top of page

China





China is de benaming voor een groot cultuurgebied met een zeer lange geschiedenis, een oude beschaving en een staat in Oost-Azië.

Sinds de Chinese Burgeroorlog bestaat China uit twee verschillende republieken:

  • Volksrepubliek China (gewoonlijk China genoemd) omvat het vasteland van China en de speciale bestuurlijke regio's Hongkong en Macau. Deze beide laatste regio’s werden in 1997 respectievelijk 1999 weer deel van China. Hongkong was daarvoor een Britse kolonie en Macau een Portugese kolonie.

  • Republiek China (gewoonlijk Taiwan genoemd) is de voortzetting van de republiek die voor de Chinese Burgeroorlog een groot deel van het Chinese vasteland besloeg, maar nu nog slechts bestaat uit het eiland Taiwan en enkele kleinere eilanden, waaronder de Pescadores en verder ook nog de Matsu-archipel en Quemoy (inclusief Wuciou) die beide vlak voor de kust van de Volksrepubliek liggen.

1. Het Chinese jaar begint op de tweede nieuwe maan na de zonnewende van 21 december. Om deze reden kan het Chinees Nieuwjaar nooit van start gaan voor 21 januari en na 20 februari;

2. In China krijgt men zeven dagen verplicht vrij om feest te vieren. Vaak nemen mensen ook nog een aantal dagen ervoor en erna vrij. Kun jij je dat voorstellen? Er zijn heel wat voorbereidingen voor nodig om dit feest een succes te laten zijn;

3. Het Chinese woord voor Nieuwjaar is Xin Nian.

Legendes vertellen dat Nian een reusachtig mensetend dier was in het oude China.

Het had het lichaam van een stier en de kop van een leeuw.

Nian leefde hoog in de bergen en kwam alleen naar de dorpen, wanneer hij in de winter niets meer kon vinden om op te jagen.

Al gauw ontdekten de dorpelingen dat het dier achteruit deinsde voor lawaai, de kleur rood en vuur. Je raadt het al, hieruit zijn de bekende tradities van de nieuwjaarsviering voortgevloeid;

4. Een kwart van de hele wereldbevolking viert Chinees Nieuwjaar! Geen wonder dat rond deze tijd de grootste menselijke migratie plaatsvindt. Chinezen over de hele wereld keren terug naar huis. Over het algemeen worden deze feestdagen gespendeerd in het huis van het oudste familielid. Er wordt een feestelijke avondmaal op tafel gezet en niemand wil dat natuurlijk missen;

5. Eten speelt een belangrijke rol tijdens dit Chinese feest. Wil je het nieuwe jaar ingaan met wat extra geluk? Eet vis, bosui, wortelen, lange noedels, loempia’s, mandarijntjes, dumplings of Chinese kool. Vergeet niet om aan het einde van de maaltijd je bord net niet helemaal leeg te eten. Op die manier laat je met respect zien dat je genoeg hebt gehad.

6. Iets laten vallen of breken tijdens de feestelijke aangelegenheden brengt ongeluk. Wees dus voorzichtig. Ook kun je maar beter letten op je taalgebruik en straf je geen kinderen op nieuwjaarsdag. Ook dat kan namelijk ongeluk in het nieuwe jaar brengen.

7. Het nieuwe jaar wil je starten met een schone lei. Men betaalt daarom schulden af, koopt nieuwe kleren, gaat naar de kapper en maakt het huis grondig schoon. De keukenkastjes worden gevuld met allerlei lekkernijen, klaar voor het feest dat te wachten staat;

8. Om middernacht worden alle ramen en deuren opengezet. Zo kan het oude jaar naar buiten waaien en verwelkom je het nieuwe jaar in huis;

9. Op straat zie je de welbekende draken- en leeuwendansen. De drakendans (zie hieronder) is een Chinese volksdans en verdrijft de kwade geesten. De leeuwendans werd heel vroeger enkel voor de keizer opgevoerd. Mettertijd ook voor het leger en uiteindelijk voor het volk;

10. De twee weken worden afgesloten met het Lantaarnfeest.

Door heel China zie je dan rode lantaarns voor de deuren hangen. Ook worden er rode envelopjes met geld aan kinderen en ouderen gegeven.


De naam China is afgeleid van Qin (spreek uit:Tsjin), de naam van een van de staten die China vormden.

Qin lag in het westen van China en onderwierp de overige Chinese staten waarna de Qin-dynastie werd gesticht in 221 v.Chr., de eerste Chinese dynastie waarin een keizer werd benoemd.

De Chinezen zelf hanteerden als officiële naam: Keizerrijk van de Grote naam-van-de-dynastie, bijvoorbeeld: Keizerrijk van de Grote Ming.

De dagelijkse naam was en is voor Chinezen Zhōngguó (vereenvoudigd Chinees: 中国; traditioneel Chinees: 中國; pinyin: Zhōngguó).

