
Zoekresultaten
71 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- 2 B Marron
De afgelopen decennia hebben diverse mensen en groepen, m.n. met een Afro-Surinaamse, Nederlandse en Antilliaanse achtergrond op verschillende schaal zich bezig gehouden met de herdenking en de viering van de afschaffing van de slavernij. Zowel de oprichting van het instituut NiNsee, het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis, als de oprichting van herdenkingsmonumenten, waaronder het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark, zijn directe resultaten van deze inspanningen. Zeg mij, wie is je vader, wie is je moeder?’ is niet zomaar de beginvraag van de interviews van Jörgen Raymann als Tante Es met haar gasten gaat spreken. Niemand kan zonder geschiedenis, niet om de dingen goed te praten maar om te begrijpen waarom je doet wat je doet, waarom je bent wie je bent. Alles draait om handel, in de politiek, op de markt, op school, in het hele leven. We moeten dus ook snel beginnen met de voorlichting en vorming van onze jongeren. Europeanen en Afrikanen ontmoetten elkaar. Ze zijn nooit geholpen met de verwerking van hun verleden, ze zijn er alleen maar weggehaald, onder het motto wat je niet zien kan is er niet... Keti Koti, een Surinaams begrip, betekent ‘Verbroken Ketenen’. Het symboliseert de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 in de toenmalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen en daarmee de afsluiting van een zwarte periode in de Nederlandse geschiedenis.
- Proefplaatsing
Wilt u iemand met een WAO-, WIA-, WAZ-, Wajong-, Ziektewet- of WW-uitkering in dienst nemen? En kan deze werknemer moeilijk aan werk komen en weet u niet of hij geschikt is voor de functie? Dan kan deze werknemer een proefplaatsing krijgen. Hij werkt dan 2 maanden bij u met behoud van zijn uitkering. U hoeft dan geen loon te betalen. Deze periode is net zolang als de maximale proeftijd bij begin van een dienstverband. En meestal genoeg om te kijken of de werknemer geschikt is. Dit heet proefplaatsing. Na een proefplaatsing mag u geen proeftijd meer afspreken met de werknemer. Voor een proefplaatsing geldt dat u de bedoeling moet hebben om de werknemer na de proefplaatsing een dienstverband aan te bieden van minimaal 6 maanden. En minimaal voor hetzelfde aantal uren als de proefplaatsing. Tijdens de proefplaatsing kijkt u of de werknemer geschikt is voor de functie. U sluit tijdens de proefplaatsing voor de werknemer een aansprakelijkheidsverzekering af. Als de werknemer een WW-uitkering heeft, moet hij minimaal 3 maanden werkloos zijn. En moet het duidelijk zijn dat de werknemer zonder hulp moeilijk aan werk kan komen. Is hij korter dan 3 maanden werkloos? Dan verwachten wij dat hij zonder hulp werk kan vinden. Er geldt een uitzondering als de werknemer jonger dan 27 jaar is en hij geen start kwalificatie heeft. Of als hij voor zijn WW-uitkering langere tijd een Ziektewet- of arbeidsongeschiktheids uitkering kreeg. En hij niet meer kan werken in zijn oude functie. Wij geven alleen toestemming als de werknemer een uitkering van UWV krijgt. En als wij verwachten dat hij zonder proefplaatsing moeilijk werk vindt. Uw toekomstige werknemer moet eerst toestemming van UWV hebben voor proefplaatsing. Hij vraagt de proefplaatsing samen met u aan met het formulier Aanvraag proefplaatsing. Wij beoordelen dan of proefplaatsing ingezet kan worden en hoelang. Wij kijken naar de persoonlijke situatie van de werknemer. En wij kijken of hij geschikt is voor de functie. Wij beslissen zo snel mogelijk nadat de aanvraag bij ons is ingediend. Meestal ontvangt u binnen 2 weken al een beslissing van ons. Als wij toestemming hebben gegeven, kan uw werknemer beginnen met de proefplaatsing. Denkt u dat een proefplaatsing van 2 maanden te kort is? Dan kunt u op het formulier Aanvraag proefplaatsing aangeven waarom u meer tijd nodig heeft om de werknemer te beoordelen. Dit moet u dan uitgebreid toelichten. Wij beoordelen dan of het nodig is om de proefplaatsing te verlengen en voor hoelang. Een proefplaatsing kan maximaal 6 maanden duren. Bij onze beoordeling kijken wij naar de persoonlijke situatie van de werknemer. Waarom heeft hij meer tijd nodig om te laten zien dat hij geschikt is voor het werk? Is het belangrijk voor zijn re-integratie? Hoe ingewikkeld is het werk voor deze werknemer? Ook hangt het af van de ernst van zijn ziekte of handicap. Heeft de werknemer een WW-uitkering? Dan is een proefplaatsing van 2 maanden bijna nooit te kort. Hieronder ziet u voorbeelden van situaties waarin wij wel en niet verlengen. Voorbeeld: geen langere periode Is de inwerkperiode voor de functie standaard langer dan 2 maanden? Dan verlengen wij de proefplaatsing niet. Want in dit geval komt het niet door de kandidaat, maar door de functie dat hij meer tijd nodig heeft om te laten zien of hij geschikt is. Dit behoort tot het bedrijfsrisico. Een proefplaatsing van 2 maanden is dan voldoende om te beoordelen of de werknemer geschikt is voor de functie. Voorbeeld: wel een langere periode Kan een werknemer vanwege zijn ziekte of handicap maar 1 dag per week werken? Dan verlengen wij de proefplaatsing wel. Want 2 maanden is in dit geval te kort om te beoordelen of de werknemer geschikt is. Wordt de werknemer ziek tijdens de proefplaatsing? Dan kan de proefplaatsing worden verlengd met de tijd dat hij ziek was. Gaat uw werknemer op vakantie tijdens zijn proefplaatsing? Dan kunt u niet verlengen. Dan blijft de duur van de proefplaatsing de periode waarvoor wij toestemming hebben gegeven. Wilt u iemand met een arbeidshandicap of ziekte aannemen? Dan kunt u gebruikmaken van de no-riskpolis. Voor werknemers met een ziekte of handicap betaalt UWV soms een Ziektewet-uitkering. De Ziektewet-uitkering dekt een groot deel van de loonkosten van de zieke werknemer. Deze regeling wordt de no-riskpolis genoemd. Uw werknemer heeft recht op een no-riskpolis als hij bij het begin van zijn dienstverband aan een van de volgende voorwaarden voldoet: Hij heeft een WIA-, WAO-, WAZ- of Wajong-uitkering. Hij kreeg ooit een Wajong-uitkering. Hij heeft problemen (gehad) door zijn ziekte of handicap bij het volgen van onderwijs. En hij komt binnen 5 jaar na afloop van het onderwijs bij u in dienst. Hij heeft een verklaring van de gemeente of UWV dat hij een arbeidshandicap heeft. Hij heeft een WSW-indicatie. Hij is voor 8 juli 1954 geboren, heeft langer dan 52 weken een WW-uitkering en is vanuit de WW bij u in dienst gekomen. Hij krijgt dan na 13 weken ziekte een Ziektewet-uitkering. Is uw organisatie een WSW-bedrijf? Dan is een no-riskpolis niet mogelijk. Is uw werknemer bij zijn vorige werkgever arbeidsongeschikt geworden? En heeft hij toen geen WIA-uitkering gekregen omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was? Dan heeft hij toch recht op een no-riskpolis in de volgende gevallen: Op de eerste dag van de 13 weken voor het einde van de wachttijd WIA had hij geen andere werkgever dan bij wie hij ziek is geworden. Of als uw werknemer wel een andere werkgever had, dan werkte hij daar al toen de wachttijd WIA begon. Een proefplaatsing of detachering is geen dienstverband. Hij kon geen eigen of passend werk doen bij het oorspronkelijke bedrijf. Hij komt binnen 5 jaar na de wachttijd WIA bij u in dienst. In de beslissing over de WIA-uitkering staat of de werknemer recht op de no-riskpolis heeft. Hij hoeft de no-riskpolis niet aan te vragen, deze geldt automatisch. Weet hij niet zeker of hij een no-riskpolis heeft? Dan kan hij dit bij ons navragen. De no-riskpolis begint zodra de werknemer bij u in dienst komt. De no-riskpolis geldt 5 jaar lang vanaf de eerste werkdag van de werknemer. Wordt de werknemer ziek binnen deze periode van 5 jaar? Dan betaalt UWV voor maximaal 2 jaar de Ziektewet-uitkering. In het eerste jaar ligt de uitkering tussen de 70% en 100% van het dagloon. In het tweede jaar is de uitkering 70% van het dagloon. In bijzondere gevallen verlengt UWV de periode van 5 jaar met nog eens 5 jaar. Bijvoorbeeld als de werknemer al een ernstige ziekte had. Uw werknemer kan dan verlenging van de no-riskpolis aanvragen. Heeft uw werknemer een Wajong-uitkering (gehad) of heeft hij een WSW-indicatie? Dan geldt de no-riskpolis zolang hij werkt. Verlenging aanvragen is dan ook niet nodig. In sommige gevallen kunt u een korting krijgen op de premies voor werknemersverzekeringen, of een vrijstelling krijgen van deze premies. Neemt u een werknemer met een ziekte of handicap in dienst? Dan kunt u misschien een mobiliteitsbonus krijgen. U heeft dan geen doelgroepverklaring van uw werknemer nodig. Informatie over de voorwaarden, de hoogte en de verrekening van de mobiliteitsbonus leest u op Ondernemersplein.nl. Of bel de BelastingTelefoon, 0800 – 05 43 (gratis). Neemt of heeft u een werknemer in dienst met een ziekte of handicap? En maakt u extra kosten om zijn werk mogelijk te maken? Dan kunt u een vergoeding aanvragen voor niet-meeneembare aanpassingen op de werkplek of het bedrijf. Uw werknemer kan zelf subsidie voor meeneembare hulpmiddelen aanvragen. U kunt de volgende voordelen en vergoedingen krijgen: Subsidie voor aanpassingen aan de werkplek. Een mobiliteitsbonus: als u een werknemer met een WIA-uitkering in dienst hebt, kunt u korting op de WAO/WIA-premie en op het werkgeversdeel van de premie WW-Awf en/of de Ufo-premie toepassen als de werknemer weer geheel of gedeeltelijk aan het werk gaat. U kunt de mobiliteitsbonus maximaal 3 jaar krijgen. Meer informatie? Neem dan contact op met de BelastingTelefoon (0800 – 05 43) of kijk op het Ondernemersplein. U mag werknemers jonger dan 18 jaar, of met een Wajong-uitkering een lager loon dan het minimumloon betalen (alleen als deze werknemer door ziekte of handicap aantoonbaar minder presteert). De hoogte van het minimumloon vindt u op Actuele bedragen. U kunt een Ziektewet-uitkering krijgen als uw werknemer ziek wordt en hij korter dan 5 jaar geleden een WIA uitkering heeft gekregen. Voor