top of page

Napoleon Bonaparte


Napoleon Bonaparte (Ajaccio, 15 augustus 1769 - Sint-Helena, 5 mei 1821) was een Frans generaal en dictator tijdens de laatste regeringen van de Franse Revolutie.



Als Napoleon I was hij van 2 december 1804 tot 11 april 1814 keizer der Fransen.

Van 17 maart 1805 tot 11 april 1814 was hij ook koning van Italië, een staat die niet het hele Italiaanse schiereiland omvatte en van 1806 tot 1813 beschermer van de Rijnbond.

Zijn juridische hervorming, de Code Napoléon, had een grote en blijvende invloed op het recht in vele landen, o.a. in Nederland en België.

Hij wordt eveneens herinnerd voor zijn rol in de naar hem genoemde Napoleontische oorlogen en voor de titel van keizer die hij aannam.

Het lukte hem tijdelijk een groot deel van Europa onder Frans gezag te brengen.

Napoleon werd op Corsica geboren.

Zijn vader was van adellijke afkomst.

In de jaren voor de Franse Revolutie werd hij op het vasteland van Frankrijk tot artillerieofficier opgeleid.

Bonaparte kreeg onder de Eerste Franse Republiek bekendheid.

Hij wist de Eerste- en Tweede Coalitie tegen Frankrijk te verslaan.

In 1799 pleegde hij een staatsgreep, waarna hij zichzelf als eerste consul installeerde.

In 1804 liet hij zich tot keizer van Frankrijk uitroepen.

Na een serie van overwinningen slaagde Frankrijk er in om continentaal Europa te domineren. Bij de handhaving van de Franse invloedssfeer maakte Napoleon gebruik van allianties, waar hij familieleden in machtsposities in andere landen benoemde om daar als Franse vazallen te heersen, zoals Lodewijk Napoleon in het Koninkrijk Holland.

De veldtocht van Napoleon naar Rusland in 1812 was een keerpunt.

Zijn Grande Armée werd gedecimeerd en in 1813 versloeg de Zesde Coalitie Napoleon in de Slag bij Leipzig.

In 1814 viel de Coalitie Frankrijk binnen en werd hij tot aftreden gedwongen en verbannen naar het eiland Elba.

In februari 1815 keerde hij terug naar Frankrijk en greep voor Honderd Dagen (1815) opnieuw de macht, maar in de Slag bij Waterloo leed hij een zware nederlaag.

Daarna bracht hij zijn laatste jaren in Britse gevangenschap op het eiland Sint-Helena door. Volgens een autopsie stierf hij aan maagkanker.

Napoleon werd geboren als Napoleone di Buonaparte.

Hij was de tweede zoon van Maria Laetitia Ramolino en Carlo Maria Buonaparte, die advocaat was.

De familie Buonaparte was niet rijk en van Italiaanse afkomst.

Napoleon groeide op het eiland Corsica op.

De dominante invloed tijdens zijn jeugd was zijn moeder Laetitia, die met haar kordate discipline de luidruchtige jongen in bedwang kon houden.

Hij speelde op school vaak soldaatje en nam daarbij altijd de leiding.

Zijn vader wist, als vriend van de Franse gouverneur, een studiebeurs voor hem te bemachtigen, en op negenjarige leeftijd vertrok Napoleon naar Frankrijk.

Hij bezocht eerst een college van monniken in Autun om Frans te leren en kreeg daarna een opleiding aan de militaire school in Brienne.

Napoleon zou heel zijn leven Frans spreken met een sterk Corsicaanse tongval.

Hij had geen aanleg voor talen, kende slecht Latijn, maar was wel sterk in wiskunde.

In 1784 vervolgde hij zijn studie aan de École Militaire te Parijs.

Napoleon deed er vervroegd examen, slaagde en werd op zijn zestiende benoemd tot tweede luitenant.

Hij nam in januari 1786 dienst in het regiment La Fère in Valence, tot hij in juni 1786 overgeplaatst werd naar Auxonne (bij Dijon).

Om zijn moeder financieel te helpen, nam hij zijn elfjarige broer Louis bij zich en bekommerde zich om diens opvoeding.

Napoleon toonde belangstelling voor geschiedenis en literatuur.

Plutarchus, Caesar, Corneille, Voltaire en de filosoof Rousseau waren zijn favoriete auteurs.

De roman Die Leiden des jungen Werthers van Johann Wolfgang von Goethe las hij meermaals.

Toen in 1789 de Franse Revolutie uitbrak sloot hij zich daarbij aan. In Auxonne stond hij onder bevel van generaal Jean-Pierre du Teil.

Tijdens de revolutie werd de Corsicaanse patriot Pasquale Paoli uitgenodigd om terug te keren uit Engeland.

Nadat hij door de revolutionairen in Parijs als een held was ontvangen, vestigde Paoli zich in 1790 opnieuw op Corsica - nu een Frans departement - waar hij de leiding van het plaatselijk bestuur in handen kreeg.

Tot zijn medewerkers van die tijd behoorde ook Napoleon Bonaparte.

Maar Paoli kreeg het moeilijk met de revolutie toen die steeds radicaler werd.

In 1793 mislukte een poging om met een Frans legertje vanuit Corsica Sardinië te veroveren, omdat Paoli de expeditie heimelijk saboteerde.

Als gevolg daarvan eiste de Nationale Conventie in Parijs zijn arrestatie.

Paoli ontketende opnieuw een opstand en verdreef met Britse hulp de Fransen uit hun voornaamste steunpunten.

Ook de clan Bonaparte die zich nu tegen Paoli had gekeerd moest vluchten.

In 1794 stelde Corsica zich onder Brits gezag.