De officiële Chinese namen van de Volksrepubliek China en van de Republiek China (Taiwan) bevatten niet het karakter voor Qin, maar de karakters voor Zhōngguó.

Het eerste deel van Zhōngguó betekent midden of centrum, het tweede deel betekent land of staat.

Dit kan verwijzen naar het centrum van beschaving, zoals China zichzelf zag of naar het middelpunt van het land, te weten het gebied met de stad van de keizer.

Wie de hoofdstad beheerste, belichaamde de centrale macht in China.

China is een van de vroegste centra van beschaving en wordt vrij vroeg in de wereldgeschiedenis een groot verenigd land met een geavanceerde cultuur op het vlak van kunst en wetenschap.

Er zijn aparte artikelen over verschillende periodes in de Chinese geschiedenis:

  • prehistorisch China: Prehistorie in China;

  • de Chinese oudheid;

  • het Chinees Keizerrijk (221 v.Chr.-1912);

  • Republiek China (1911-1928)

  • de Republiek China (1912-heden), sinds 1949 voortgezet op Taiwan;

  • Kwomintang-China tussen 1928 en 1949, wordt China ook wel aangeduid als Nationalistisch China of Kwomintang-China;

  • de Volksrepubliek China (1949-heden);

China kan zowel op politiek-historische als op fysisch-geografische gronden worden ingedeeld in een aantal verschillende gebieden.

Het 'traditionele China' beslaat grofweg het Zuidoosten en midden van het vasteland van China en is de bakermat van de Chinese cultuur.

Fysisch geografisch zijn hierbinnen drie belangrijke gebieden te onderscheiden:

  • Chinees laagland

  • Noord-Chinees bergland

  • Zuid-Chinees bergland

Naast dit kerngebied bestaat het huidige China uit een aantal andere gebieden, die zich kenmerken door een eigen geschiedenis en vaak ook door verschillen in taal en cultuur met de rest van China:

  • Taiwan

  • Hongkong

  • Macau

  • Tibet

  • Xinjiang

  • Binnen-Mongolië

Tibet was voor de Qing-dynastie (1644-1912) en tijdens de burgeroorlog een onafhankelijk koninkrijk, terwijl Taiwan zich in 1949 de facto afscheidde van de rest van China.

Mantsjoerije komt in 1949 weer bij China.

Hongkong en Macau zijn een eeuw lang(18de - 19de eeuw) door Europeanen gekoloniseerd. Ten slotte hebben de oorspronkelijke bewoners van Xinjiang meer taalkundige en culturele verwantschap met de Kazachen dan de Chinezen; terwijl de historische en culturele verwantschap tussen het autonome Binnen-Mongolië en de onafhankelijke republiek Mongolië al uit de naam blijkt.

Bestuurlijk is China ingedeeld in 27 provincies en 7 regio's.

Hoewel het centraal gezag vanuit Beijing in theorie strak is, genieten de provincies toch aanzienlijke autonomie in de wijze waarop ze de richtlijnen van Beijing uitvoeren.

De term Chinese cultuur heeft betrekking op een veelheid aan tradities en religieuze gebruiken zoals deze in alle uithoeken van China gedurende de geschiedenis van China hebben bestaan en nog steeds bestaan.

Het uitgestrekte land kent een grote verscheidenheid aan culturen en volkeren, zowel in het verleden als in het heden.

De grootste etnische groep - met een grote onderlinge verscheidenheid - zijn de Han-Chinezen. China kent echter veel minderheidsvolken, waaronder Mongolen, Oeigoeren en Tibetanen.

Religie

Zie ook boeddhisme in China, islam in China, Christendom in China en Jodendom in China.

In China hebben zich van oudsher de volgende religies en filosofieën ontwikkeld c.q. gevestigd:

  • Voorouderverering

  • Taoïsme

  • Confucianisme

  • Boeddhisme

  • Islam

De traditionele Chinese godsdienst is in feite een mengeling van de eerste vier hierboven genoemde tradities.

Daarnaast kent China ook belijders van het christendom.


Qingmingfestival.

106e dag na de winterzonnewende, begin van de vijfde jie - soms 4, meestal 5 april.

Qing Ming (Ching Ming) is een feest ter ere van de voorouders.

Gezinnen gaan naar de graven van hun voorouders, maken de zerken schoon en plaatsen er bloemen en (symbolisch) voedsel op.

De idee hierachter is dat de wereld van de overledenen veel lijkt op onze wereld en dat de voorouders daarom aardse zaken als bloemen en voedsel op prijs stellen.

Het Klaar en Helderfeest of Qing Ming (Gravenfeest) is het belangrijkste voorjaarsfeest in China.

Het wordt gevierd op de honderdzesde dag na de winterzonnewende, dus omstreeks Pasen.

Op deze dag bezoekt men de graven van de voorouders, die men reinigt en herstelt.

Deze werkzaamheden worden besloten met een picknick.