de werknemer zijn er voorzieningen die hij zelf kan aanvragen. In september betaalt UWV de jaarlijkse Tegemoetkoming arbeidsongeschikten aan klanten die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Het gaat om klanten die op 1 juli van dat jaar: recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering van UWV (WAO-, WIA-, Wajong- of WAZ-uitkering); 35% of meer arbeidsongeschikt zijn; Het bedrag is een compensatie voor de extra kosten die een klant met een ziekte of handicap heeft. De tegemoetkoming arbeidsongeschikten (voorheen Wtcg) is onderdeel van de WAO, WIA, Wajong en WAZ. Het bedrag is netto. €209 Degene die recht heeft op de tegemoetkoming krijgt deze elk jaar automatisch op zijn rekening. Hij hoeft hier niets voor te doen. Krijgt hij zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering via zijn werkgever of een instantie? Dan ontvangt hij ook de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten van UWV op deze manier. Wij hebben onderzocht of het mogelijk is de tegemoetkoming altijd rechtstreeks aan uw werknemer(s) te betalen. Helaas is dat niet mogelijk. Wij kunnen de tegemoetkoming niet storten op een andere rekening dan de rekening waarop wij de maandelijkse arbeidsongeschiktheidsuitkering storten. Daarom vragen wij u als werkgever, ook deze tegemoetkoming door te storten naar de klant. U bent niet verplicht om de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten door te betalen. Wilt u de tegemoetkoming niet doorbetalen? Meld dit dan uiterlijk 1 augustus aan ons. Wij betalen dan vanaf 1 september blijvend rechtstreeks aan uw werknemer. Dit geldt voor de maandelijkse arbeidsongeschiktheidsuitkering(en)en de jaarlijkse Tegemoetkoming arbeidsongeschikten. Dit kan wel nadelig zijn voor u en uw werknemer. U moet bijvoorbeeld een aanvulling op de uitkering voortaan apart berekenen. En uw werknemer moet misschien vanwege de aparte betaling meer belasting betalen. U ontvangt de bedragen voor de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten in september. U krijgt de tegemoetkoming tegelijk met de maandelijkse betaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Een paar dagen voordat u het bedrag ontvangt, krijgt u een brief met een bijlage. Hierop staat een overzicht van de werknemers die recht hebben op de tegemoetkoming. Heeft uw werknemer geen Tegemoetkoming arbeidsongeschikten gekregen, terwijl hij daar mogelijk wel recht op heeft? Neem dan contact op met UWV Telefoon Werkgevers via 0900 - 92 95 (€ 0,04 per minuut, met een starttarief van € 0,045, plus uw gebruikelijke belkosten). Wij zoeken dit voor u uit. Houd het burgerservicenummer van uw werknemer bij de hand. Wij nemen dan contact op met uw werknemer over zijn recht op de tegemoetkoming. U kunt het bedrag van de tegemoetkoming direct na ontvangst overmaken naar de rekening van uw werknemer. U beslist zelf wanneer u de betaling uitvoert, maar wij stellen het op prijs als u het zo snel mogelijk doet. Het hoeft niet tegelijk met de uitkering of het loon te worden uitbetaald. U hoeft de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten niet te vermelden op de loonstrook of de jaaropgave van uw werknemer. De tegemoetkoming valt namelijk onder de eindheffing en hoort niet tot het individuele fiscale loon of het verzamelinkomen van de uitkeringsgerechtigde. Daarom hoeft de uitkeringsgerechtigde werknemer er geen loonbelasting of inkomstenbelasting over te betalen. Voor werknemers met een Wajong-uitkering geldt een speciale regeling: loondispensatie. Kan een werknemer met een Wajong-uitkering door zijn ziekte of handicap minder aan dan uw andere werknemers? Dan mag u tijdelijk minder loon betalen aan deze werknemer. UWV vult het loon van de Wajonger dan aan tot maximaal het bedrag dat hij ontving voordat hij bij u ging werken. De loondispensatie kan een half jaar tot 5 jaar duren. Verlenging is mogelijk, maar het is de bedoeling dat de werknemer hetzelfde gaat verdienen als andere werknemers. U vraagt loondispensatie aan met het formulier Aanvraag loondispensatie Wajong. Een arbeidsdeskundige van UWV beoordeelt dan of uw werknemer minder presteert door zijn ziekte of handicap. Met dit oordeel stelt de arbeidsdeskundige vast hoeveel loon u moet betalen. Neemt u een Wajonger in dienst? En gaat hij bij u loon verdienen? Dan verlagen wij mogelijk zijn Wajong-uitkering. Hij kan dan een aanvulling op zijn uitkering krijgen, als hij voldoet aan de volgende voorwaarden: Hij heeft vóór 1 januari 2010 voor de eerste keer Wajong aangevraagd. Hij heeft hulp (gehad) van een jobcoach. Zijn werkgever krijgt loondispensatie voor hem. Het loon dat hij verdient en zijn Wajong-uitkering bedragen samen minder dan het functieloon. UWV vult de uitkering aan tot maximaal het bedrag dat de Wajonger ontving voordat hij bij u ging werken. Uw werknemer hoeft deze aanvulling niet aan te vragen. Als hij hier recht op heeft, dan betalen wij de aanvulling automatisch. Neemt u een werknemer met een langdurige ziekte of handicap in dienst die begeleiding nodig heeft? Dan kan een interne jobcoach misschien helpen. Een jobcoach begeleidt deze werknemer op zijn werkplek. U zorgt ervoor dat uw werknemer een persoonlijk trainings- of inwerkprogramma krijgt en begeleiding op de werkvloer. Aan het eind van een geslaagd programma kan de werknemer zijn werk zelfstandig uitvoeren. De jobcoach blijft bereikbaar wanneer er problemen zijn. Wilt u subsidie voor een interne jobcoach aanvragen? Dan moeten u en uw werknemer aan een aantal voorwaarden voldoen: Vraagt u voor de eerste keer subsidie aan voor een interne jobcoach? Dan moet uw werknemer een dienstverband hebben van minimaal 6 maanden. Hij werkt minimaal 12 uur per week en verdient minimaal 35% van het minimumloon. Verlengt u de arbeidsovereenkomst van uw werknemer? Dan kunt u subsidie krijgen zolang het dienstverband duurt, met een maximum van in totaal 3 jaar. Heeft uw werknemer na deze 3 jaar toch nog begeleiding van een interne jobcoach nodig? Ook dan kunt u misschien nog subsidie krijgen. U moet uw aanvraag dan wel goed onderbouwen. Heeft uw werknemer eerder hulp gehad van een jobcoach? En wilt u nu subsidie voor een interne jobcoach aanvragen? Houd er dan rekening mee dat we de periodes waarin uw werknemer gebruik heeft gemaakt van een jobcoach aftrekken van de maximale periode van 3 jaar. Alle voorwaarden vindt u in het Protocol Interne Jobcoach. Heeft u een werknemer met een langdurige ziekte of handicap? En heeft hij begeleiding nodig van een interne jobcoach voor de uitoefening van zijn functie? Dan kunt u vanaf 1 januari 2015 hiervoor subsidie aanvragen. Gebruik hiervoor het formulier Aanvraag subsidie interne jobcoach en het formulier Gegevens werknemer interne jobcoach. Houd er rekening mee dat u de subsidie op tijd aanvraagt. Wij kunnen maximaal 4 weken voor de datum waarop wij de aanvraag hebben ontvangen, subsidie toekennen. Bij uw aanvraag voor subsidie moet u motiveren waarom uw werknemer jobcoaching nodig heeft. En wat het doel is van het inzetten van een jobcoach. Dit noemen we ook wel het begeleidingsplan. U hoeft hiervoor geen apart document in te vullen. Op het formulier Gegevens werknemer interne jobcoach vormen uw antwoorden op de vragen over begeleiding het begeleidingsplan. Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord. Zo voorkomt u dat wij u vragen om meer toelichting en wordt uw aanvraag niet vertraagd. Wilt u uw werknemer graag ondersteunen met een interne jobcoach? Bespreek dit dan eerst met deze werknemer. U kunt alleen subsidie aanvragen als uw werknemer ermee instemt. U kunt subsidie krijgen voor een interne jobcoach voor een periode van maximaal 1 jaar. Na dit jaar, kunt u voor een nieuwe periode van maximaal 1 jaar subsidie krijgen. We betalen nooit langer subsidie dan het dienstverband duurt. U krijgt de subsidie als een voorschot. Na het einde van de periode beoordelen wij of de werknemer de hele periode bij u in dienst is geweest. Als dat zo is, dan wordt de subsidie definitief. Maar als de werknemer niet meer bij u in dienst is, dan moet u het te veel betaalde voorschot terugbetalen. Het is daarom belangrijk dat u wijzigingen doorgeeft. U doet dit met het formulier Wijzigingen doorgeven. Niet alleen wajongers zijn aantrekkelijk, ook 50+ zijn aantrekkelijk om in dienst te nemen. TIPS VOOR U EN UW WERKGEVER • Bespreek uw mogelijkheden met de bedrijfsarts en werkgever samen. Kijk naar hoeveel uur u wél kunt werken en de belasting van het werk. • Weet dat uw werkgever recht heeft op subsidie voor het aanpassen van uw werkplek. Meer informatie voor uw werkgever staat op uwv.nl. • Wellicht behoort gedeeltelijk thuiswerken tot de mogelijkheden. Thuis wordt u minder vaak ‘gestoord’ door collega’s of telefoontjes, waardoor de vermoeidheid minder snel opspeelt. • Leg in een (sollicitatie)gesprek met leidinggevenden of collega’s de nadruk op wat u kunt, in plaats van waar de beperkingen zitten. BEGRIP VAN JE COLLEGA’S Niet elke collega is even begripvol. Vaak is het handig om je omgeving uit te leggen wat het is om beperkte energie te hebben. Christine Miserandino bedacht de zogenaamde Lepeltheorie: stel dat je twintig lepels hebt die je kunt gebruiken voor dagelijkse activiteiten. En stel nu dat douchen en aankleden al twee lepels kost. Dat reizen naar het werk ook weer een lepel kost. Net als het werk zelf, boodschappen doen, eten bereiden et cetera. Een gezond persoon heeft vrijwel altijd genoeg lepels. Maar bij iemand met een ziekte zijn de lepels vroeg of laat op. En dan moet je kiezen: ga je nog eten koken terwijl je eigenlijk geen energie meer hebt om het op te eten? Of ga je met honger op de bank liggen? De Lepeltheorie kan zorgen dat je collega’s je net iets beter begrijpen. Kijk voor meer informatie over de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkt op het Gemeenteloket van SZW. Of bel met UWV Telefoon Werkgevers via 0900 – 92 95 (€ 0,04 per minuut, met een starttarief van € 0,045, plus uw gebruikelijke belkosten).