Als de zelfstandige Corsicaanse Republiek kreeg het een eigen grondwet, met de Britse koning George III als koning en de Brit Sir Gilbert Elliot werd onderkoning.

Paoli werd echter door de Britten aan de kant geschoven en verliet in 1795 Corsica voorgoed. In 1796 werd Corsica weer Frans.

In januari 1793 werd Louis XVI onthoofd in Parijs en Napoleon slaagde er eind dat jaar in om Toulon, dat in handen was van royalisten en gematigde revolutionairen in te nemen.

Door deze overwinning kwam hij in contact met Augustin Robespierre, de broer van Maximilien, de leider van de jacobijnen.

Na de val van Maxilimilien de Robespierre werd hij gearresteerd en zat hij in augustus 1794 korte tijd in de gevangenis van het Fort Carré van Antibes.

In 1795 kreeg hij eerst een voorstel om in de Vendée een bevel op zich te nemen, maar dit weigerde hij.

Van Nice verhuisde hij naar Parijs. Hij leefde er in grote armoede.

Zonder succes trachtte hij een overplaatsing naar Constantinopel te bekomen om daar zijn diensten aan te bieden aan de sultan van het Ottomaanse Rijk.

In oktober kwam zijn kans om op de voorgrond te treden.

Op vraag van de regering sloeg Napoleon te Parijs de royalistische opstand van 13 Vendémiaire neer door met 40 kanonnen kartetsen op de menigte te schieten.

Als beloning werd hij vervolgens bevorderd tot brigadegeneraal.

In maart 1796 kreeg hij het opperbevel over het leger van Italië, om Oostenrijk aan te vallen. De motieven van het Directoire waren politiek.

Op 9 maart was hij gehuwd met Joséphine de Beauharnais, die de maîtresse van Paul Barras geweest was en uit haar briefwisseling blijkt dat Barras Napoleon dit commando beloofd had, voordat zij er in toegestemd had hem te huwen.

Napoleon was verliefd op haar; anderzijds was zij iemand met veel relaties in de Parijse salons, wat gunstig kon zijn voor zijn carrière.

Barras zou volgens zijn collega's over Bonaparte gezegd hebben: "Promoveer deze man, of hij zal zichzelf promoveren zonder jullie".

Het leger van Italië was verwaarloosd.

De soldaten waren slecht gevoed en hadden in maanden geen soldij ontvangen.

Napoleon herstelde er de discipline, stak de Alpen over, dwong Piëmont tot capitulatie en rukte op naar Piacenza.

Op 10 mei 1796 versloeg hij de Oostenrijkers in de slag bij Lodi en op 14 mei deed hij zijn intrede in Milaan.

Hierna volgden er twee slagen (de Slag bij de brug van Arcole en de Slag bij Rivoli) die Napoleon won.

Dankzij deze overwinningen kon hij doordringen tot op 120 km afstand van Wenen.

Na moeizame onderhandelingen werd een vredesverdrag ondertekend door Napoleon en de Oostenrijkse afgevaardigde graaf Ludwig von Cobentze in het plaatsje Campo-Formio (regio Friuli-Venezia Giulia).

Zo kreeg Napoleon de macht in Frankrijk

Parijs 1799 – Op 9 november wordt er in Frankrijk een coup gepleegd die generaal Napoleon Bonaparte aan de macht brengt.

Deze coup wordt doorgaans beschouwd als het einde van de Franse Revolutie en het begin van het Napoleontische tijdperk.

De staatsgreep zou bekend komen te staan als de coup van 18 Brumaire, omdat dit de datum in de Franse Revolutionaire Kalender was waarop de coup gepleegd werd.

Tijdens de Franse Revolutie, die in 1789 begon, was in 1795 in Frankrijk het Directoire aan de macht gekomen.

Dit was een gekozen vijfkoppig bestuur dat het land regeerde.

Twee van de leden van het Directoire waren afkomstig uit de radicale groepering van de Jakobijnen.

Deze radicalen waren in de jaren voor het Directoire verantwoordelijk voor het zogeheten Schrikbewind, waarin veel tegenstanders van de Franse Revolutie waren vermoord.

In 1799 was er onrust in Frankrijk ontstaan, omdat een aantal oorlogen geen gunstige afloop had voor de Fransen.

De niet-Jakobijnse leden van het Directoire waren bang dat de Jakobijnen deze onrust aan zouden grijpen om weer aan de macht te komen.

Eén van de vijf leden, Emmanuel Jospeh Sieyès, plande, om dit te voorkomen, een staatsgreep.

Sieyès was echter op zoek naar een militaire leider die deze coup zou ondersteunen.

Hiervoor benaderde hij de enorm populaire generaal Napoleon Bonaparte.

Het gerucht werd door hen de wereld in geholpen dat er een Jakobijnse staatsgreep op komst was.

Op 9 november traden de drie niet-Jakobijnse leden van het Directoire af.

De twee andere leden werden gevangen genomen door Napoleon.

De volgende dag werd het veel leden van de Franse regering duidelijk dat de aanhangers van Napoleon een staatsgreep aan het plegen waren en niet de Jakobijnen.

Met militair machtsvertoon werden de Franse afgevaardigden van de regering gedwongen om Napoleon als eerste consul van het land aan te stellen, bijgestaan door zijn handlangers Sieyès en Murat.

Hiermee werd het Directoire officieel ontbonden en het Consulaat ingesteld.

In de periode die hierop volgde wist de bij het volk populaire Napoleon zowel zijn handlangers als tegenstanders uit te schakelen en alle macht naar zich toe te trekken. Napoleons positie als alleenheerser werd in 1804 bevestigd, toen Napoleon zich als keizer van Frankrijk kroonde.

Meer leren over Napoleon...

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page