top of page

Prehistorie


Prehistorie, voorgeschiedenis of oertijd is een periode in de menselijke geschiedenis.

Over de precieze afbakening en het definiëren van deze periode bestaat behoorlijk wat discussie.

In ruimere zin wordt de term gebruikt voor de geschiedenis die héél erg lang geleden is, alhoewel dat een vaag begrip is.

In principe kan dan met de term de gehele geschiedenis van de aarde sinds haar ontstaan worden bedoeld, maar vaak wordt als men over prehistorie praat alleen gedoeld op dat gedeelte van de geschiedenis sinds dat het leven ontstaan is, of zelfs sinds dat de mensachtigen (voorouders van de menselijke soort) ontstaan zijn.

Als eindpunt van de prehistorie worden in het spraakgebruik ook verschillende markante punten uit de geschiedenis gehanteerd, zoals het ontstaan van de menselijke soort of (in de westerse wereld) de geboorte van Christus, of een ander markante gebeurtenis zoals de eerste geschreven bron.

De wetenschappelijke en meest gangbare definitie van de prehistorie is namelijk: die periode uit de geschiedenis waarvan we geen geschreven bronnen hebben gevonden, of deze bronnen niet begrijpen.

Het eindpunt van de prehistorie is dan het jaar waarin de oudst bekende én ontcijferde bron is geschreven.

Dit kan echter per cultuur of gebied op aarde verschillen.

Uit China of Egypte zijn bijvoorbeeld veel oudere geschreven bronnen bekend dan uit West-Europa. De Egyptische hiërogliefen werden echter pas in 1822 ontcijferd.

Vóór die tijd was de Egyptische beschaving dus prehistorie, vanaf 1822 behoort ze tot de 'geschiedenis'.

Paul Tournal bedacht de term Pré-historique oorspronkelijk om de vondsten die hij in grotten in Zuid-Frankrijk had gedaan te beschrijven.

Het woord werd in 1830 opgenomen in het Frans om de periode voor de uitvinding van het schrift aan te duiden en in 1851 door Daniel Wilson in het Engels geïntroduceerd.

Dit artikel behandelt de geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika, de prehistorie van het gebied daarbij inbegrepen.

De geschiedenis in strikte zin begint met de komst van Europeanen in de zestiende eeuw.

De Spanjaarden, Engelsen en Fransen stichtten vervolgens een aantal koloniën in Noord-Amerika.

De Verenigde Staten bevochten hun politieke zelfstandigheid tijdens de Amerikaanse Revolutie (1775-1783).

De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) was een duidelijke breuk in de ontwikkeling van de jonge natie.

Van een agrarisch land bestaande uit los met elkaar verbonden deelstaten zijn de Verenigde Staten sinds de Tweede Wereldoorlog het rijkste en machtigste land ter wereld geworden.

De opkomst van de Verenigde Staten als wereldmacht begon in het midden van de 19e eeuw met de expansie naar het westen toe en na de Amerikaanse Burgeroorlog werd deze uitbreiding doorgezet. De instroom van immigranten voedde ook de economische expansie van het land.

Met de bemoeienissen in de Eerste en Tweede Wereldoorlog was de positie van de Verenigde Staten als wereldmacht verzekerd.

Onze kennis van de periode voor 1607 berust uitsluitend op archeologische en Spaanse bronnen.

De indianen, de oorspronkelijke bewoners van Noord- en Zuid-Amerika, stammen af van migranten uit het noordoosten van Siberië die over de Beringstraat naar Amerika zijn getrokken.

Bijna alle indianen hebben zwart sluik haar en een donkere huidskleur.

Lange tijd is gedacht dat de zogenoemde Cloviscultuur de komst van de eerste mensen van over de Beringstraat vertegenwoordigde, maar op basis van recente vondsten is het aannemelijk dat zich hier al eerder mensen gevestigd hebben.

Zowel in het zuidwesten, in de streek waar de huidige vier staten Colorado, New Mexico, Arizona en Utah tezamenkomen (de Anasazi) en in het Mississippi-gebied (Cahokia) hebben inheemse culturen bestaan die een aanzienlijk peil van ontwikkeling gekend hebben.

Cahokia was bijvoorbeeld een fikse stad tijdens de Europese Middeleeuwen.

Tot een hoogcultuur zoals in Mexico of Zuid-Amerika is het echter op het grondgebied van de Verenigde Staten niet gekomen. In het gebied ten noorden van Mexico leefden naar schatting ongeveer een half miljoen indianen op het moment dat de kolonisatie vanuit Europa begon.

Hun leefwijzen verschilden sterk: sommigen waren nomaden, anderen leefden sedentair. Zowel landbouw, jacht als visserij werden door hen bedreven.

Er bestonden meer dan zeshonderd indianentalen.

De eerste Europeanen die noordelijk Amerika trachtten binnen te dringen waren de Spanjaarden. Deze hadden zich voordien gevestigd in Mexico.

Op het moment dat zij het noorden verkenden, bestond het huidige grondgebied van de Verenigde Staten hoofdzakelijk uit uitgestrekte wouden, prairies en woestijnen.

Hernando de Soto trok in 1539 Florida binnen en begon een expeditie door het zuidoosten.

Hij werd echter in 1541 door de Mississipiërs verslagen en stierf als gevolg hiervan.

Zijn expeditie leverde niet de rijke buit op die hij ervan voorspeld had en dit maakte voorlopig een eind aan Europese inmenging.

Toch had het contact een belangrijk gevolg: de invoering van het paard.

Dit dier zou het leven van de bevolking van de uitgestrekte prairie sterk veranderen.

Onderzoek zou aan tonen dat de kindertijd de meeste mensenlevens eisten, kinderen warden gemiddeld niet ouder dan 11 jaar, of je overleefde of je stierf hing af van je vermogen te kunnen overleven, en het liefst in de buurt van volwassene die zelf slechts 40 jaar oud werden.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page