- Aanranding
Het gebeurt steeds vaker dat je als meisje slachtoffer bent van aanranding of zelfs van verkrachting. Bij een aanranding zit iemand aan je, betast je, zit aan je schaamdelen of je borsten. Dit mag niet, en als je dit overkomt doe je aangifte bij de politie, als het bekenden van je zijn meld het dan ook op de school, op je werk of bij de sportclub waar hun ook bekend zijn. Bij een verkrachting wordt je door een ander of door meerdere (groepsverkrachting) seksueel misbruikt en gaan ze verder dan alleen aanraken. Ga niet douchen of dingen weggooien, maar ga rechtstreeks naar het dichtsbijzijnde politieburo en doe aangifte. Zij kunnen DNA materiaal veilig stellen en zal er bij een veroordeling ook straf volgen voor de dader(s). Schaam je niet, het ligt niet aan jou, maar aan degene die je dit aandoen. Zij moeten gestrafd worden en geholpen worden zodat zij dit niet meer doen. Laat het er niet bij zitten, niemand mag ongevraagd aan jouw lichaam zitten. Dit betreft vaak vreemden, maar het kan ook gebeuren door mensen die in je familie thuishoren, ook dan kan je melding maken via de politie, zij zorgen dan voor een veilige plek. Of spreek ons online aan... alles blijft geheim totdat jij aangeeft dat er iets aan gedaan mag worden. #aanranding #verkrachting
- Drugsgebruik
Algemene informatie over drugs Wat zijn drugs? Alle soorten drugs hebben gemeen dat het stoffen zijn die de hersenen op een bepaalde manier prikkelen. Die hersenprikkels veroorzaken verschillende geestelijke en lichamelijke effecten. Deze effecten kunnen stimulerend zijn, of juist verdovend, of bewustzijnsveranderend. Daarmee wordt bedoeld: Stimulerend: bij gebruik van middelen met een stimulerend effect krijg je het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. Voorbeelden van middelen met een stimulerende werking zijn cocaïne en amfetamine (speed), maar ook tabak en koffie. Verdovend: hierbij krijg je het effect van een slaperige roes. Door de kalmerende en ontspannende werking worden de scherpe kantjes van het leven wat minder scherp, of soms volledig weggedrukt. Voorbeelden van middelen met een verdovende werking zijn heroïne en andere opiaten, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Bewustzijnsveranderend: bij het gebruik hiervan veranderen stemming en waarneming: de wereld ziet er (heel) anders uit. Voorbeelden van middelen met een bewustzijnsveranderende werking zijn LSD, paddo's en andere tripmiddelen. Het onderscheid tussen de werking van verschillende drugs is niet altijd even scherp te maken. Sommige middelen hebben een gemengd effect. XTC is enerzijds oppeppend, en anderzijds verandert het de waarneming. Hasj en weed kunnen, afhankelijk van de hoeveelheid en de situatie, tegelijk bewustzijnsveranderend en versuffend werken. Waar komen drugs vandaan? Drugs komen oorspronkelijk uit de natuur. Hasj en marihuana komen van de hennepplant. Sterkere bewustzijnsveranderende middelen zijn bijvoorbeeld te vinden in de peyote-cactus en in sommige paddestoelen. Cocaïne wordt uit de bladeren van de coca-plant gehaald. Opium, de basis van morfine en heroïne, is een product van de papaverplant. Vanaf het begin van de negentiende eeuw is geleidelijk aan ontdekt wat precies de werkzame stoffen in de natuurproducten zijn. Een aantal van deze stoffen bleek ook in laboratoria te kunnen worden nagemaakt. Er zijn ook drugs uitgevonden in het laboratorium. Voorbeelden daarvan zijn LSD, XTC en benzodiazepinen, zoals Valium en Seresta. Druggebruik is niet alleen een verschijnsel van deze tijd. De oudste aanwijzingen dateren van 7000 jaar geleden. Oudere culturen hebben te weinig sporen nagelaten om er conclusies aan te verbinden. Wel kan gesteld worden dat druggebruik heel oud is en dat er vermoedelijk altijd wel mensen zijn geweest die drugs gebruikten. Wie gebruiken drugs en waarom? Veel mensen komen voor het eerst in contact met drugs als ze jong zijn. De drijfveer is dan vaak een mengeling van meedoen met anderen, stoer doen, het verkennen van grenzen, nieuwsgierigheid, het verdrijven van verveling en het zoeken van spanning. Ook trends kunnen een grote rol spelen. In veel gevallen weet iemand die voor het eerst drugs gaat gebruiken niet waarvoor hij kiest, omdat hij de eigenschappen en risico's van een bepaalde drug onvoldoende kent. Of iemand daarna doorgaat met gebruiken ligt aan de persoon, maar ook aan zijn omgeving. Wanneer de directe omgeving en met name de vriendenkring het gebruik accepteert of afwijst, dan heeft dat meestal grote invloed. Soms wordt er meegedaan, maar soms kan druggebruik tot gevolg hebben dat iemand zijn vriendenkring gaat veranderen. Er bestaat echter geen enkele drug die mensen tegen hun eigen wil in kan gaan overheersen. Druggebruik is in eerste instantie altijd een keuze van jezelf. Wie drugs gebruikt, kiest daar dus voor. Wel kan het zijn dat gebruik overgaat in misbruik. Het kan bijvoorbeeld zijn dat het druggebruik voor iemand een middel is geworden om de werkelijkheid te ontvluchten. Wanneer je dan nog een stap verder gaat is er eigenlijk geen sprake meer van een keuze: je bent dan afhankelijk geworden van het middel. Dat gebeurt niet automatisch van de ene dag op de andere. Dat ligt aan het middel dat gebruikt wordt, aan de persoon zelf en aan de situatie waarin hij of zij verkeert. Anders dan veel mensen denken, raakt niet iedereen die drugs gebruikt er ook verslaafd aan. Veel gebruikers, en vooral softdruggebruikers, stoppen na enige tijd. Hoe gemakkelijk raak je aan de drugs ? Hoe gemakkelijk je drugs gaat gebruiken, hangt niet alleen van de werking van de drugs af, maar ook van andere factoren zoals je persoonlijkheid, je omgeving en de redenen om te gebruiken. Gebruiken omdat je je rot voelt is bijvoorbeeld riskanter dan gebruiken wanneer je lekker in je vel zit. Het maakt uit hoe vatbaar iemand is voor de effecten van een drug. De drempel is voor velen hoger wanneer er illegale drugs gebruikt worden dan wanneer het gaat om middelen zoals alcohol of medicijnen. Gebruik van laatstgenoemde soorten wordt gemakkelijker geaccepteerd. Dit brengt weer een ander risico met zich mee: meer mensen zullen het gebruiken, en daarmee wordt de kans op problemen groter. Geen enkele drug leidt bij eenmalig gebruik tot verslaving. Geheel willoos aan de drugs raken is dus uitgesloten. Gebruik van softdrugs leidt niet automatisch tot gebruik van harddrugs. Wel kan iemand op een harde manier softdrugs gebruiken door overmatig gebruik. Dat kan de wereld van de harddrugs dichterbij brengen. Want verkoopkanalen overlappen elkaar soms: er zijn hasjdealers die ook wel eens cocaïne, speed of XTC in de aanbieding hebben. In coffeeshops, waar geen harddrugs verkocht mogen worden, zal dit echter niet zo snel gebeuren. De politie oefent hier strenge controle op uit. Maar ook wanneer iemand op een toevallige manier met harddrugs begint, is er nog steeds de persoonlijke keuze: het is aan de gebruiker om wel of niet op zo'n aanbod in te gaan. Het is dus ook niet zo dat anderen je moedwillig verslaafd kunnen maken, bijvoorbeeld door 'iets in je cola te doen'. Een dealer bedenkt zich wel drie keer. Hij krijgt er geen klanten door maar raakt wel zijn dure spul kwijt. Iemand die wil gebruiken kan - en zal - er overal aan weten te komen. En iemand die niet wil, zal nooit gedwongen kunnen worden. Zijn drugs verslavend? Van verslaving word gesproken wanneer je afhankelijk van het middel wordt. Je kunt onderscheid maken tussen lichamelijke afhankelijkheid en geestelijke afhankelijkheid. We spreken van lichamelijke afhankelijkheid als het lichaam protesteert wanneer met het gebruik van een middel wordt gestopt (ontwenningsverschijnselen). Tolerantie is een ander lichamelijk verschijnsel. Dit betekent dat je bij regelmatig gebruik steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te voelen. Tolerantie en lichamelijke afhankelijkheid zijn verschijnselen die worden veroorzaakt door de aard van het middel. Er zijn middelen die beide verschijnselen met zich mee brengen, maar dat hoeft