niet achter de oprichting van de Joodse staat in 1948. Daarom heeft de eerste premier van Israël, David Ben Gurion een aantal concessies gedaan. Seculiere Joden nemen het Ben Goerion met terugwerkende kracht kwalijk dat hij niet gezorgd heeft voor een scheiding van godsdienst en staat.
Israël verbood tot 1993 de import van niet-koosjer vlees en aan koosjere restaurants worden de zeer strikte orthodoxe regels opgelegd.
Er zijn echter ook niet-koosjere restaurants die op zaterdag open zijn en varkensvlees serveren (verboden volgens zowel de Thora als de Koran).
Aan het leger en vele andere staatsinstellingen worden de joodse spijswetten opgelegd.
Israël kent geen openbaar vervoer op de sjabbat.
Afhankelijk van de locatie kunnen nog sterkere beperkingen gelden zoals het afsluiten van ultraorthodoxe wijken voor auto´s.
In de christelijke wijken en islamistische wijken worden de specifieke rustdagen, respectievelijk zondag en vrijdag gerespecteerd en is op zaterdag meer mogelijk.
Ook bij de militaire dienstplicht wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende bevolkingsgroepen op grond van hun religie.
Het land heeft geen grondwet, omdat de ultraorthodoxe groep stelt dat de wetten van God de grondwet vormen.
In de basiswetten is alleen opgenomen dat Israël een democratisch land is.
Netanyahu gaf in 2015 aan dat hij in de wet wilde vastleggen dat de Staat Israël de natiestaat van het Joodse volk zal zijn, waarmee de scheiding tussen godsdienst en staat verder verminderd wordt.
Israël kende tot 2010 geen burgerlijk huwelijk en sindsdien maar in beperkte gevallen, namelijk alleen indien beide partners niet geregistreerd staan als behorende tot een erkende geloofsgemeenschap.
Alle andere huwelijken in Israël worden alleen erkend indien deze worden voltrokken door de bevoegde religieuze overheden.
Door de religieuze regels van de meeste geloven zijn gemengde huwelijken tussen partners met verschillende religieuze achtergronden bijna niet mogelijk.
Voor de joden mag alleen een orthodoxe Rabbijneen huwelijk voltrekken.
Huwelijken uitgevoerd in het buitenland worden door de staat wel erkend.
In de praktijk zijn er echter wel huwelijken tussen mensen van verschillend geloof (bijvoorbeeld tussen een Jood en een Arabier), maar dat kan tot protesten vanuit de orthodoxie leiden.
Ook gaan liberale Israëliers wel naar het buitenland om hun formeel huwelijk te sluiten.
Hoewel de overheid officieel seculier is worden de joden op allerlei manieren bevoordeeld.
Zo worden in gebieden bestemd voor Joden (Jeruzalem) bouwvergunningen alleen verleend voor Joden en worden bouwvergunningen geweigerd en gronden onteigend van Palestijnen.
Ook worden Palestijnen zonder enig proces in administratieve detentie genomen of naar elders verbannen.
Palestijnen die uit oorspronkelijk Arabische wijken zijn gevlucht naar het buitenland mogen bijna nooit terugkeren.
Israël kent geen eenduidige regionale indeling, hoewel de zes districten van het ministerie van binnenlandse zaken bindend zijn voor o.a. planologie en statistieken.
Regionale zaken worden door de regering en de gemeenten geregeld.
De districten (mechoz, mv. mechozot) zijn:
Jeruzalem (Jeroesjalajiem), hoofdstad Jeruzalem
Noord (Tsafon), hoofdstad Nazareth
Haifa (Chefa), hoofdstad Haifa
Centrum (Merkaz), hoofdstad Ramla
Tel Aviv (Tel Aviv), hoofdstad Tel Aviv
Zuid (Darom), hoofdstad Beër Sjeva
De districten Noorden, Haifa, Centrum en Zuiden zijn onderverdeeld in subdistricten (nafa, mv. nafot).
Het administratieve bestuur (Civil Administration) voor de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever van Palestina wordt door Israël aangeduid als 'district Judea en Samaria' (Yehuda VeShomron).
De nederzetting Ariël kreeg in 1998 van het Israëlische Ministerie van Binnenlandse Zaken stadsrechten.
In 2009 werd de nederzetting hernoemd naar de toen voormalige premier Ariel Sharon
Er zijn 70 steden, de grootste daarvan zijn Tel Aviv, Haifa, Rishon LeZion en Ashdod; Jeruzalem zou, met de annexatie van de Palestijnse dorpen meegerekend de op een na grootste stad zijn.
Voorts zijn er plaatselijke, regionale en industriële gemeenten.
Gemeentebesturen beschikken over de nodige macht en zowel de burgemeesters als gemeenteraadsleden worden rechtstreeks door de geregistreerde inwoners verkozen, ook zij die de Israëlische nationaliteit niet bezitten (de twee industriële gemeenten hebben geen bevolking en verkiezingen).
De Joodse geschiedenis is de geschiedenis van het Joodse volk, de joodse religie en de Joodse cultuur.
Aangezien de Joodse geschiedenis vierduizend jaar overspant en honderden verschillende bevolkingsgroepen omvat, kan de geschiedenis slechts in grote lijnen worden uiteengezet.
Als wij wedergeboren Christenen dienen wij niet terug te gaan onder wetten van Mozus, wel kunnen wij bidden voor de Vrede van Jeruzalem en dienen wij het Joodse volk lief te hebben. Dus de Bijbel zegt dat wij als Wedergeboren Christenen (Romeinen 10:9) uit Zijn Genade in Christus dienen te blijven (Johannes 15), en niet terug gaan onder welke van de Wetten van Mozus dan ook, want in Christus heb je Zijn Nieuwe Verbond voor jou geaccepteerd in Geloof,maar wel dienen wij Jeruzalem te Zegenen in gebed en ook het Joodse volk lief te hebben, ondanks wat er gebeurd of wat er ook gezegd word over hen....., Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft. Romeinen 10:4 ...Want tot heden toe blijft dezelfde bedekking over de voorlezing van het oude verbond zonder weggenomen te worden, omdat zij slechts in Christus verdwijnt.
Ja, tot heden toe ligt, telkens wanneer Mozes voorgelezen wordt, een bedekking over hun hart, maar telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen.
De Here nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid.
En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.2 Cor 3:14b-18
De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden.
Nu echter het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester.
Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus.Galaten 3:24-26 Bidt Jeruzalem vrede toe:mogen wie u liefhebben, rust genieten;
Psalm 112:6 Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
Johannes 15:5 En blijf in Zijn liefde.
Johannes 15:9 c Als Wedergeboren Christenen zijnde leven wij uit Genade van de Heere Jezus onder Het Nieuwe Verbond, uit de Nieuwe Bijbelse Geschriften 51 vertaling - deze staat vrij dicht bij de Grondtekst, onderzoek alles en behoudt het goede en gebruik soms meerdere vertalingen, bidt het liefst ook voor openbaring en inzicht.