Het Klaar en Helderfeest heeft de plaats ingenomen van het Koud Etenfeest dat gevierd werd op de derde dag van de derde maand ter nagedachtenis van Jie Zittui.

Het Gravenfeest wordt gevierd op de vijftiende dag na de lente-evening d.w.z. op 4 of 5 april.

Dat valt juist in het vochtige 'motregenseizoen'.

Het is het begin van de lente en het heeft een diepe betekenis om op dat moment te offeren aan de voorouders en de graven schoon te maken.

Tegenwoordig is 5 april als vaste datum voor het Gravenfeest bepaald, en die datum geldt als officiële vrije dag.

Wanneer men de graven bezoekt, offert men niet alleen aan de eigen voorouders, maar zet ook geschenken klaar voor de God van de Aarde, die de graven bewaakt, en men offert ook aan de eenzame zielen en dolende geesten uit de wildernis.

Dat is om de God van de Aarde te verzoeken om op de graven van de voorouders te passen en zo hoopt men de eenzame zielen en dolende geesten vreedzaam met de voorouders te laten verkeren.

Bij het Chinese Gravenfeest van vroeger waren er nog andere gebruiken, zoals het dragen van wilgentakjes in het haar, vliegeren, boogschieten, schommelen en dauwtrappen, maar die zijn tegenwoordig vrijwel overal verdwenen.

Alleen het gebruik om de graven te bezoeken is gebleven, en dat is het belangrijkste onderdeel.


In China worden honderden verschillende talen gesproken.

De meeste daarvan zijn dialecten die tot de Chinese talen gerekend worden, die onderling niet worden begrepen.

Uit politieke of culturele overwegingen vermijdt men echter de term 'talen' en wordt het begrip fangyan (方言, letterlijk streektaal) vertaald met dialecten.

De officiële taal in zowel de Volksrepubliek als op Taiwan, maar ook in Singapore is het Standaardmandarijn.

In en rond Hongkong is de omgangstaal het Standaardkantonees, dat zowel in gesproken als geschreven vorm voorkomt.

Rond Shanghai spreekt men Shanghainees, waarvan geen standaard bestaat.

Veel etnische minderheden spreken naast een Chinese taal ook hun eigen taal.


De regering van de Chinese Volksrepubliek deelt de bevolking in in "nationaliteiten".

Deze groepen komen echter niet altijd overeen met wat door antropologen als etnische groepen gezien worden.

Volgens de officiële lezing behoort 94% van de bevolking van de volksrepubliek tot een groep die Han genoemd wordt, genoemd naar de Han-dynastie uit de eerste eeuwen voor Christus.

De andere "nationaliteiten" vormen vergeleken met deze overweldigende meerderheid slechts kleine minderheden, waarvan het merendeel bestaat uit de oorspronkelijke bewoners van het noord- en zuidwesten van de volksrepubliek.

De grootste minderheden zijn de Oeigoeren, Tibetanen en Mongolen, de oorspronkelijke bevolkingsgroepen van respectievelijk Xinjiang, Tibet en Binnen-Mongolië.

Beijing stimuleert de migratie van Chinezen (grotendeels Han) naar deze gebieden en sinds de laatste decennia van de 20e eeuw is het percentage van de bevolking in deze gebieden dat tot de oorspronkelijke groep behoort sterk gedaald.

In Binnen-Mongolië is de Han de belangrijkste bevolkingsgroep geworden.

De Oeigoeren zijn met name nog goed vertegenwoordigd in het westen van Xinjiang, ten zuiden van de Tian Shan en op de landbouwgronden van de oases in het Tarimbekken.

In de steden en het oosten van Xinjiang zijn ze een minderheid in eigen land geworden.

In Tibet is het grootste deel van de bevolking volgens de officiële cijfers nog altijd Tibetaans, maar ook hier stijgt het percentage Han.

De Chinese schilderkunst is een van de oudste tradities in de kunstgeschiedenis.

Schilderen in de traditionele stijl wordt in het Chinees guóhuà (traditioneel Chinees: 國畫; vereenvoudigd Chinees: 国画) genoemd, letterlijk 'nationale schilderkunst', waarmee het verschil wordt benadrukt met de westerse schilderskunst.

Traditioneel zijn Chinese schilderwerken uitgevoerd in de gedetailleerde gongbi-stijl of in gewassen inkt.

Deze laatste techniek wordt ook wel 'literati-schilderkunst' genoemd, daar schilderen in gewassen inkt een van de 'vier kunsten' was waar de geletterde literaat zich in bekwaamden.

In de loop der geschiedenis hebben zich diverse genres ontwikkeld in de Chinese schilderkunst.

Met name shan shui-landschappen namen een prominente plaats in in de Chinese kunstgeschiedenis.

Andere populaire genres waren historische en religieuze taferelen, vogel- en bloemschilderingen en bamboeschilderingen.


Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page