niet. Bij bepaalde middelen treedt geen van beide verschijnselen op. Geestelijke afhankelijkheid houdt in dat de gebruiker het idee heeft niet goed te kunnen functioneren zonder het middel, en dus steeds het middel opnieuw wil gebruiken. In feite kun je geen onderscheid maken tussen drugs die geestelijk verslavend zijn en drugs die dat niet zijn, want dat risico is bij alle drugs aanwezig. Maar of geestelijke afhankelijkheid optreedt, ligt veel meer aan de gebruiker en zijn of haar persoonlijke situatie dan aan het middel. Het is belangrijk je af te vragen hoe graag, hoe vaak en in welke mate je als gebruiker de effecten van een bepaald middel wilt ervaren. Het is dus moeilijk iets te zeggen over het risico van afhankelijkheid voor ieder middel, vanwege de individuele verschillen van de gebruikers. Zo kan de ene gebruiker snel geestelijk afhankelijk zijn van hasj, terwijl de andere gebruiker daar geen last van krijgt. Maar die kan op zijn beurt weer snel aan een ander middel verslingerd raken. Toch kun je in praktijk wel vaststellen dat de ene drug tot minder verslavingsproblematiek leidt dan de andere drug. Wanneer iemand echt afhankelijk van een drug is geworden, is het vaak moeilijk om er weer vanaf te komen. Bij veel soorten harddrugs en bij slaap- en kalmeringsmiddelen is de neiging erg groot om weer naar het middel te grijpen, omdat het gebrek eraan lichamelijk of geestelijk als heel onaangenaam wordt ervaren. Hoe ga je om met het drugsgebruik van een ander? De kans is groot dat je geconfronteerd wordt met druggebruik van iemand die je goed kent. Misschien gebruikt iemand binnen je familie, je vriend(in) of iemand in je vriendenkring. Het is moeilijk te zeggen hoe je daarmee om moet gaan. Iemand verbieden of afraden drugs te gebruiken helpt meestal niet. Maar wat werkt dan wel? Zorg ten eerste dat je goede informatie verzamelt over drugs. Het is belangrijk dat je met iemand die gebruikt over het onderwerp praat zonder vooroordelen. Als je je zorgen maakt over het gebruik van een ander, kun je er alleen maar op die manier achter komen hoeveel en waarom de ander eigenlijk gebruikt. Zwaar gebruik duidt op problemen waar iets aan gedaan kan worden. Die persoon moet de problemen zelf oplossen, zonodig met hulp van anderen. Wat 'zwaar gebruik' is hangt overigens af van het middel, hoe vaak het gebruikt wordt en waarom. Wees duidelijk over de grenzen die je stelt, voor de ander en voor jezelf. Probeer je aan afspraken te houden wanneer je die maakt. Vraag op tijd advies en zoek eventueel hulp. Want praten met mensen die echt afhankelijk zijn geworden van drugs is een stuk moeilijker. Zij zijn meesters in het ontkennen van hun gebruik. Ze weten vaak heel goed waar ze mee bezig zijn en waarom ze het doen. Zo'n gesprek mondt dan snel uit in de persoonlijke achtergronden of maatschappelijke omstandigheden van de gebruiker, en de zin van zijn of haar leven. Zo'n gesprek is meestal niet gemakkelijk: het is specialistenwerk. Kenmerkend voor genotmiddelen (oftewel drugs) is dat ze verslavend zijn. Er is een verschil tussen lichamelijke en geestelijke verslaving. We spreken van lichamelijke verslaving, als je lichaam protesteert wanneer met gebruik van een middel wordt gestopt (ontwenningsverschijnselen). Een ander lichamelijk verschijnsel is tolerantie: dit betekent dat je bij regelmatig gebruik steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te voelen. Tolerantie en lichamelijke verslaving zijn verschijnselen die worden veroorzaakt door het middel. Er zijn middelen die beide verschijnselen met zich mee brengen. Maar dat hoeft niet perse, bij bepaalde middelen treedt geen van beide op. Geestelijke verslaving houdt in dat je het idee hebt niet goed te kunnen functioneren zonder het middel, en dus steeds opnieuw het middel wil gebruiken. Eigenlijk kun je geen verschil maken tussen drugs die geestelijk verslavend zijn en drugs die dat niet zijn, want dat risico is aanwezig bij alle drugs. Of geestelijke verslaving optreedt, ligt veel meer aan de gebruiker en zijn of haar eigen situatie, dan aan het middel. De vraag is: hoe graag, hoe vaak en in welke mate wil iemand het effect van een bepaalde drugs ervaren. Het is dus moeilijk in algemene zin iets te zeggen over het risico van verslaving voor elke drugs, want dit ligt aan de gebruiker zelf: de een kan bijvoorbeeld snel geestelijk afhankelijk zijn van hasj, terwijl de ander daar nooit last van krijgt. Maar die kan op zijn beurt weer snel aan een ander middel verslingerd raken. Toch is in de praktijk wel vast te stellen dat de ene drug tot minder verslavingsproblematiek leidt dan de andere drug. In het volgende overzicht staat in het kort beschreven wat de effecten van verschillende drugs zijn en hoe verslavend ze kunnen werken: Tabak (nicotine) Afhankelijkheid Lichamelijk matig tot groot, geestelijk kan deze zeer groot zijn. Tolerantie Ja. Effecten korte termijn Opwekkend, trillende handen, snelle hartslag, hoesten, koude vingers en tenen, irritaties aan ogen en neus. Effecten lange termijn Slechte conditie, hart- en vaatziekten, bronchitis, kanker. Alcohol Afhankelijkheid Bij sociaal gebruik kan sprake zijn van matige geestelijke afhankelijkheid. Bij intensief gebruik kunnen lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid zeer groot zijn. Tolerantie Ja. Effecten korte termijn Ontremmend bij enkele glazen, verdovend bij grotere hoeveelheden, aantasting beoordelings- en reactievermogen, sentimentaliteit, agressie, zelfoverschatting, onverschilligheid (verschilt per persoon), aantasting motoriek (niet recht kunnen lopen), en spraak (lallen). Effecten lange termijn Ernstige schade aan lever, hersenen, hart en maag bij overmatig gebruik. Belangrijk In combinatie met andere middelen (met name slaapmiddelen en opiaten) kan de ademhaling stoppen. Cafeïne Afhankelijkheid Lichamelijk gering, geestelijk in het algemeen niet problematisch. Tolerantie Ja. Effecten korte termijn Concentratie neemt toe, vermoeidheid wordt onderdrukt. Gevolgen lange termijn Bij grote hoeveelheden: slapeloosheid, rusteloosheid. Belangrijk Bij grote hoeveelheden risico's voor hart en bloedvaten. Hasj en weed (cannabis) Afhankelijkheid Lichamelijk niet, geestelijk in het algemeen gering maar kan groot zijn (bij intensief gebruik). Hasj en weed vallen in de opiumwet onder de softdrugs, behalve hasjolie. Die valt onder de harddrugs. Tolerantie Nee. Effecten korte termijn Ontspannend, versterkt gevoelens, vermindering concentratie- en reactievermogen, verandering zintuiglijke waarneming. Bij hoge dosering angst, paniek en soms bewustzijnsverlies. Gevolgen lange termijn Schade aan ademhalingsorganen, hersenbeschadiging, geheugenverlies, longkanker (bij roken). Belangrijk Bij combinatie met alcohol worden effecten van alcohol versterkt. Kans op te hoge dosering bij eten ('spacecake'). Slaap- en kalmeringsmiddelen (Benzodiazepinen) Afhankelijkheid Zowel lichamelijk als geestelijk. Afhankelijkheid kan snel zeer groot zijn, met name geestelijk. Benzodiazepines zijn in de opiumwet opgenomen onder de softdrugs. Tolerantie Ja. Effecten korte termijn Ontspanning, sufheid, onverschilligheid, zelfoverschatting, afname concentratie- en reactievermogen (gevaarlijk in verkeer). Gevolgen lange termijn Gewichtstoename, traagheid, soms spierzwakte. Belangrijk Combinatie met alcohol gevaarlijk. XTC (ecstasy) Afhankelijkheid Lichamelijk niet, geestelijke afhankelijkheid komt voor. XTC is in de opiumwet opgenomen onder de harddrugs. Tolerantie Deels (voor het bewustzijnsveranderend effect). Effecten korte termijn Oppeppend/bewustzijnsveranderend, sociale omgeving wordt enigszins anders waargenomen: versterking van gevoelens van intimiteit met anderen. Gevolgen lange termijn Er is onderzoek gedaan naar de schadelijkheid van XTC. Vermoedelijk kan gebruik van XTC leiden tot veranderingen in de hersenen met aantasting van het geheugen, de concentratie en de stemming (depressiviteit). Het gevaar neemt toe naarmate meer en vaker gebruikt wordt. Het is niet uit te sluiten dat ook eenmalig gebruik al tot zo'n effect op de hersenen leidt. Het is nog niet bekend hoe ingrijpend dit is en of het blijvend is. Ook is nog onduidelijk welke invloed XTC heeft in combinatie met andere middelen. Slikken van XTC is riskant, ook al is het maar voor één keer. Belangrijk Bij het gebruik van meer pillen en hoge doseringen overheerst het 'speed'-effect. Bij gebruik op grootschalige dansfeesten bestaat het risico van oververhitting en uitdroging. Een goede ventilatie en voldoende drinken kunnen dit voorkomen. Gebruik van XTC is gevaarlijk bij hart- en vaatziekten, suikerziekte en epilepsie. Veel XTC pillen bevatten in werkelijkheid iets anders. Een gebruiker weet nooit precies welke stof in een pil zit en hoeveel. Wie toch overweegt een pil te nemen, kan deze laten testen. Dit kan voorkomen dat een gebruiker zonder het te weten een andere, mogelijk nog schadelijker stof slikt of een veel grotere dosis inneemt dan verwacht. Maar ook als uit de test blijkt dat het om XTC (MDMA) gaat, loopt de gebruiker risico's. Wie geen risico wil lopen, moet niet gebruiken. Cocaïne Ahankelijkheid Lichamelijk niet, geestelijk kan deze zeer groot zijn. Cocaïne is in de Opiumwet opgenomen onder de harddrugs. Tollerantie Nee. Effecten korte termijn Stimulerend, vermoeidheid en honger onderdrukkend. Gevolgen lange termijn Gewichtsverlies, slapeloosheid, angsten, waanvoorstellingen, geprikkeldheid, achterdocht, agressiviteit. Belangrijk Uitputting van het lichaam. Depressie na stoppen van intensief gebruik. Rookbare vorm heet 'crack', 'base-coke' of 'gekookte coke': wat betreft gevolgen en afhankelijkheid een zeer riskante variant. Onherstelbare schade aan de longen is mogelijk. Speed (amfetaminen, pep) Afhankelijkheid Lichamelijk niet/nauwelijks, geestelijke afhankelijkheid kan snel optreden en groot zijn. Speed is in de opiumwet opgenomen onder de harddrugs. Tolerantie Ja. Effecten korte termijn Concentratie neemt toe, vermoeidheid en slaap worden onderdrukt, eetlust verdwijnt, zelfoverschatting. Gevolgen lange termijn Rusteloosheid, geprikkeldheid, gewichtsverlies, angsten, achterdocht, waanvoorstellingen, agressiviteit. Belangrijk Uitputting van het lichaam. Gevaarlijk voor mensen met hart- en vaatziekten. Heroïne (en andere opiaten) Afhankelijkheid Treedt in het algemeen zeer snel op en is dan groot, zowel lichamelijk als geestelijk. Heroïne is in de opiumwet opgenomen onder de harddrugs. Tolerantie Ja. Effecten korte termijn Vermindering pijn en angstgevoelens, kortdurende euforie, emotionele vervlakking, verstopping, werkingsduur verschilt per soort opiaat. Gevolgen lange termijn Onverschilligheid. Belangrijk Risico van ondervoeding en verwaarlozing, waardoor grotere kans op infecties e.d. Tripmiddelen (LSD, psilocybine, mescaline) Afhankelijkheid Lichamelijk niet, geestelijk zelden. Tripmiddelen zijn in de opiumwet opgenomen onder de harddrugs. Tolerantie Ja, bij gebruik binnen een paar dagen. Het effect van eenzelfde dosering is dan niet of nauwelijks merkbaar. Nee, bij een langere tussenperiode. Men heeft dan niet méér nodig voor hetzelfde effect. Effecten korte termijn Versterking van bestaande gevoelens, visuele hallucinaties, vervorming en soms complete verandering van de beleving van tijd en ruimte. Gevolgen lange termijn Geestelijke complicaties bij personen die daarvoor gevoelig zijn (angsten, psychosen). Belangrijk Gevaar door onjuiste beoordeling van omgeving. Door te sterke trip kan paniek ontstaan: 'flippen'. Paddo's (zie "Tripmiddelen") Afhankelijkheid Effecten op korte termijn variëren van een ontspannen 'stoned' gevoel tot visuele hallucinaties, afhankelijk van de dosis. Tripmiddelen zijn in de opiumwet opgenomen als harddrugs. Dit is ook het geval met 'preparaten' waarin psilocybine of psylocine zit. Het is op dit moment niet duidelijk of gedroogde of speciaal gekweekte paddestoelen als preparaten moeten worden beschouwd. Zo ja, dan komen deze ook onder de harddrugs te vallen. Snuifmiddelen (lijm, benzine, ether, tri) Afhankelijkheid Lichamelijk niet / nauwelijks, geestelijk kan deze groot zijn. Tolerantie Ja. Effecten korte termijn Lichte roes, aantasting coördinatie- en beoordelingsvermogen. Bewustzijnsverlies bij hoge dosering. Gevolgen lange termijn Hersen-, lever-, nier- en slijmvliesbeschadigingen. Belangrijk Overdosis niet te controleren. Lachgas (Helium) Lachgas is een kleur- en geurloos gas en de werkzame stof is di-stikstofmonoxide (N2O). Het is meestal verkrijgbaar in lachgaspatronen (voor bijvoorbeeld slagroomspuiten) maar op feesten wordt het soms via grote cilinders verkocht. Het gas wordt in de ballon gespoten. Je ademt in en uit in de ballon. Lachgas wordt als narcosemiddel gebruikt in het ziekenhuis of als kortdurende pijnstiller door tandartsen en in ambulances. Dat type lachgas is van medische kwaliteit en gemengd met zuurstof. Daarnaast wordt lachgas ook gebruikt als drijfgas voor slagroomspuiten. En weten de artsen die het je toedienen wat ze doen en wat ze moeten doen als er iets fout gaat. Het combineren van lachgas met (grotere hoeveelheden) alcohol is gevaarlijk. Je ademhaling wordt gedempt waardoor er kans is op zuurstoftekort. Als je veel blijft in- en uitademen in de ballon, als je twee patronen in 1 ballon doet, of als je snel meerdere ballonen achter elkaar neemt in een sessie, vergroot je de kans op zuurstoftekort. Hierdoor kan misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid ontstaan. Soms leidt het zelfs tot bewusteloosheid, waarbij je ongelukkig kunt vallen. De invloed van lachgas op het puberbrein is nog onbekend. Gezien de inzichten dat een brein in ontwikkeling kwetsbaar is voor de effecten van bewustzijnsveranderende stoffen in het algemeen, is voorzichtigheid geboden. Als lachgas direct uit de slagroomspuit wordt gebruikt, kunnen je longen, mond of lippen bevriezen. Dit komt gelukkig zelden voor doordat een ballon gebruikt wordt. Vul je ballonnen met een grote lachgastank, klem die dan niet tussen je benen. De tank kan aan je benen vriezen en dit kan zorgen voor levenslange littekens door bevriezingsletsel. Als je erg verkouden bent is het gevaarlijk om lachgas te nemen. Lachgas zet uit in lucht en je trommelvlies kan springen als je hoofd “verstopt” is. Behalve oorpijn geeft dit in zeldzame gevallen soms blijvende gehoorschade. Lachgas kan geestelijk verslavend zijn. Je wilt dan telkens weer lachgas gebruiken. Dit wordt craving genoemd. Ook wen je aan de effecten waardoor je steeds meer nodig hebt. Hoe vaker je gebruikt hoe meer kans op craving en gewenning. Bij stevig van lachgas kan een tekort aan vitamine B12 optreden; dit kan tot bloedarmoede en neurologische stoornissen leiden. Klachten hiervan zijn: tintelingen, duizeligheid, verdoofd gevoel in ledematen en pijnscheuten (vooral in vingers en voeten). Uit case studies bleek dat de mensen die deze klachten kregen de volgende gebruikerspatronen hadden: of veelvuldig gebruik in korte tijd (50-100 ballonnen in één sessie van 3 uur) of langduriger stevig gebruik (dagelijks 10-20 ballonnen gedurende tien dagen). Vooral veganisten lopen sneller risico op het ontwikkelen van dit tekort doordat vitamine B12 doorgaans gehaald wordt uit vlees, vis, melk en eieren. In mindere mate geldt dit voor vegetariërs, vooral wanneer zij zuivelproducten mijden. Ook vrouwen lopen meer risico op een tekort. Bij vroege opsporing van een vitamine B12 tekort zijn de klachten omkeerbaar met de juiste behandeling. Lachgas uit slagroompatronen is lachgas wat niet bedoeld is voor menselijke consumptie. Het is nog onduidelijk of dit eventueel extra risico's met zich meebrengt t.o.v. het veel beter onderzochte medisch lachgas. Vooralsnog zijn daar trouwens geen concrete aanwijzingen voor. Meer informatie en hulp ? Voor meer informatie en hulp kun je terecht bij de Instellingen voor de Verslavingszorg (ook wel Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD) genoemd). Ook bij de GGD kun je meer informatie krijgen. (zie links) Bel de Drugs Informatielijn: tel. 0900-1995).
- Dodenherdenking WWII
Op 4 en 5 mei staan we stil bij al die onnodige slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden op initiatief van burgers op veel plekken in het land herdenkingen georganiseerd. Deze herdenkingen vonden plaats op 4 mei, de dag voor de capitulatie van Duitsland. Op 5 mei 1945 was immers de overgave getekend. Hoewel delen van het Koninkrijk eerder of later werden bevrijd, wordt op 5 mei jaarlijks de bevrijding van het Koninkrijk der Nederlanden in 1945 van de Duitse en Japanse bezetter gevierd. Nederland is uniek in de wereld, omdat we niet een, maar twee dagen van herdenken en vieren hebben. 4 en 5 mei zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar ze hebben ieder afzonderlijk hun eigen specifieke karakter, betekenis en plaats in de Nederlandse samenleving. In de loop van de jaren is de herdenking verbreed. Niet alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht, maar ook de Nederlanders die zijn omgekomen bij oorlogen, gewapende conflicten en vredesoperaties na de Tweede Wereldoorlog. Het accent van 5 mei is na 1995 verschoven van bevrijding (terugkijken) naar vrijheid (vooruitkijken). De Tweede Wereldoorlog stamt uit de vorige eeuw, en toch blijft 5 mei de dag waarop we de herwonnen vrijheid vieren. Ook is het de dag waarop we stilstaan bij de betekenis en het belang van vrijheid, grondrechten en democratie. Natuurlijk bestaat er een verschil tussen ouderen en jongeren in de beleving van 4 en 5 mei. Ze zijn ook op een andere manier betrokken bij deze dagen. Voor de oudere generatie staan vaak de eigen ervaringen en herinneringen centraal. Jongeren hebben de Tweede Wereldoorlog niet meegemaakt. Voor hen krijgen 4 en 5 mei betekenis uit de verhalen van anderen, hoewel een continue groeiende groep helaas vergelijkbare ervaringen opdoet uit recente betrokkenheid van Nederland bij conflicten elders. Bij de Tweede Wereldoorlog waren meer dan 50 landen en hun voormalige kolonies betrokken. Een deel van de overlevenden die nu in Nederland wonen, hebben de oorlog elders in de wereld meegemaakt. Hun ervaringen en herinneringen verrijken het collectief historisch bewustzijn. We bezoeken daarom de bejaardentehuizen, en luisteren naar de verhalen van mensen die de oorlog van dichtbij hebben meegemaakt. Kijken films die de werkelijke oorlog het dichts benaderen en praten hierover. we gaan met een kleine groep naar Westerbork om te kijken hoe het was... Onze jongeren leren dit wel op school, maar staat zo ver van de werkelijke belevingen af dat zij de voorkeur geven aan onze activiteiten in deze speciale week. Een ding hebben we met zijn allen gemeen dit mag nooit meer gebeuren! En daarom is het goed om dit elk jaar weer te herdenken met 2 minuten stilte en veel respect. Anne Frank
- Brandpreventie
Een beginnende brand in je huis of op je werkplek kun je vaak zelf blussen. Maar hoe weet je of je het juiste blusmiddel hebt? Een brand ontstaat vrijwel altijd onverwacht. Het is dan ook goed om vooraf al na te denken over wat je in zo'n geval moet doen, en om maatregelen te treffen. Een daarvan is zorgen voor de juiste blusmiddelen. 45% heeft geen brandblusser in huis Dat is jammer, want met een brandblusser kun je (beginnende) brandjes in de kiem smoren en zo een hoop lichamelijke en materiële schade voorkomen. Veiligheid is het allerbelangrijkst Let op: veiligheid is het allerbelangrijkst. Blus dus alleen zolang je zonder moeite en gevaar weg kunt komen. Probeer ook te voorkomen dat je rook inademt. Meer tips vind je onderaan dit artikel. Vijf brandklassen Welk blusmiddel je nodig hebt, hangt af van wat er in brand staat. Zo moet je een vetbrand (bijvoorbeeld in een frituurpan) nooit met water bestrijden. Verder zijn er grote verschillen in toepasbaarheid en in effectiviteit van brandblussers, en levert het ene middel meer nevenschade op dan het andere. Om aan te geven welke blusser voor welk soort brand geschikt is, is een lettersysteem in het leven geroepen. De letters A, B, C, D en F staan daarin voor verschillende brandklassen. A: vastestoffenbrand Bijvoorbeeld: hout, papier, meubels, gordijnen B: vloeibarestoffenbrand Bijvoorbeeld: benzine, dieselolie, aceton. Let op: plastic valt hier ook onder, aangezien dit bij hoge temperaturen smelt en vloeibaar wordt. C: gasbrand Bijvoorbeeld: propaan, LPG, aardgas Let op: de beste manier om een gasbrand te blussen is de bron weg te nemen, dus door de gaskraan dicht te draaien. D: metaalbrand Bijvoorbeeld: aluminium, magnesium E: bestaat niet* F: vetbrand Bijvoorbeeld: bakolie, frituurvet (*: Brandklasse E (elektriciteitsbrand) is in Nederland vervallen. Elektriciteit brandt immers zelf niet, ze kan enkel de oorzaak van een brand zijn - denk aan kortsluiting.) Verschillende branden, verschillende blussers Bovenstaande letters vind je terug op brandblussers. Zo kun je aan de letter(s) zien wat voor brand(en) je ermee kunt blussen. Sproeischuimblusser Geschikt voor brandklasse: A, B Blussers met (sproei)schuim bevatten een soort zeepsop. Hiermee kun je kleine brandjes van vaste en vloeibare stoffen blussen, zowel thuis als op vakantie. - weinig nevenschade - langere blusduur dan poederblussers Poederblusser Geschikt voor brandklasse: A, B, C Poederblussers kun je gebruiken voor het bestrijden van de meeste branden in woningen, maar ook in auto's of caravans. - relatief goedkope blussers - het poeder kan gaan klonteren. Daarom is het goed om de blusser af en toe van zijn plek te halen en even op zijn kop te houden - het poeder veroorzaakt veel schade aan elektronische apparatuur - het poeder is moeilijk op te ruimen. Gebruik hiervoor indien mogelijk een industriële stofzuiger, en voorla geen water Kooldioxideblusser Geschikt voor brandklasse: B CO2-blussers kunt je gebruiken voor elektriciteitsbranden. Behalve de letteraanduidingen op de zijkant kun je ze herkennen aan de zwarte koker aan het einde van de slang. - minder geschikt voor huis-, tuin- en keukengebruik, omdat je er wel goed mee om moet kunnen gaan - risico op derdegraads brandwonden door bevriezing: de koker wordt zeer koud (-80°C). Pak die dus niet direct beet maar gebruik altijd het handvat - laat geen reststoffen achter (en daarom geschikt voor het blussen van elektrische apparatuur) - CO2 verdrijft zuurstof. Daardoor zorg de blusser vooral in een kleine ruimte voor verstikkingsgevaar Vetblusser Geschikt voor brandklasse: A, F Brand in een frituurpan kun je het beste te lijf gaan met een vetblusser. Daarom is deze variant vooral geschikt voor in (horeca)keukens. Blussers zijn er niet alleen in verschillende soorten maar ook in verschillende maten. De kleinste varianten raadt de brandweer echter af. Kies altijd voor een inhoud van minimaal twee kilogram, zo valt te lezen op www.brandweer.nl. Een kleinere blusser is te snel leeg. Naast bovengenoemde blussers zijn er ook blusdekens. Blusdeken Een blusdeken kun je gebruiken bij brandende computerschermen of tv's en kleine branden in bijvoorbeeld asbak, prullenbak of barbecue - ruwweg: brandjes tot de grote van een voetbal. Ook kan deze van pas komen bij een vlam in de pan, maar let op: gebruik de blusdeken niet bij olie- of vetbranden! Een deksel op de pan doen is dan de betere oplossing. Tot slot is de blusdeken geschikt voor het doven van brandende kleding. Ga dus na op welke plekken in huis je een brandblusser wilt hebben, en bedenk welke materialen je wilt kunnen blussen. Zoals je kunt zien zijn diverse blussers geschikt voor meerdere brandklassen. Nevenschade en gebruiksgemak zijn ook zeker factoren die je kunt laten meewegen in je keuze. Als je er niet uitkomt, kun je uiteraard ook advies inwinnen bij de brandweer en / of de leverancier. Aanvullende tips Blusseronderhoud Check of de blusser nog verzegeld is. Zo weet je zeker dat die gebruiksklaar is (gecontroleerd en gevuld) Kijk of de blusser een keurmerk heeft van het Ministerie van BZK Laat de blusser regelmatig controleren door de leverancier Laat de blusser na gebruik bijvullen, ook als hij niet helemaal leeg is. Zo weet je zeker dat er een volgende keer nog genoeg in zit Tijdens het blussen Je kunt met een brandblusser niet zo lang blussen. Nader de brandhaard daarom zo dicht mogelijk. Spuit steeds met korte 'stoten', in plaats van aan een stuk door, anders is de bus snel leeg. Spuit niet in het wilde weg en mik ook niet op de vlammen, maar op het materiaal dat in brand staat. Blus nooit tegen de wind in Na het blussen Wees bedacht op herontsteking Hang de blusser niet terug, maar laat hem zo snel mogelijk laten hervullen. #brand
- Vooroordelen
In Rot op naar je eigen land gaan zes mensen met zeer uiteenlopende en zeer uitgesproken opvattingen onder leiding van presentator Dennis van der Geest de weg van een vluchteling. In omgekeerde volgorde: van Nederland naar Jordanië. Hoe gaan zij om met hun (voor)oordelen als zij heel direct met de kern van het vluchtelingenvraagstuk worden geconfronteerd? meer afleveringen van dit programma kan je nog terugzien via NPO. nl nog een aflevering en nog een aflevering en de laatste!! Wij zijn tegen vooroordelen, die verdient geen mens. Je moet het verhaal van twee kanten bekijken, en dan nog is er geen vooroordeel. Alles heeft een oorzaak. Als jij als mens opgroeid in een Vogelaarwijk, en je wordt gepest door anderen die niet eens net als jij opgegroeid zijn injouw wijk dan kan je je daar over opwinden, boos op worden, maar eigenlijk is het heel makkelijk. Leer van elkaar, en acepteer elkaar, alles wat er tussen zit zal provocaties oproepen waar niemand beter van wordt. In 1975 kwamen de eerste Surinaamse vluchtelingen naar hier, in het begin was dat raar, maar door goed met elkaar om te gaan is de Surinamer nu geheel geaccepteerd in ons land. Zo verging het de Spaanse gastarbeider, de Turkse gastarbeider en de andere gastarbeiders. Die nu roepen op straat en provoceren zijn de gastarbeiders die dit nog steeds niet begrijpen. We zijn niet tegen jullie, maar jullie dan waarschijnlijk ook niet met ons. Samenleven en samenwonen vereist nou eenmaal een reikende hand van beide partijen en zolang die kloof blijft zal er wrijving blijven bestaan. PS : Tijdens de rondvraag onder onze vrienden online waren veel vragen die we op konden lossen, maar een vraag konden wij als vrijwilligers ook niet beantwoorden: Je bent gastarbeider en komt hier dus als gast werken, maar wanneer stopt je gastarbeiderschap?
- Meldknop
Meldknop.nl geeft jongeren informatie, advies en hulp bij problemen op internet Bedreiging, discriminatie en pesten op internet: jongeren maken het allemaal mee Op 7 februari 2012, op Safer Internet Day, heeft minister Ivo Opstelten van Veiligheid & Justitie, samen met enkele jongeren, Meldknop.nl gelanceerd. Meldknop.nl is een website voor jongeren tussen 11 en 16 jaar die informatie, hulp en advies biedt wanneer ze iets vervelends meemaken op internet. Kinderen en jongeren krijgen op internet regelmatig te maken met pesten, discriminatie, bedreiging, hacking, oplichting of schending van privacy. Bijna alle (97%) jongeren en hun ouders juichen een online meldknop toe. Een kwart van de jongeren is wel eens online gepest en 14% zegt wel eens gehackt te zijn waarna er vervelende mails of foto’s uit hun naam zijn rondgestuurd. Dit blijkt uit onderzoek dat Digibewust op Safer Internet Day bekend maakte in Scheveningen. Meldknop.nl is een initiatief van Digibewust en het Meldpunt Kinderporno op Internet en wordt ondersteund door de Kindertelefoon, Pestweb, Meldpunt Discriminatie Internet en Vraaghetdepolitie.nl. “Jongeren maken massaal en veelvuldig gebruik van internet”, zegt Marjolijn Bonthuis van Digibewust. “ Internet biedt ongekende sociale, educatieve en informatieve mogelijkheden met heel veel pluspunten, maar jongeren moeten wel veilig gebruik kunnen maken van het internet. Net zoals in de reële wereld is pesten, discrimineren, bedreigen en stalken volstrekt onaanvaardbaar. Als jongeren dat meemaken moeten ze op een centrale en goed toegankelijke plek informatie en advies van deskundigen kunnen krijgen. Jongeren kunnen veel last ondervinden en schade oplopen door virtuele bedreigingen, discriminatie of op het oog simpel pestgedrag.” ‘Kon wel janken’ Uit het onderzoek onder ruim 1.000 jongeren tussen 11 en 16 jaar blijkt verder dat een kwart van de jongeren wel eens online is gepest. Meisjes (30%) hebben hier vaker last van dan jongens (19%). Jongeren op het VMBO hebben meer met pesten te maken (29%) dan jongeren op de HAVO (25%) en het VWO (17%). De meeste jongeren roepen als eerste de hulp in van hun ouders wanneer ze met pestgedrag op internet worden geconfronteerd. Ook bij andere problemen gaan jongeren bij voorkeur naar hun ouders voor advies en informatie. Online pesten blijkt enorme impact op jongeren te hebben. Bijna 40% van de onderzochte jongeren gaf in het onderzoek aan hier ‘heel verdrietig of zelfs depressief’ van te zijn geworden. Nog eens 30% ‘kon wel janken’. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie: “Geweld, pesten, bedreigingen of seksuele intimidatie in welke vorm dan ook, moet ogenblikkelijk stoppen. De meldknop biedt jongeren één centrale portal waar alle belangrijke informatie en advies bij elkaar komen. Jongeren willen snelheid, duidelijkheid en oplossingen en strafbare feiten moeten direct worden aangepakt. Daarom is het ook zo goed dat de politie participeert in dit project waardoor hopelijk de drempel om aangifte te doen, lager wordt.” Meldknop.nl Op de site van Meldknop.nl vind je informatie over en hulp en advies bij het oplossen van vervelende problemen op internet. Lukt het oplossen niet zelf, dan kunnen jongeren, per e-mail of telefonisch, direct de hulp inroepen van deskundigen van betrokken organisaties als de Kindertelefoon, Pestweb, het Meldpunt Discriminatie Internet, Meldpunt Kinderporno op Internet/Helpwanted en www.vraaghetdepolitie.nl. Alle organisaties gaan vertrouwelijk om met vragen of aangiften van jongeren. Ook is het mogelijk om anoniem advies te vragen. Jongeren, maar ook ouders, opvoeders en docenten, kunnen de online meldknop downloaden en in hun internetbrowser plaatsen zodat ze altijd direct contact kunnen maken met de site en de betrokken organisaties. Meldknop.nl is financieel mogelijk gemaakt door Digibewust. Bij de totstandkoming zijn ook Microsoft, Habbohotel.nl en goSupermodel.nl betrokken geweest. Deze partijen hebben tijdens het ontwikkeltraject geadviseerd en stellen daarnaast ook hun kanalen beschikbaar om bekendheid te genereren voor Meldknop.nl. De Top 10 van problemen die 11 t/m 16 jarigen spontaan noemen en hebben meegemaakt: Ruzie en roddelen Gepest Vervelend benaderd door onbekende Virtuele diefstal Hacking Ongewenste seksuele dingen gezien Gegevensmisbruik Foto- en videomisbruik Stalkers Bedreiging Citaten van jongeren uit het onderzoek: Ben je wel eens gehackt en wat heb je gedaan? Jongen (15) – vwo: “Iemand deed net of ie mij was en zette allemaal nepdingen op Instagram en tiktok. Ik wist wie het was, heb het eraf gehaald en met mijn ouders en mentor en die persoon gepraat.” Ben je wel eens opgelicht via internet? Jongen (15) – vmbo: “Ze hebben me bij Habbo bestolen van mijn spullen die ik gekocht had, ik werd eerst gehackt en toen bestolen, meteen.” Wat zou je doen als je via internet opgelicht zou worden? Meisje (11) – primair onderwijs: “Dan zou ik daar eerst heel raar van opkijken en daarna heeeeeel boos worden.” Kun je voorbeelden noemen van digitaal pesten, discrimineren of bedreigen? Jongen (14) – havo: “Kinderen van mijn school pesten mij en halen er anderen bij die ik niet ken, met scooters, om mij op de weg naar huis op te wachten. Ze bedreigen mij via FB.” Meisje (16) – vmbo: “Ik had gechat met iemand en toen kwamen er meisjes die ik niet eens kende mij aan huis bedreigen, want ik moest die jongen met rust laten anders werd ik in elkaar geslagen.” Wat heb je gedaan toen je te maken kreeg met ongewenste foto’s op internet? Meisje (13) – vwo: “Schamen, huilen en niet meer naar school durven.” Meer informatie #meldknop #misbruik #pesten #socialmedia #Politie #hacken #seksueleintimidatie #stalken #bedreigen #ruzie #gegevensmisbruik
- Alcohol
Alcohol is niet stoer. Wij willen jullie erop attenderen dat alcohol gevaarlijk is, en je er verstandig mee om moet gaan. Ruim 30 procent van de jongeren nuttigt zijn eerste alcoholische drankje voor zijn twaalfde jaar. Dat blijkt uit een uitgebracht onderzoek van het jongeren-panel van actualiteitenprogramma Eén Vandaag. Uit het onderzoek onder ruim 2500 jongeren tussen de 12 en 24 jaar komt verder naar voren dat 87 procent voor zijn zestiende verjaardag heeft gedronken. Ongeveer 40 procent van de ondervraagden zegt onder invloed van drank dingen te doen waar hij of zij later spijt van krijgt. Naarmate de mensen meer drinken, wordt dit percentage hoger. Drank kan voor het 16e levensjaar onherstelbaar je hersenen beschadigen, je lichaam's ontwikkeling afremmen en je lever beschadigen. Drinken van alcohol is een activiteit die vaak in groepsverband plaatsvindt, en populair wordt omdat je dan stoer overkomt. Wat je als jongere moet bedenken is of deze stoere activiteit nodig is om door de groep serieus genomen te worden. Jij bent een uniek mens en als anderen jouw leuk willen vinden is dat puur om de persoon die je bent zonder alcoholgebruik. Wordt geen kuddedier of meeloper, blijf jezelf. Die kater komt altijd later....je hersenen kun je niet beschermen of genezen na drankmisbruik, ze zijn aangetast door de alcohol en je hersenen lopen gevaar tot je 23e, na je 23e zijn je hersenen volgroeid. Wij kunnen je alleen maar voorlichten, jij bent zelf verantwoordelijk als je liever een meeloper bent dan aan je eigen gezondheid en welzijn denkt. Het is jouw toekomst, ga er verstandig mee om. Je kan nog minstens 50 jaar alcohol drinken na je 23e levensjaar, en een alcohol-vergiftiging of leverziektes oplopen is echt niet stoer. Een leven lang pillen slikken, je school niet kunnen afmaken, zijn het overwegen waard om je niet te laten flessen.. Let op: Alcohol in je bezit hebben is strafbaar.....zeker op straat. Onder de 18 wil je hier niet mee gezien worden, je wilt geen boete, je wilt geen hersenbeschadiging, en je lever is je veel te lief om die te verzuipen. Meer over Think before you drink ... Een docu serie over alcoholvoorlichting ter voorkoming van comazuipen en alcoholmisbruik.
- Een E-book lezen
E-Pub, Adobe DRM, watermerk, social DRM: in de wereld van digitaal lezen is het niet altijd even duidelijk wat je nu precies koopt wanneer je een ebook aanschaft. En wat je vervolgens moet doen om het ebook op je E-reader, tablet of smartphone te lezen. We zetten de mogelijkheden graag voor je op een rijtje. De meeste Nederlandse ebooks die je kunt kopen bij ebookwinkels als Bol.com, ebook.nl en Libris.nl zijn bestanden in het ePubformaat. ePub is een bestandsformaat dat ‘reflowable’ is, dat wil zeggen dat de tekst zich aanpast aan de grootte van je scherm. Zo is een ebook in ePubformaat net zo goed te lezen op het schermpje van je smartphone als op een 6 inch eInk ereaderscherm of een groter tabletscherm. Om een ebook te beschermen tegen kopiëren en illegale verspreiding beveiligen veel uitgevers het ePubbestand. Deze beveiliging is er in een aantal verschillende smaken. Adobe DRM De meeste uitgevers maken gebruik van de kopieerbeveiliging die Adobe heeft ontwikkeld: Adobe DRM. Deze vorm van DRM is behoorlijk strikt en vereist een aantal handelingen om het ePubbestand goed te kunnen openen en lezen. Zo heb je een Adobe-account en het programma Adobe Digital Editions nodig om het bestand te kunnen openen en moet je het apparaat waarop je het ebook wilt lezen ook autoriseren met hetzelfde Adobe-account. Daarnaast mag je het ebookbestand op maximaal zes andere apparaten zetten. Elk apparaat moet daarbij gekoppeld zijn aan hetzelfde Adobe-account. E-Pub met Adobe DRM lezen De meeste populaire ereaders ondersteunen ePubbestanden met Adobe DRM. Je kunt dan in de instellingen je Adobe-account ingeven om het apparaat te autoriseren. Studon.nl heeft een handig videostappenplan gemaakt waarin uitgelegd wordt hoe je ebooks beveiligd met Adobe DRM op je eInk ereader zet. Het is ook mogelijk om ePubbestanden met Adobe DRM op de iPad of iPhone te lezen, daarvoor heb je een app nodig. De app Bluefire is hiervoor zeer geschikt. Klik hier voor meer informatie over het lezen van ePubbestanden met Adobe DRM op de iPad/iPhone. Ook op Androidapparaten is het lezen van ePubbestanden met Adobe DRM geen probleem: met de app Aldiko kun je de ebooks op je smartphone of tablet lezen. Watermerk / Social DRM Er zijn ook meer klantvriendelijkere methoden ontwikkeld om ebooks te beveiligen en daarbij zo min mogelijk drempels op te werpen voor de goedwillende koper van ebooks. Een goed voorbeeld hiervan is social DRM of watermerk. Uitgeverij Meulenhoff beveiligt al haar ebooks op deze manier, evenals Managementboek.nl. Een bekende social DRM-techniek is BooXtream. Door ebooks te voorzien van een watermerk of social DRM worden er zowel zichtbare (bijvoorbeeld naam en e-mailadres) als onzichtbare kenmerken toegevoegd aan het bestand. Op deze manier is het bij een illegaal verspreid ebook mogelijk om de originele bron te achterhalen. ePub met watermerk / social DRM lezen Een ebook dat beveiligd is met een watermerk of social DRM kan op elk apparaat dat ePubbestanden ondersteunt gemakkelijk gelezen worden. Hiervoor heb je geen speciaal account nodig. Ook is er geen limiet aan het aantal apparaten waarop het bestand geplaatst wordt. Elke ereader die ePubbestanden ondersteunt is geschikt voor ebooks met dit type beveiliging. Ook op de iPad of iPhone kun je deze ebooks gemakkelijk lezen, bijvoorbeeld met de standaard meegeleverde iBooks-app. Voor Androidapparaten is Aldiko de aangewezen app. Onbeveiligde ePubbestanden Er is ook een aanzienlijk aanbod van ebooks in ePubbestand zonder kopieerbeveiliging. Dat geldt voor de meeste gratis ebooks en ook voor bijvoorbeeld de ebooks van uitgeverij Eburon. Ebooks zonder kopieerbeveiliging kun je (net als ebooks met social DRM of watermerk) gemakkelijk op elk apparaat dat ePubbestanden ondersteunt lezen. Amazon en iBooks van Apple Er zijn ook ebooks in andere formaten dan het ePubformaat. De ebooks van Amazon en Apple hebben bijvoorbeeld hun eigen formaat en bijbehorende beveiliging. Wanneer je een ebook van Amazon aanschaft, kun je deze lezen op de ereaders van Amazon, zoals de Kindle, de tablet van Amazon (de Kindle Fire) of via een Kindle-app. De Kindle-app is er voor zowel de iPad of iPhone als voor Androidapparaten. Apple heeft haar eigen ebookwinkel in de app iBooks. Via deze iBookstore kun je ebooks aanschaffen en direct lezen op je iPad of iPhone. Meer lezen? Meer lezen over ePub? Meer informatie over digitaal lezen vind je in de KOBO Beginnersgids. Gratis E-books lezen en downloaden... De VakantieBieb, de app waarmee je in de zomermaanden een selectie van e-books gratis kunt lezen, heeft vanaf vandaag ook weer boeken voor volwassenen. In totaal biedt de app nu ruim 60 e-books voor kinderen en volwassenen aan. De VakantieBieb is al sinds 1 juni open, maar de eerste maand zijn alleen de kindertitels beschikbaar. Nu komen daar ook de titels voor volwassenen bij. Alle titels van de VakantieBieb kunnen tot en met 31 augustus gedownload worden, daarna verdwijnen ze vanzelf uit de app. Voor volwassenen zijn er boeken in verschillende genres, waaronder Portret van een vrouw van Jojo Moyes, Dagen van schaamte van Lieneke Dijkzeul, Duivelspact van Loes den Hollander, Ik Zlatan van Zlatan Ibrahimović & David Lagercrantz en Hittegolf van Suzanne Vermeer. Voor kinderen zijn er o.a. boeken van Francine van Oomen, Mirjam Oldenhave, Paul van Loon en Carry Slee. De app is geschikt voor tablets en smartphones met iOS of Android. Had je de app al eerder gedownload, dan moet je hem even updaten om de nieuwe titels binnen te halen. Je kunt de boeken uit de VakantieLuisteren ook in het buitenland lezen en downloaden. Na het dowloaden van de boeken heb je geen internet meer nodig om ze te lezen.
- Luisterbril
In een nieuw soort bril zit een camera verwerkt die teksten voorleest aan blinden en slechtzienden. De slechtziende Maaike Bennink mag de uitvinding testen en is blij: 'Eindelijk weer tijdschriften lezen.' De bril, genaamd OrCam, heeft aan de zijkant een klein cameraatje dat correspondeert met een kleine draagbare computer in de broekzak. Als de gebruiker ergens naar wijst, leest de OrCam de aangewezen tekst zachtjes voor. Ook kan de bril dankzij kunstmatige intelligentie gezichten, producten en bankbiljetten herkennen. Maaike is blij met de uitvinding. Ze kan nu zonder problemen haar administratie doen. 'En ik kon eindelijk weer de vakbladen die ik voor mijn werk ontvang, lezen', vertelt ze aan RTL Nieuws. De bril is ook handig bij het volgen van haar studie voor massage-therapeut. 'Voor ik die bril had, moest ik altijd de powerpoints van te voren vragen, zodat ik ze in mijn telefoon kon laden en kon afluisteren.' Maaike heeft de vierduizend euro kostende bril op dit moment niet meer in haar bezit. 'Ik kan hem niet zelf betalen nu. Maar voelde me zó vrij en onafhankelijk met die bril. Ik hoop dat ik hem vergoed krijg, ik ben ermee bezig. Ik wil niet meer zonder.' Bij de RDS begrijpen we dit heel goed, en zullen dit ook doorgeven aan de politiek, zodat blinden en slechtzienden in Nederland meer vrijheid krijgen door het gebruik van deze bril. Iets kunnen leren door te horen in plaats van zien is ook een kansrijke groei. En kansrijk worden is ons voornaamste doel binnen de vriendengroep. Bron: RTL Nieuws en http://ikwilbeterzien.nl/